Voor Jan-Hein Swagemakers, teamveterinair van de Duitse springruiters, draait topsport niet alleen om prestaties in de ring. “De paarden zijn de atleten waar het allemaal om gaat. Zij moeten zich goed voelen, dáár wordt alles aan gedaan,” vertelt hij tijdens het CHIO Rotterdam.
Op vijfsterrenconcoursen, zoals Rotterdam, is de zorg voor de paarden van het hoogste niveau. Swagemakers: “Een groom heeft maximaal drie paarden mee en is de hele dag bezig met hun welzijn: longeren, grazen, wandelen – in Rotterdam zelfs door het Kralingse Bos. De boxen zijn groot, soms zelfs dubbel, en er zijn meerdere trainingsplekken. Alles is ingericht om de paarden zo optimaal mogelijk te laten presteren én ontspannen.”
Intensieve nazorg
Na een proef stopt die aandacht niet. Meteen na het parcours worden de paarden gecontroleerd door een steward en dierenarts, en volgt een uitgebreide cooling down. “Afspuiten, stappen, borstelen, eten, drinken – dat proces duurt vaak wel een uur. Elk detail telt. Dressuurpaarden krijgen weer andere zorg dan springpaarden, want hun werk en energieverdeling verschillen. Elk paard vraagt om maatwerk.”
Slimme atleten
Volgens Swagemakers zijn paarden veel gevoeliger dan men vaak denkt. “Ze herkennen mensen en voelen emoties feilloos aan. Ze weten wanneer het om het echt gaat, en ook wanneer ze gewonnen hebben. Daarom hebben ze die persoonlijke zorg nodig, net zoals topsporters dat hebben. Grooms spelen daarin een cruciale rol: zij zijn er bijna 24/7 voor hun paarden. Je kunt gerust zeggen dat ze verliefd zijn op hun paarden.”
Kritiek en misverstanden
Over het maatschappelijke debat rond paardenwelzijn is Swagemakers duidelijk. “Veel tegenstanders van de sport weten niet hoe intensief en liefdevol deze paarden verzorgd worden. Wij – dierenartsen, grooms, ruiters en stewards – praten dagelijks over welzijn en proberen continu te verbeteren. De zorg voor toppaarden is immens, maar ze verdienen dat ook.”
Mentaal welzijn
Opvallend is zijn overtuiging dat paarden ook mentaal beter herstellen in een positieve omgeving. “Ik geloof dat geblesseerde paarden sneller genezen als ze mee mogen op concours. Ze genieten van de sfeer en de zorg die ze daar krijgen. Net als bij mensen is mentale gezondheid belangrijk voor herstel.”
Continu verbeteren
Van voeding tot transport, van materiaal tot parcoursbouw: volgens Swagemakers blijft de sport zich ontwikkelen. “Alles wordt steeds optimaler. Ruiters nemen sneller hun verantwoordelijkheid, grooms wisselen kennis uit, en ongelukken gebeuren steeds minder. Dat alles komt neer op één ding: welzijn staat voorop.”
Met een glimlach besluit hij: “Ik verheug me elk jaar weer enorm op het CHIO. Het is thuiskomen voor mij, maar vooral voor de paarden is het een feest. We gaan altijd met gezonde en tevreden paarden naar huis – en dat is uiteindelijk waar het om draait.”