Het Open Technologieprogramma van NWO heeft bijna een half miljoen euro toegekend aan een baanbrekend onderzoek door de Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research naar verstoorde darmflora bij paarden. Prof. Dr. Wouter Hendriks, de onderzoeksleider, benadrukt de unieke samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven voor paardenspecifiek onderzoek.
Problemen in de spijsvertering bij paarden kunnen ernstige gevolgen hebben, zoals hoefbevangenheid en koliek. Het onderzoeksprogramma, genaamd Bacin2Deliver, integreert diverse technologieën in één platform om het darmleversysteem van paarden in het laboratorium te bestuderen. Hierdoor kunnen wetenschappers de effecten van voeding op het maagdarmkanaal van paarden bestuderen zonder ingrijpende en invasieve methoden.
Hoefbevangenheid
Hoefbevangenheid, een pijnlijke ontstekingsreactie in de hoef van het paard, wordt vaak veroorzaakt door grassuikers en zetmeel. Het onderzoeksteam maakt gebruik van de 'in vitro gasproductietechniek' (IVGPT) om fermentatie in de dikke darm van paarden te bestuderen, zonder levende dieren te gebruiken. Ze analyseren ook metabolieten geproduceerd door darmbacteriën met behulp van organoïden, miniatuurorganen gekweekt uit stamcellen van paarden.
Diervriendelijk
Het onderzoek, dat dierproefvrij is, levert gecontroleerde experimenten op waarmee wereldwijd onderzoekers de spijsvertering van paarden kunnen simuleren. Dit draagt bij aan een paradigmawisseling in inwendig onderzoek bij dieren, zoals benadrukt door de Nationale Wetenschapsagenda van NWO. Het is niet alleen relevant voor de paardensector, met jaarlijks meer dan anderhalf miljard euro omzet in Nederland, maar ook voor vergelijkbaar onderzoek bij ezels en runderen.
Gebundelde krachten
Het project, Bacin2DLiver, ontvangt in totaal 4,7 miljoen euro financiering, waarvan 4,3 miljoen afkomstig is van het Open Technologieprogramma van NWO en bijna 400.000 euro wordt bijgedragen door het bedrijfsleven. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Cavalor, PAVO, Mad Barn, en de Sectorraad Paarden.
Bron: Universiteit Utrecht
