In de vorige editie van de Paarden Gazet - die vorige week toekwam bij de abonnementshouders - ging de redactie op onderzoek. In hoeverre is het FEI WBFSH Wereldkampioenschap voor jonge paarden een indicator voor topsport op latere leeftijd? Een analyse van de finalisten tussen 2015 en 2024 onthult de ware waarde van het Wereldkampioenschap voor jonge springpaarden in Lanaken. Wat gebeurt er met die jonge beloftes na hun moment op het hoogste jeugdpodium? En wie blijft er echt overeind in de grote arena’s van de topsport? - Het is een platform voor zowel paarden als ruiters!
Tien jaar data, tientallen kampioenen, honderden paarden en ruiters. Hoe voorspellend is een podiumplaats op het Wereldkampioenschap voor jonge springpaarden écht voor succes op het hoogste niveau? Een diepgaande blik op de cijfers en verhalen achter het spektakel in Lanaken.
In het Limburgse Lanaken komen elk najaar de meest veelbelovende vijf-, zes- en zevenjarige springpaarden ter wereld samen. Het Wereldkampioenschap voor jonge springpaarden, georganiseerd door Zangersheide en erkend door de FEI en WBFSH, geldt als dé graadmeter voor sportief talent. Maar wat gebeurt er eigenlijk met die jonge paarden ná hun moment in de schijnwerpers? En hoe vaak vinden we hen later terug op het hoogste niveau van de internationale springsport?
Een analyse van de top drie per leeftijdscategorie tussen 2015 en 2024 biedt verrassende inzichten. Het WK blijkt veel meer dan een mooi podium: het is vaak het begin van een carrière die leidt tot de allergrootste arena’s.
Drie leeftijden, drie verschillende verhalen
Het kampioenschap is onderverdeeld in drie leeftijdscategorieën: vijf-, zes- en zevenjarigen. En hoewel al deze paarden behoren tot de wereldtop van hun generatie, toont de praktijk dat de voorspellende waarde sterk verschilt per leeftijd.
Bij de jongste groep valt vooral de variatie op in wat er ná het kampioenschap gebeurt. Hoewel sommige vijfjarige kampioenen de latere GP’s halen, verdwijnt een aanzienlijk deel uit de internationale spotlights. De vermoedelijke reden? Op vijfjarige leeftijd zit een paard vaak nog in een vroege ontwikkelingsfase. Vroegrijpheid, techniek en talent worden bekroond, maar fysieke en mentale volwassenheid volgen pas later, of blijven uit.
Slechts een beperkt percentage van deze kampioenen haalt uiteindelijk het 1.50m-niveau of hoger. Het WK is voor hen vooral een eerste etalage, geen definitieve bevestiging.
Bij de zesjarigen zien we al meer consistentie. Deze paarden hebben meestal al een internationaal parcours in de benen en laten zien dat ze niet alleen getalenteerd, maar ook wedstrijdsterk zijn. Zo’n 40 à 50% van de medaillepaarden uit deze leeftijdscategorie groeit door naar 1.50m-niveau of meer. De zesjarigenreeks fungeert dus als belangrijke filter: wie hier uitblinkt, is vaak écht onderweg naar de top.
7-jarigen: het kantelpunt naar de grote sport
Zevenjarige kampioenen vormen met voorsprong de meest voorspelbare groep. Hier toont het WK zich als springplank naar de internationale elite. Meer dan 60% van de podiumpaarden bereikt binnen enkele jaren het hoogste niveau. Namen als Nevados S en Faltic HB spreken tot de verbeelding: beiden schitterden in Lanaken en bewezen zich nadien op EK’s, Wereldbekers en Global Champions Tours.
Op zevenjarige leeftijd is een paard meestal fysiek en mentaal klaar om de overstap naar CSI3*, 4* en 5* te maken. Succes in Lanaken is dan ook vaak een sterk signaal: hier staat een kampioen in wording.
Niet alleen paarden groeien door, ook de ruiters
Ook voor ruiters is het WK jonge springpaarden een springplank. Veel jongere talenten, vaak werkzaam in internationale sportstallen, krijgen dankzij hun prestaties in Lanaken de kans om zich te tonen aan het grote publiek én potentiële werkgevers.
In de data van 2015 tot 2024 herkennen we heel wat bekende namen die als jonge twintiger al met een medaille naar huis keerden. Denk aan ruiters als Bertram Allen, Lucas Porter, Maikel van Mierlo of Sophie Hinners, die via Lanaken hun weg naar de wereldtop begonnen. Voor hen is het WK niet alleen een sportieve uitdaging, maar ook een uithangbord voor hun eigen carrière.
De onzichtbare transformatie: ruiterwissels na het WK
Toch blijven opvallend veel paarden niet bij hun oorspronkelijke ruiter. Meer dan de helft van alle medaillepaarden wisselt binnen twee jaar na het kampioenschap van ruiter – en vaak ook van land en continent. Dat bewijst meteen het commercieel belang dat het kampioenschap met zich brengt!
Dat gebeurt om verschillende redenen. Soms zijn het commerciële verkooptransacties, waarbij het paard meteen na het kampioenschap naar een nieuwe eigenaar vertrekt. Andere keren gaat het om een interne herschikking binnen grotere sportstallen: jonge paarden worden toevertrouwd aan ervaren Grand Prix-ruiters zodra ze klaar zijn voor het zwaardere werk. Het WK is dan ook niet alleen een sportief evenement, maar een krachtig platform voor zichtbaarheid, scouting en strategisch management.
Een paar namen blijven hangen, niet alleen door hun prestaties in Lanaken, maar vooral door wat ze daarna lieten zien:
- Nevados S (kampioen bij de 7-jarigen in 2015) groeide uit tot GP-winnaar, EK-medaillewinnaar en vaste waarde in het Belgische team.
- Faltic HB, ooit finalist in Lanaken, werd onder Ben Maher een sleutelfiguur in Nations Cups en GCT’s.
- Scuderia 1918 Tobago Z, niet eens kampioen in zijn jeugdreeks, maar ondertussen een van de meest succesvolle paarden onder Daniel Deusser.
Anderzijds zijn er ook wereldkampioenen die nooit boven het 1.45m-niveau uitkwamen of van de radar verdwenen. Dat bewijst: een wereldtitel is een krachtig signaal, maar geen garantie. Gezondheid, planning, begeleiding en een beetje geluk blijven bepalend voor de eindbestemming.
Een gouden platform voor fokkers en stamboeken
Voor fokkers is het kampioenschap in Lanaken het ultieme keurmerk. De stamboekinschrijving op het podium spreekt boekdelen: BWP, Zangersheide en KWPN domineren, maar ook SF, OS en Hannoveraner laten zich gelden. Opvallend is het succes van nakomelingen van hengsten als Chacco-Blue, Cornet Obolensky, Diamant de Semilly en Kannan.
Het WK biedt niet alleen sportieve erkenning, maar ook economische meerwaarde. Een goed resultaat kan de dekkingen van een hengst verdubbelen en een foklijn wereldwijd op de kaart zetten. Is het WK voor jonge springpaarden in Lanaken een voorspellende factor voor een carrière in de absolute wereldtop? Ja, maar met nuance. Zeker bij de zevenjarigen is de voorspellende waarde indrukwekkend. Bij de jongere leeftijden blijft het potentieel groot, maar zijn de risico’s van uitval hoger.
Wat vaststaat: het wereldkampioenschap is veel meer dan een mooi weekendje sport. Het is een cruciale etappe in het traject van zowel paard als ruiter. Hier worden geen kampioenen geboren – maar ze worden er wel ontdekt.