Volgens Ploegmakers zijn duidelijke welzijnsregels essentieel om ervoor te zorgen dat paarden ethisch worden behandeld en gezond en veilig blijven tijdens training, wedstrijden en daarbuiten. "Paarden kunnen niet verbaal communiceren en zijn volledig afhankelijk van mensen om hun behoeften te begrijpen en hen te beschermen," benadrukt hij.
Hij onderstreept dat welzijnsregels een noodzakelijk evenwicht creëren tussen de eisen van de sport en het welzijn van de deelnemende paarden. "Dit is niet alleen cruciaal voor de gezondheid en veiligheid van paarden, maar ook voor de duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie van de paardensport."
Ploegmakers spreekt zich tevens uit over ruiters die van mening zijn dat de FEI zich niet moet bemoeien met zaken zoals de strakheid van neusriemen of het gebruik van bepaalde bitten, omdat zij zelf het beste zouden weten wat goed is voor hun paard. "Die opvatting is kortzichtig en vormt om meerdere redenen een gevaar voor het welzijn van paarden," stelt hij.
Hij wijst erop dat ruiters, net als experts, vatbaar kunnen zijn voor belangenverstrengeling en onbewuste vooroordelen ten aanzien van bepaalde producten of praktijken. "Hoewel ruiters over een ongeëvenaarde kennis kunnen beschikken, is het van belang dat deze kennis wordt getoetst aan de realiteit binnen een duidelijk kader, namelijk de FEI-regelgeving."
Met deze verklaring onderstreept Ploegmakers de noodzaak van objectieve en goed onderbouwde regels ter bescherming van paarden in de sport.