IJRC pleit dat FEI kosten moet besparen voor organisatoren en ruiters

IJRC pleit dat FEI kosten moet besparen voor organisatoren en ruiters

De International Jumping Riders Club (IJRC) vraagt de FEI om de wijzigingen in de kosten en de procedures voor deelname aan CSI's te blijven herzien, omdat jonge ruiters, opkomende atleten en fokkers worden afgeschrikt nog deel te nemen aan onze sport door de stijgende prijzen. 

Het inschrijvingsgeld en de daaraan verbonden kosten zijn gestegen, terwijl de reële waarde van het prijzengeld sterk kan variëren door valutaschommelingen in de verschillende landen. 

Ondertussen betekent deze "grijze zone" in de procedures voor ruitersquota dat sommige organisatiecomités (OC's) op het laatste moment plaatsen kunnen aanbieden door middel van "betaalkaarten", in plaats van deze aan de ruiters toe te kennen die op basis van hun prestaties worden geselecteerd.


Inschrijfgelden en prijzengeld

De FEI stelde het prijzengeld en de inschrijfgelden vast op basis van de historisch sterke Zwitserse frank (CHF).  Na een conferentie in Londen in 2011 stelde de FEI OC's in staat om deze bedragen vast te stellen aan de hand van de consumentenprijsindex en het inflatiepercentage in hun eigen land. Sindsdien is de reële waarde van het prijzengeld met gemiddeld 8,3% gedaald. De verschillen zijn vooral opmerkelijk wanneer het prijzengeld wordt uitbetaald in de twee belangrijkste valuta's die bij CSI's worden gebruikt, de euro en de Amerikaanse dollar.

Gezien de stijgende kosten van de shows zelf, stelde de International Equestrian Organisers Alliance vorig jaar een nieuwe regeling voor op basis van de consumentenprijsindex in België; een van de hoogste in Europa, die de afgelopen acht jaar met 18,32% is gestegen. De IJRC diende sterke bezwaren in, maar de FEI nam het plan van de organisatoren niet over en stelde een verhoging van de inschrijfgelden met 10% voor, wat nog nadeliger is voor ruiters en eigenaren.

Momenteel wordt het door de FEI voorgeschreven maximum inschrijfgeld meestal toegepast, zelfs wanneer een minimum prijzengeld wordt aangeboden. Het inschrijfgeld is inclusief stalling, maar exclusief ondersteunende diensten zoals elektriciteitsvoorziening en mestverwijdering, waarvoor de kosten voor ruiters per show de afgelopen jaren tot 70% zijn gestegen. Bij sommige CSI's 3* en 4* op de Europese evenementen kunnen ruiters te maken krijgen met extra kosten tot 20 euro per dag voor elektriciteit, 100 euro per week voor het parkeren van paardentransport en 300 euro voor een zadelkamer, en 30 euro per dag om een paard op stal te houden in de korte pauze tussen de wedstrijden. (Zie hier de presentatie "Lausanne, 27 maart 2023 Bijeenkomst FEI, IJRC, IJOC en AJO: omrekeningskoersen, entreegelden, inflatie": voor meer details en casestudies).

Ondertussen werd tijdens het FEI Sports Forum 2023 in Lausanne op 25 april een mogelijke oplossing gepresenteerd voor het prijzengeld vanaf 2024. Daarbij zou het vereiste prijzengeld opnieuw worden vastgesteld in euro's in plaats van in CHF, met een voorgestelde initiële omrekeningskoers naar US$ van 1,10. Schommelingen zouden worden opgevangen door een gemiddelde over 12 maanden te nemen en het systeem zou alleen worden gewijzigd als een drempel van 5% zou worden overschreden.

De IJRC waardeert het werk van de FEI aan het nieuwe voorstel voor het prijzengeld en begrijpt de gevolgen van de stijgende kosten voor organisatoren, maar is van mening dat verdere raadpleging van belanghebbenden noodzakelijk is, vooral als er uiterlijk in augustus een geformaliseerd voorstel beschikbaar moet zijn voor bespreking door het bestuur van de FEI. De IJRC vindt dat de hele sector een morele verplichting heeft om de kosten zo laag mogelijk te houden.

