Skip to content

Copyright

Kim Emmen: "Parijs was een super ervaring, maar puur als sporter bedenk je toch dat je met lege handen stond..."

© Tomas Holcbecher

Ze was de Team NL verrassing van de Olympische Spelen in Parijs, maar staat nog steeds met beide benen op de grond. Ze werkt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat en kijkt alleen even Netflix als ze niet kan slapen. Het had weinig gescheeld of ze was gaan turnen, maar koos toch voor de paarden. Gelukkig maar, want wat hebben we van haar en haar stoere schimmel genoten. Wat waren ze geweldig in de schitterende tuinen van Versailles. Het CHIO Rotterdam belde met Kim Emmen!

 

Natuurlijk beginnen we ons gesprek met de vraag of ze al is bijgekomen van haar op alle fronten onverwachte avontuur in Parijs. Ze lacht bijna verontschuldigend. Kim: “Zeker. Het weekend na de Spelen ben ik meteen in Houten op concours gegaan. Bart en Vivian van der Maat organiseren slechts één keer per jaar een internationaal concours en doen daar zo hun best voor, ik vind dat wij als ruiters daar moeten rijden als het enigszins past.”

Even voorstellen

Voor degenen die Kim alleen kennen als die kleine amazone op die stoere schimmel stelt ze zichzelf even voor. Kim: “Ik ben 29 jaar en geboren in het Brabantse Raamsdonk. Ik woon nog steeds in Brabant, maar nu in Dinteloord, waar ik ook werk. Fulltime in de paarden. Mijn moeder reed paard en we hadden thuis ook pony’s, waar ik al snel mee ging lessen. Na mijn “gewone” schooltijd ging ik naar Deurne, maar deze opleiding heb ik niet afgemaakt. De reden? Ik sprong toen nog niet hoog genoeg en toen moest ik van de Masterclass naar de Sportklas. Ik ben toen toch gaan werken, dus was dat geen issue meer. Toch in de paarden. Op diverse stallen heb ik ervaring opgedaan, onder andere bij mijn huidige werkgever Eric Berkhof. In mijn tijd bij Brentwood Stables heb ik voor de eerste keer in Rotterdam gereden waar ik meteen derde werd in de Grote Prijs, maar ook meerdere andere mooie resultaten behaalde. Op een gegeven moment kwam de kans om terug te gaan naar Eric en onder het motto 'oud en vertrouwd' heb ik die stap genomen. Het voelde gewoon goed en de mogelijkheden waren veelbelovend. De rest van het verhaal is bekend, het laatste deel is eigenlijk bijna een sprookje. Overigens was ik toen ik klein was ook goed in turnen. Omdat zowel de paarden als het turnen veel tijd kostten, moest ik een keuze maken. Dat werden dus de paarden.”

Parijs; 'n onverwacht sprookje

Dat sprookje werden natuurlijk de Olympische Spelen in Parijs waar de jonge Kim volledig onverwacht de plaats van de als zeer zekere pion bestempelde Willem Greve innam. Kim: “We waren in Parijs en mochten een verkenningsrondje rijden. Niet per team, maar per combinatie, iedereen had 90 seconden. Ik was Willem aan het kijken toen ik langzaam de piste verliet en vond dat het er goed en fijn uitzag. Ik dacht dus dat dit het voor mij was. Het was warm en ik ging snel naar stal waar airco was. Bondscoach Jos Lansink kwam echter vrij snel ook naar stal en vroeg of ik er klaar voor was. Ik ben nuchter, sta met beide voeten op de grond en ben niet snel ontdaan, maar dit was wel een grote verassing. Het was super speciaal, zeker als je dan ook nog meteen je eerste ronde foutloos rijdt. Ik heb niet het snelste paard, maar werd toch één van de drie combinaties met drie foutloze rondes. Helaas konden we dat in de individuele finale niet volhouden, maar toch ben ik heel erg tevreden. Imagine en ik waren in Parijs pas negen maanden een combinatie en hadden pas zes parcoursen over 1.60m gesprongen. We kennen elkaar dus nog niet heel goed en ik merkte dat de drie dagen ervoor hem veel energie gekost hadden. Hij deed nog wel zijn best, maar was moe. Ondanks dat ik super tevreden ben, heb ik toch nog wel eens terug gedacht aan het team. Drie zulke rondes en dan met lege handen staan ….. Als iemand ergens één galopsprong minder had gemaakt en we één tijdfout minder hadden gehad …… Parijs was een super ervaring, maar puur als sporter bedenk je toch dat je met lege handen stond.”

