Officials aan het woord: 'We willen de toekomst van onze sport vrijwaren!'

Officials aan het woord: 'We willen de toekomst van onze sport vrijwaren!'

Het moeilijk kunnen conformeren aan regels en niet altijd op correcte wijze bejegenen van officials. Het lijkt steeds vaker voor te komen in de springsport. Maar hoe komt dat eigenlijk? Waar zitten pijnpunten en hoe houden we de neuzen één kant op, aangezien we allen hetzelfde belang nastreven? We gingen in gesprek over dit lastige onderwerp met vier insiders.

De setting is passend. We zitten aan tafel op het Nationaal Hippisch Centrum (NHC) in Ermelo, met naast ons een springparcours, dat er strak bijligt en waar de laatste hand aan wordt gelegd voor de wedstrijd die komen gaat. Onze gasten zijn Anton Bretveld, Henk Frederiks, Roy van den Hoogen en Antoinet Berkhoff-Garrits (zie ook kader). Jurylid Bretveld kunnen we een zeer ervaren official noemen, Frederiks is op zijn beurt professioneel springruiter, Van den Hoogen is voorzitter van het KNHS Springforum en Berkhoff bekleedt alweer enige tijd de functie van disciplinespecialist springen bij de KNHS. We zitten bij elkaar vanwege ontwikkelingen in de springsport waar we met zijn allen niet vrolijk van worden en vallen daarom direct met de deur in huis:


We hebben regels afgesproken met elkaar. Dit is normaal om een sport draaiende te houden, maar het lijkt in de praktijk steeds lastiger te worden om ons met zijn allen hieraan te conformeren, zodat het ook leuk en werkbaar blijft voor organisatoren, officials en natuurlijk ruiters.
Antoinet: “Ik heb best veel contact met juryleden, dus onze officials. Ik merk dat het voor hen steeds moeilijker wordt om op wedstrijd de regels van de KNHS te blijven hanteren, die er zijn om paardenwelzijn, veiligheid en eerlijke sport te waarborgen. Dit omdat er best wat verschillen zitten in wat ruiters willen, organisaties daar vervolgens op een bepaalde manier mee omgaan, waardoor de dynamiek lastig wordt voor officials om op te treden zoals wij dat graag zouden zien. Dit omdat we het belang van die regels inzien en we de toekomst van de springsport willen waarborgen, zodat we deze kunnen blijven beoefenen op een manier waarop we dat met zijn allen willen. Nu komen daar extra uitdagingen bij, die je eigenlijk maatschappijbreed ziet, zoals de wijze waarop we met elkaar omgaan.”
Anton: “Ik heb natuurlijk heel veel veranderingen voorbij zien komen in al die jaren. We werken met levende dieren en hoeven maar om ons heen te kijken wat er gebeurt.

We worden door een vergrootglas bekeken en dat is denk ik onze grootste zorg. Hoe blijven wij rijden op een paard en hoe vertalen we dat naar mensen die daar eigenlijk tegen zijn? Dat is een gezamenlijke uitdaging voor ruiter, official, wedstrijdorganisatie, KNHS en de FEI, en we hebben daarin dus een gemeenschappelijk belang.”
Henk: “Ik denk dat hier in het chique Nederland er maar een klein groepje echt tegen paardensport is. De gemiddelde Nederlander heeft niet zoveel met de paardensport en weet er niet veel vanaf. In mijn ogen moeten we meer tegengas geven en op een normale manier meer uitleggen wat we aan het doen zijn. Welzijn staat duidelijk voorop en we hebben het beste voor met onze dieren. Als wij niet goed voor ze zorgen, zullen ze niet voor ons gaan sporten, kunnen ze zich niet ontwikkelen en kunnen wij ze ook niet verkopen.”


Maar als we het dan onderling elkaar niet makkelijk maken, helpt dat ook niet mee. Hoe is jouw gevoel hierbij?
Henk: “Als we denken dat het niet goed gaat, hebben we in Nederland de neiging om meer regels te verzinnen. Dat is voor mij niet de oplossing. We moeten goed opletten hoe er gereden wordt en niet waarmee er gereden wordt. Ik maak te vaak mee op concours dat juryleden zich blind staren op één ding, en dat is bitten. Dat is het enige waar ze op letten, terwijl ze het niet durven om aan de bel te trekken als er een keer slecht gereden worden. Dat zou een hele grote stap zijn en ik denk dat er dan meer opgevoed gaat worden.”


Lees het volledige artikel: klik hier

bron: Paard&Sport Magazine