IJRC-directeur Eleonora Ottaviani heeft ook gewaarschuwd voor een wereldwijde harmonisatie van prijzengeld- en inschrijfgeldsystemen, vooral in Europa en Noord-Amerika, waar de markten en CSI-bedrijfsmodellen totaal verschillend zijn.

Zij zei: "Men moet er ook rekening mee houden dat naast de door de FEI-reglementen vastgestelde inschrijvingsgelden, in Europa steeds vaker belastingen worden toegevoegd die niet in overeenstemming zijn met de FEI-regels, zoals loonkaarten, tabellen, administratieve belasting enz. 

"Dergelijke heffingen treffen vooral jonge ruiters, fokkers en opkomende atleten die het verdienen en zich moeten kunnen veroorloven om deel te nemen aan een sport die de meritocratie respecteert. De verhoging van het inschrijfgeld en van de kosten, die al duur zijn voor Midden- en Zuid-Europa, zal onbetaalbaar worden voor heel Oost-Europa, waar de sport momenteel een veelbelovende ontwikkeling doormaakt."

François Mathy Jr, vice-voorzitter van de International Jumping Riders Club (IJRC), merkte op: "Ons doel is onze sport toegankelijk te houden voor jonge en getalenteerde ruiters. Er moet een compromis worden bereikt om een einde te maken aan de opeenstapeling van de fantasierijke extra kosten die sommige evenementen op de rekening van de ruiter leggen."


Uitnodigingen

In dezelfde geest van meritocratie vraagt de IJRC de FEI om twee andere uitnodigingsprocedures te heroverwegen - de herverdeling van ongebruikte plaatsen bij CSI's en de wild card, in het kielzog van anekdotisch bewijs dat meer last-minute toegangsmogelijkheden hun weg vinden naar "betaalkaarten".

De categorieën ruiters die aan een CSI mogen deelnemen, staan hier: FEI Jumping Rules_Annex_V_Implementation_Guidelines_update_2023.pdf In volgorde van prioriteit zijn dat FEI Longines rankings; ruiters die door hun nationale federatie zijn aangewezen; ruiters die persoonlijk zijn uitgenodigd door het OC; en de wild card.

Het heikele punt is de uitnodiging van het OC, die privé kan worden uitgebreid tot ruiters die lager op de ranglijst staan, of zelfs tot niet-ranglijsters die zich een aanzienlijke premie boven het vastgestelde inschrijfgeld kunnen veroorloven; sommigen kopen ook een gastentafel voor de week als informele voorwaarde voor deelname. Deze onofficiële maar vaak toegepaste regel in de praktijk staat bekend als de betaalkaart, een essentieel onderdeel van het bedrijfsmodel voor veel shows.  

Volgens de huidige FEI-regels kan, indien een ruiter uit de ranglijstcategorie na de inschrijftermijn afhaakt, deze plaats worden opgevuld door een OC-uitnodiging.  De IJRC vraagt de FEI deze opnieuw aan te bieden aan ruiters uit het klassement.

Ook zijn er aanwijzingen dat aanstormende ruiters kansen op een wild card mislopen omdat de tijd om die te benutten klein is. Momenteel moeten wild cards uiterlijk de tweede maandag voor het begin van de show opnieuw worden toegewezen; zo niet, dan vervallen ze eveneens aan het OC. De IJRC meent dat dinsdag of woensdag van de voorafgaande week een realistischer tijdschema is, vooral als een plaats wordt aangemeld tijdens het weekend, wanneer de kantoren van de nationale federaties gesloten zijn.

De IJRC erkent dat een extra salariskaart een aantrekkelijk vooruitzicht is voor de OC, maar het is duidelijk onmeritocratisch! Vermindering van het aantal gerangschikte ruiters op een concours kan de kwaliteit van de competitie voor toeschouwers en uitzending mogelijk verzwakken, in een tijd waarin men zich steeds meer bewust wordt van de "sociale licentie" om te rijden en de inspanningen die elders door de FEI worden geleverd om de rijnormen te verbeteren en de publieke perceptie van onze sport te vergroten.



Bron: Persbericht