Westnijlvirus bij paard in het grensgebied Duitsland – Nederland

Westnijlvirus bij paard in het grensgebied Duitsland – Nederland

Op 17 oktober 2023 heeft de GD bekend gemaakt dat het Nederlandse WNV-RT (westnijlvirus responsteam) een bevestiging heeft gekregen dat een paard dat gestald is in het aan Nederland grenzende district Grafschaft Bentheim positief is getest op westnijlvirus. De opsporing van de besmetting heeft via de Nederlandse monitoring plaatsgevonden. Het is niet duidelijk waar het paard de besmetting heeft opgelopen. Dat kan in Duitsland zijn maar ook in Nederland.

Na eerdere uitbraken in Afrika, VS, Italië, Oostenrijk en Duitsland is in september 2020 voor het eerst door het RIVM bekend gemaakt dat het westnijlvirus in Nederland is aangetroffen bij o.a. wilde vogels, maar destijds niet bij een paard. Mensen en paarden kunnen geïnfecteerd raken als ze worden geprikt door een besmette mug.


Symptomen


Paarden worden meestal niet erg ziek van het westnijlvirus. Een Westnijlinfectie bij het paard kan volledig zonder symptomen verlopen, maar kan ook algemene symptomen zoals koorts, sloomheid, niet eten of wat lichte koliek geven. In sommige gevallen kunnen ook neurologische symptomen optreden zoals spiertrillingen, ataxie en gedragsveranderingen. In het ergste geval raken paarden verlamd en komen te overlijden of moeten worden geëuthanaseerd.


Diagnose & behandeling


Het Westnijlvirus kan vastgesteld worden door bloedonderzoek. Er is geen specifieke therapie tegen het Westnijlvirus. Als een paard ziek wordt, kan het alleen ondersteunend geholpen worden.


Verspreiding & preventie


De verspreiding van het Westnijlvirus verloopt via besmette muggen. Paarden en mensen zijn zogenoemde eindgastheren wat betekent dat zij nooit zoveel virus in hun bloed krijgen dat zij via een mug besmettelijk zijn voor een ander.
Preventieve maatregelen voor paarden bestaan uit vaccineren en het voorkomen van muggenbeten.


Vaccinatie


Er kan gevaccineerd worden vanaf 5-6 maanden leeftijd. De eerste keer moet er een basisvaccinatie plaatsvinden, 2 entingen met 3-6 weken tussentijd. Daarna dient de vaccinatie jaarlijks te worden herhaald, het liefst vlak voor het muggenseizoen (in april/mei) zodat paarden beschermd zijn tijdens de meest kritieke periode in augustus/september. Bescherming wordt bereikt 2-3 weken na de basisvaccinatie. Het is mogelijk om een individueel paard op een stal te vaccineren. Het is niet noodzakelijk om, zoals bij andere entingen tegen bijvoorbeeld influenza, de hele stal te vaccineren. Door te vaccineren is het paard beschermd. Het paard kan nog wel ziek worden maar het ziekteproces verloopt minder heftig. Voor mensen is er geen vaccin beschikbaar.


Advies


Eerder was het advies al om een paard te vaccineren als het naar het buitenland gaat of waardevol is (emotioneel dan wel in financiële waarde). De bekendmaking van de GD maakt dat het goed is om te overwegen wat te doen. Het is mogelijk om je paard te beschermen door te vaccineren. Overleg met je dierenarts wat in jouw geval verstandig is.