Barcelona, La Coruna en Rotterdam

Veel ruiters zien de Spelen als de ultieme droom, maar voor onze Brabantse gesprekspartner is deze droom al uitgekomen. We vragen haar hoe nu verder. Weer die nuchterheid. Kim: “Ik sta nog steeds met beide benen op de grond en train gewoon lekker verder. Hopelijk mag ik dit jaar nog de finale van de Longines League of Nations in Barcelona rijden en volgend jaar is mijn doel het EK in La Coruna.”

“Ik hoop er ook in Rotterdam weer bij te zijn. Drie jaar geleden reed ik voor de eerste keer bij jullie. Dat was ook de eerste keer dat ik er was, voorheen ontbrak me de tijd, ik was altijd ergens anders op concours. Ik was wel onder de indruk de eerste keer dat ik er was. De stallen in het bos, de weg naar het hoofdterrein, de super mooie piste. (lachend) Gelukkig heb ik ook pannenkoekenhuis De Big nog mee mogen maken, ik had daar veel over gehoord. Ik heb er zelfs nog gegeten. Overigens zie ik Rotterdam wel een beetje als mijn thuisconcours. Het is geen Brabant, maar wel heel dichtbij.”

Parijs versus Rotterdam

Mooie woorden. We vragen Kim wat we in Rotterdam nog van Parijs kunnen leren. Een verassend antwoord volgt. Kim: “De parcoursbouwers hebben super parcoursen gebouwd. Er waren bijvoorbeeld ook individuele ruiters die niet de ervaring hadden als sommige collega’s. De heren ontwerpers hadden daarop goed ingespeeld. Ze bouwden goed te rijden, faire parcoursen waar de besten toch uit geselecteerd werden. Een heel ander verhaal dan bijvoorbeeld in Tokio drie jaar geleden. Verder heb ik niet heel veel meegekregen van de Spelen. Na mijn rijden was er dopingcontrole en waren er interviews. Dan kom ik op een punt waar Parijs ook zeker wat van Rotterdam kon leren. Na een rubriek, moest het publiek meteen naar huis. Er was geen Stroodorp. Een stand met merchandise, je kon wat te drinken kopen, maar er was buiten het TeamNL huis geen gezellige locatie om mensen te ontmoeten. Je had alleen in de piste contact met het publiek. Dat vond ik jammer, want ik denk dat onze sport het nodig heeft om openheid en helden te creëren en wij als springruiters staan daar voor open. Voor de populariteit van de sport had er minstens één bar aanwezig moeten zijn.”

Natuurlijk beginnen we ons gesprek met de vraag of ze al is bijgekomen van haar op alle fronten onverwachte avontuur in Parijs. Ze lacht bijna verontschuldigend. Kim: “Zeker. Het weekend na de Spelen ben ik meteen in Houten op concours gegaan. Bart en Vivian van der Maat organiseren slechts één keer per jaar een internationaal concours en doen daar zo hun best voor, ik vind dat wij als ruiters daar moeten rijden als het enigszins past.”

Even voorstellen

Voor degenen die Kim alleen kennen als die kleine amazone op die stoere schimmel stelt ze zichzelf even voor. Kim: “Ik ben 29 jaar en geboren in het Brabantse Raamsdonk. Ik woon nog steeds in Brabant, maar nu in Dinteloord, waar ik ook werk. Fulltime in de paarden. Mijn moeder reed paard en we hadden thuis ook pony’s, waar ik al snel mee ging lessen. Na mijn “gewone” schooltijd ging ik naar Deurne, maar deze opleiding heb ik niet afgemaakt. De reden? Ik sprong toen nog niet hoog genoeg en toen moest ik van de Masterclass naar de Sportklas. Ik ben toen toch gaan werken, dus was dat geen issue meer. Toch in de paarden. Op diverse stallen heb ik ervaring opgedaan, onder andere bij mijn huidige werkgever Eric Berkhof. In mijn tijd bij Brentwood Stables heb ik voor de eerste keer in Rotterdam gereden waar ik meteen derde werd in de Grote Prijs, maar ook meerdere andere mooie resultaten behaalde. Op een gegeven moment kwam de kans om terug te gaan naar Eric en onder het motto 'oud en vertrouwd' heb ik die stap genomen. Het voelde gewoon goed en de mogelijkheden waren veelbelovend. De rest van het verhaal is bekend, het laatste deel is eigenlijk bijna een sprookje. Overigens was ik toen ik klein was ook goed in turnen. Omdat zowel de paarden als het turnen veel tijd kostten, moest ik een keuze maken. Dat werden dus de paarden.”

