Het Royal Greenwich Equestrian Centre, een faciliteit van £1,6 miljoen die in 2013 werd geopend als onderdeel van de Olympiade van Londen 2012, staat na slechts 11 jaar voor een onzekere toekomst. Het centrum bood trainingen en cursussen aan, inclusief een hydrotherapiebad, mechanisch paard, loopband, koudwater-spa, paddocks en stallen voor ongeveer 20 paarden.
De financiering kwam van Sport England, British Equestrian (BEF), Hadlow College, Greenwich Council, de Olympic Development Authority, LOCOG en het Mayor’s Fund for London. Het centrum moest minimaal 82 uur per week rijlessen aan de gemeenschap bieden.
Hadlow College ging in 2019 in educatief beheer, waarna North Kent de paardensportcursussen overnam. Sinds 1 augustus gebruikt North Kent de faciliteiten in Greenwich niet meer. De gemeenteraad van Greenwich heeft nog geen besluit genomen over de toekomst van het centrum.
Tao Baker, een voormalig gebruiker, probeert het centrum te redden en wil het als gemeenschapsfaciliteit runnen, gericht op fysieke activiteit, mentale gezondheid en inclusiviteit. Baker stelt dat de faciliteiten uitstekend zijn en dat het centrum een model kan worden voor de stad, met focus op sociale inclusie en welzijn.
In de afgelopen jaren zijn de diensten aan het publiek verminderd, de manege is gesloten en de paarden zijn van de locatie verwijderd. Baker benadrukt dat het behoud van het centrum belangrijk is voor de gemeenschap en de Olympische erfenis.
De financiering kwam van Sport England, British Equestrian (BEF), Hadlow College, Greenwich Council, de Olympic Development Authority, LOCOG en het Mayor’s Fund for London. Het centrum moest minimaal 82 uur per week rijlessen aan de gemeenschap bieden.
Hadlow College ging in 2019 in educatief beheer, waarna North Kent de paardensportcursussen overnam. Sinds 1 augustus gebruikt North Kent de faciliteiten in Greenwich niet meer. De gemeenteraad van Greenwich heeft nog geen besluit genomen over de toekomst van het centrum.
Tao Baker, een voormalig gebruiker, probeert het centrum te redden en wil het als gemeenschapsfaciliteit runnen, gericht op fysieke activiteit, mentale gezondheid en inclusiviteit. Baker stelt dat de faciliteiten uitstekend zijn en dat het centrum een model kan worden voor de stad, met focus op sociale inclusie en welzijn.
In de afgelopen jaren zijn de diensten aan het publiek verminderd, de manege is gesloten en de paarden zijn van de locatie verwijderd. Baker benadrukt dat het behoud van het centrum belangrijk is voor de gemeenschap en de Olympische erfenis.