Patrick Van der Meer: "Rentree van de positiviteit in onze sport dringt zich op!"

Patrick Van der Meer: "Rentree van de positiviteit in onze sport dringt zich op!"

Afgelopen oktober werd bekend dat Patrick van der Meer per 1 januari aantreedt als dressuurbondcoach. In de praktijk is de ruiter uit Naaldwijk al direct sinds de bekendmaking van zijn nieuwe functie druk bezig met het uitstippelen van plannen en het voeren van gesprekken om de Nederlandse dressuursport in de juiste flow te krijgen. “Als ik ergens voor ga, dan ga ik ervoor. Dat betekent dat ik me vanaf nu voor 300% inzet als bondscoach.” De energie waarmee Van der Meer zich op zijn taak stort geeft goede hoop: “we moeten de positiviteit terugkrijgen in de dressuursport."

Dat Van der Meer een functie als bondscoach na zijn sportcarrière ambieerde heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken. “De kans deed zich nu voor, dus ik dacht: misschien is dit het moment. Alex van Silfhout gaf eerder aan dat hij na Parijs wil stoppen, dus dit is voor mij het ideale moment om in te stappen. Het trainen van de combinaties ligt Alex heel goed, dat blijft hij tot en met Parijs doen. Naast Alex neem ik de organisatorische taken op me, want die zijn in een olympisch jaar heel belangrijk om op te pakken.”

Het bondscoachschap
Wat de stap richting het bondscoachschap voor de 52-jarige Van der Meer op dit moment ook interessant maakte, is dat zijn beide Grand Prix-paarden wegvielen. De Oldenburgs geregistreerde merrie Sephora (van Sir Donnerhall II) liet hij eerder dit jaar dekken met Vitalis en met Jazz-kloon Hollywood (van Cocktail) had eigenaar Broere andere plannen.  

Grote stap voor De Hoeve 
Voor zijn bedrijf Trainingsstal De Hoeve was het bondscoachschap van Van der Meer een grote stap. Waar hij eerst de dagelijkse leiding had, moet Patrick zijn bedrijf nu zo inrichten dat hij in principe overbodig is. “Ik moet alles kunnen laten vallen als ik weg moet. We zitten hier nu bijna 27 jaar en doen iedere dag hetzelfde ding, dus het was een goed moment om met ons personeel om tafel te zitten en te bespreken hoe we verder gaan. Ik vond het spannend hoe het allemaal precies zou gaan lopen. Laury, mijn vaste groom, heeft altijd gezegd dat ze zou stoppen als ik geen wedstrijden meer zou rijden. Dat heb ik ook altijd gerespecteerd. De andere meiden op stal stelden voor dat Laury stalmanager zou worden, zodat zij zich kunnen focussen op het rijden en lesgeven. Die nieuwe functie heeft haar weer een boost en nieuwe motivatie gegeven.”

Hecht team
Op De Hoeve heeft Patricks vaste amazone Melanie Woutersen wat paarden en taken van Patrick overgenomen. Daarnaast rijdt Sanne Tazelaar enkele paarden en zijn instructrices Karin Arkenbout en Karin Bekkenkamp al lange tijd gevestigd op De Hoeve. “We hebben een heel hecht team en het is mooi dat we binnen dit team alles zo kunnen invullen dat ik thuis overbodig kan zijn. Natuurlijk rijd ik nog en geef ik ook nog lessen, maar als bondscoach moet je ook altijd klaar kunnen staan.” Van der Meer sluit niet uit ooit zijn witte rijbroek nog aan te trekken, maar ziet zichzelf niet meer terugkomen in de internationale top. Momenteel heeft hij een zesjarige Indian Rock onder het zadel en zijn zelfgefokte vijfjarige Nadal (Rousseau uit Zialita C stb van Scandic).  

Positiviteit en trots terugbrengen 
Het nog beter structureren en coördineren van de dressuurtop vindt Van der Meer een belangrijk punt. “Iedereen moet weten waar hij aan toe is en wat er verwacht wordt, alle neuzen moeten dezelfde kant op staan. De communicatie tussen ruiters, eigenaren, sponsoren, binnen de KNHS, met concoursen, dat héle totaalpakket moet helder zijn. We moeten weten wat er bij iedereen leeft.” Misschien wel nóg belangrijker voor Patrick is het terugbrengen van een stuk positiviteit. “Zowel bij ruiters, juryleden als eigenaren moet iets ontstaan waar we met z’n allen trots op zijn. We moeten minder onszelf naar beneden halen. Er wordt snel gepraat dat alles in andere landen en bij andere ruiters beter is, maar als ik op grote concoursen om me heen kijk zie ik dat niet zo. Natuurlijk moet het overal, dus ook in Nederland, beter. We zijn nooit klaar.”  

Communicatievlak kan beter
Na enkele gezamenlijke gesprekken met de huidige topruiters concludeert Van der Meer dat eigenlijk iedereen hetzelfde wil, maar dat er op communicatievlak beter kan. “We moeten van elkaar weten hoe we erin staan en daarin elkaar kunnen waarderen en respecteren. Daarom willen we ook weer met trainingskampen richting grote kampioenschappen gaan werken, waarin de teamspirit ook belangrijk zal zijn.” 

Pechpercentage verlagen 
Ondanks dat Van der Meer vindt dat er over het algemeen goed wordt gereden in de Nederlandse top en dat we goed paardenmateriaal hebben, kan ook hij niet ontkennen dat er de afgelopen jaren – wanneer we bijvoorbeeld kijken naar het aantal behaalde medailles – een duidelijke dip te zien was in de resultaten. “Afgelopen jaar hebben we een beetje pech gehad met het uitvallen van combinaties richting het EK, maar pech is altijd makkelijk praten. We moeten het pechpercentage verlagen. Een keer goed scoren op een kampioenschap mag geen toevalstreffer zijn. Maar we moeten ook niet negatief zijn door te zeggen dat we er heel slecht voor staan.”  

Blijven monitoren
“We willen duidelijk een lijn aangeven aan ruiters, zodat iedereen weet wanneer ze moeten pieken. We moeten goed communiceren hoe we dingen beter kunnen doen. Zowel trainingstechnisch, veterinair als bijvoorbeeld qua wedstrijdplanning: hoe kunnen we dat per combinatie ideaal houden en ondertussen toch die combinaties voldoende verbeteren en sterker maken? En dat zonder teveel vragen en daarmee een grotere kans op blessures krijgen. We moeten blijven monitoren hoe alles ervoor staat. Hoe de weg richting een groot kampioenschap verloopt weet je uiteindelijk nooit precies. Ik zie nu dat er best een aantal jonge paarden met perspectief zijn, maar of Parijs haalbaar is weten we niet. Gelukkig komt er nog veel meer ná Parijs, we moeten nu al verder kijken.” 

bron: KWPN.nl