Drie redenen waarom paardrijden dé moeilijkste sport is

Drie redenen waarom paardrijden dé moeilijkste sport is

Iedereen die regelmatig in het zadel plaatsneemt, is ongetwijfeld als eens met de opmerking 'paardrijden is geen sport, je zit toch gewoon en het paard doet al het werk' geconfronteerd. Wij weten natuurlijk beter, drie redenen waarom paardrijden eigenlijk dé allermoeilijkste sport is.

Paardrijden verreist een goede conditie

Het ziet er misschien zo niet uit, maar paardrijden vraagt wel degelijk een goede conditie én heel wat spierkracht. We herinneren ons waarschijnlijk allemaal die éne keer dat je enkele weken niet gereden had en daarna iets te enthousiast weer meerdere paarden op een dag probeerde te rijden. Gevolg: spierpijn. Een ruiter gebruikt vrijwel al zijn spieren tijdens het rijden: beenspieren, buikspieren, armspieren, ... Het vraagt dat ook heel wat van je lichaam om op het hoogste niveau te kunnen presteren. 

Je moet kunnen multitasken

Tijdens het paardrijden is het niet zo dat je je eenvoudig op één taak kan concentreren. Een goede ruiter is dan ook een echte multitasker. Paardrijden vraagt dan ook heel wat 'motorische skills' en je moet er constant je hoofd bijhouden.

Je moet strategisch kunnen denken en snel beslissingen kunnen nemen

Iedereen die als eens een parcours gesprongen heeft of een Grand Prix dressuur gereden heeft, weet dat je niet zomaar de wedstrijdring kan inrijden en gewoon kan 'zien wat er gebeurt'. Het rijden van een wedstrijd vraagt om een ingecalculeerd plan. Bovendien moet je ook snel kunnen beslissen als niet alles volledig volgens dat plan verloopt. Hoe los je het probleem op? Hoe zorg je ervoor dat de rest van je parcours of je Grand Prix wel goed verloopt? Ruiters hebben vaak maar een fractie van een seconde om een beslissing te nemen die grote gevolgen kan hebben. 


Bron: Heels down