Duitse federatie scherp over het toekennen van maximum gewicht voor ruiters

Duitse federatie scherp over het toekennen van maximum gewicht voor ruiters

Nadat een manege in Nederland maximum gewichten heeft toegekend aan mannelijke (100 kg) en vrouwelijke (90 kg) ruiters en amazones, spreekt de Duitse federatie zich uit over het vraagstuk. "Het is allemaal zo eenvoudig niet," klinkt het bij de federatie. "Het toekennen van een maximaal gewicht hangt van vele factoren af!"

"Hoe zwaar een ruiter mag zijn, hangt af van vele factoren en varieert van paard tot paard. Volgens de Duitse Hippische Federatie (FN) is een maximale gewichtsbelasting van 15 tot 20 procent van het lichaamsgewicht van het paard een passende richtlijn. Een 'harde' grens doet echter geen recht aan de zaak.


Feit is: het gewicht van de ruiter en het draagvermogen van het paard moeten op elkaar afgestemd zijn. Het paard mag in geen geval worden blootgesteld aan het risico van gezondheidsschade veroorzaakt door het gewicht van de ruiter. Het draagvermogen van een paard is individueel verschillend en hangt af van talrijke factoren, waardoor het tot nu toe niet serieus mogelijk is om dit met een eenvoudige formule te berekenen. Het percentage van het ruitergewicht ten opzichte van het lichaamsgewicht van het paard kan alleen maar een indicatie geven van de maximaal te verdragen gewichtsbelasting van een paard, maar dit niet exact bepalen. Zo kan een ruitergewicht dat overeenkomt met 20 procent van het lichaamsgewicht van het paard, onder optimale omstandigheden nog goed aanvaardbaar zijn voor het paard, maar in andere gevallen, onder minder gunstige omstandigheden voor het paard en de ruiter, duidelijk te belastend zijn voor het paard.


Belangrijke factoren voor het draagvermogen van een paard zijn onder andere de grootte, het exterieur en de trainingsconditie. Stevige, compacte paarden kunnen meer gewicht dragen dan hoogbenige, smalle paarden. Paarden met een brede, goed gespierde lendenpartij en een stabiel fundament zijn beter bestand tegen belasting, waarbij met name de omtrek van het pijpbeen als indicator genoemd moet worden. Exterieurdefecten verminderen daarentegen het draagvermogen. Ook de conditie van het paard is cruciaal. Onder- of overgewichtige en slecht gespierde paarden kunnen minder gewicht dragen dan paarden die zich in goede voedingstoestand bevinden. Zeer jonge of zeer oude paarden zijn mogelijk nog niet of niet meer zo belastbaar. Verder kunnen paarden hun draagvermogen binnen bepaalde biomechanische en fysische grenzen ontwikkelen door passende training. Hierdoor zijn ze ook in staat om het ruitergewicht binnen bepaalde grenzen te compenseren door aanspanning van de buikspieren en welfing van de rug.


Bij het vaststellen van een maximale gewichtsbelasting moet ook rekening worden gehouden met welk soort prestaties van een paard worden gevraagd. Bij matige uithoudingsvermogenprestaties, zoals bijvoorbeeld in een langzame gang, kan het paard een hogere gewichtsbelasting beter verdragen dan bij een korte, intensieve belasting. Ook een optimaal passend zadel is een belangrijke factor.


Maar vooral belangrijk zijn de ruiter zelf en diens rijkunstige vaardigheden en lichaamsverhoudingen. Een goed opgeleide, uitgebalanceerde en soepel zittende ruiter zal de rug van het paard veel minder belasten dan een beginner met minder lichaamsgewicht.


(fn-press)"