Parijs; 'n onverwacht sprookje

Dat sprookje werden natuurlijk de Olympische Spelen in Parijs waar de jonge Kim volledig onverwacht de plaats van de als zeer zekere pion bestempelde Willem Greve innam. Kim: “We waren in Parijs en mochten een verkenningsrondje rijden. Niet per team, maar per combinatie, iedereen had 90 seconden. Ik was Willem aan het kijken toen ik langzaam de piste verliet en vond dat het er goed en fijn uitzag. Ik dacht dus dat dit het voor mij was. Het was warm en ik ging snel naar stal waar airco was. Bondscoach Jos Lansink kwam echter vrij snel ook naar stal en vroeg of ik er klaar voor was. Ik ben nuchter, sta met beide voeten op de grond en ben niet snel ontdaan, maar dit was wel een grote verassing. Het was super speciaal, zeker als je dan ook nog meteen je eerste ronde foutloos rijdt. Ik heb niet het snelste paard, maar werd toch één van de drie combinaties met drie foutloze rondes. Helaas konden we dat in de individuele finale niet volhouden, maar toch ben ik heel erg tevreden. Imagine en ik waren in Parijs pas negen maanden een combinatie en hadden pas zes parcoursen over 1.60m gesprongen. We kennen elkaar dus nog niet heel goed en ik merkte dat de drie dagen ervoor hem veel energie gekost hadden. Hij deed nog wel zijn best, maar was moe. Ondanks dat ik super tevreden ben, heb ik toch nog wel eens terug gedacht aan het team. Drie zulke rondes en dan met lege handen staan ….. Als iemand ergens één galopsprong minder had gemaakt en we één tijdfout minder hadden gehad …… Parijs was een super ervaring, maar puur als sporter bedenk je toch dat je met lege handen stond.”

Barcelona, La Coruna en Rotterdam

Veel ruiters zien de Spelen als de ultieme droom, maar voor onze Brabantse gesprekspartner is deze droom al uitgekomen. We vragen haar hoe nu verder. Weer die nuchterheid. Kim: “Ik sta nog steeds met beide benen op de grond en train gewoon lekker verder. Hopelijk mag ik dit jaar nog de finale van de Longines League of Nations in Barcelona rijden en volgend jaar is mijn doel het EK in La Coruna.”

“Ik hoop er ook in Rotterdam weer bij te zijn. Drie jaar geleden reed ik voor de eerste keer bij jullie. Dat was ook de eerste keer dat ik er was, voorheen ontbrak me de tijd, ik was altijd ergens anders op concours. Ik was wel onder de indruk de eerste keer dat ik er was. De stallen in het bos, de weg naar het hoofdterrein, de super mooie piste. (lachend) Gelukkig heb ik ook pannenkoekenhuis De Big nog mee mogen maken, ik had daar veel over gehoord. Ik heb er zelfs nog gegeten. Overigens zie ik Rotterdam wel een beetje als mijn thuisconcours. Het is geen Brabant, maar wel heel dichtbij.”

Parijs versus Rotterdam

Mooie woorden. We vragen Kim wat we in Rotterdam nog van Parijs kunnen leren. Een verassend antwoord volgt. Kim: “De parcoursbouwers hebben super parcoursen gebouwd. Er waren bijvoorbeeld ook individuele ruiters die niet de ervaring hadden als sommige collega’s. De heren ontwerpers hadden daarop goed ingespeeld. Ze bouwden goed te rijden, faire parcoursen waar de besten toch uit geselecteerd werden. Een heel ander verhaal dan bijvoorbeeld in Tokio drie jaar geleden. Verder heb ik niet heel veel meegekregen van de Spelen. Na mijn rijden was er dopingcontrole en waren er interviews. Dan kom ik op een punt waar Parijs ook zeker wat van Rotterdam kon leren. Na een rubriek, moest het publiek meteen naar huis. Er was geen Stroodorp. Een stand met merchandise, je kon wat te drinken kopen, maar er was buiten het TeamNL huis geen gezellige locatie om mensen te ontmoeten. Je had alleen in de piste contact met het publiek. Dat vond ik jammer, want ik denk dat onze sport het nodig heeft om openheid en helden te creëren en wij als springruiters staan daar voor open. Voor de populariteit van de sport had er minstens één bar aanwezig moeten zijn.”

Bron: CHIO

Vorige Jessica Springsteen: "Als kind leerden paarden me al verantwoordelijkheid, geduld en hard werken!" Volgende Caroline Devos-Poels schittert in 3* Grote Prijs-kwalificatie Brussel