Paardenverbod voor moeder en dochter Barendrecht

De 50-jarige J. V. en haar 25-jarige dochter C. de P. die ervan verdacht werden in Barendrecht paarden verwaarloosd te hebben en mest in de sloot hebben laten lopen, hebben van de politierechter bij de rechtbank in Dordrecht een voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro opgelegd gekregen en een houdverbod voor het houden van meer dan zes paarden en/of pony’s.

Het zal menig bewoner van Barendrecht niet ontgaan zijn dat er enkele maanden geleden reuring was rondom het terrein van V. aan de Ziedewijdsekade. Zij werd ervan verdacht dat zij eerder dit jaar samen met haar dochter – beiden niet aanwezig op zitting - niet goed omging met haar paarden en het terrein, volgens de officier van justitie.

,,Zij zouden paardenmest in de sloot aan de Ziedewijdsekade hebben laten lopen en ook zouden zij hun ruim 30 paarden en pony’s verwaarloosd hebben. Zij wisten dat er mest op de grond lag en dat betekent dat de grond vervuild is”, stelde de officier van justitie.

Daar denkt de politierechter ook zo over. “De politie is diverse malen ter plaatse geweest en zag dat er onvoldoende voorzorgsmaatregelen waren genomen met de mest. Ook is het vee niet goed verzorgd.”

De officier van justitie acht de verontreiniging en de verwaarlozing bewezen. “Er is sprake van een zorgplicht, maar door de stallen heen lag mest, urine en nat stro. De dieren stonden in de stallen en konden niet tegelijkertijd liggen. Bovendien waren de drinkbakken kurkdroog en waren er uitstekende delen in de stallen, waar de paarden zich aan zouden kunnen bezeren. Afgezien van het feit dat de politie constateerde dat de vloer ongelijk was. De mest lag verspreid over het terrein, het lag daar onbeschermd”, zei de officier van justitie.

Volgens de officier van justitie waren er gesprekken geweest en was er toezicht, maar niets hielp. “Ik weet dat V. een problematisch verleden heeft gehad en mogelijk heeft zij dat ter compensatie op de dieren afgereageerd. Ik acht de kans op recidive (herhaling, red.) hoog.”

De eis luidt daarom een voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro, met een proeftijd van drie jaar. Daar komt nog bij als bijzondere voorwaarde een houdverbod voor het houden van meer dan zes paarden en/of pony’s. Hierbij hield zij ook in gedachte dat de twee ‘naar België zijn vertrokken en daar ook een loods zouden huren waar paarden in erbarmelijke staat leven’.

De advocaat van de dochter wilde vrijspraak. “Mijn cliënte vond dat de paarden een tweede kans verdienden. Ze erkent dat de huisvesting niet goed was, maar ze wilde afgedankte paarden opvangen en heeft altijd goede bedoelingen gehad.”, verzekerde de advocaat. Wel of geen goede bedoelingen; de rechter in Dordrecht volgde vorige week de eis van de officier van justitie.

© de Weekkrant