Boelhouwer en Bartels bereiden oranje voor op Olympische Spelen

Boelhouwer en Bartels bereiden oranje voor op Olympische Spelen


Vanaf 1 september is Iris Boelhouwer aangesteld als de nieuwe directeur topsport van de KNHS. Op weg naar de Olympische Spelen in Tokio krijgt Boelhouwer de gelouterde coach Tineke Bartels naast zich om haar te ondersteunen. Het duo vertelt over hun rolverdeling en plannen.

Wat zijn de belangrijkste taken van het nieuwe technisch-team van de afdeling topsport van de KNHS?

Iris Boelhouwer: “Ik draag zorg voor de topsport, talentontwikkeling en internationale topsportbeleid binnen de KNHS. Mijn voornaamste taak voor aankomende jaar is te zorgen voor een zo optimaal mogelijk klimaat voor coaches en ruiters om in Tokio te kunnen presteren.
Daarnaast ben ik voor NOC*NSF eerste contactpersoon, deze organisatie maakt zich in Nederland bij uitstek sterk voor het topsportklimaat en is belangrijk als het gaat om verdelen van subsidiegelden richting sportbonden, dus ook richting de KNHS. Hiervan wordt een groot gedeelte van ons topsportprogramma gefinancierd. Ook in de relatie met de overkoepelende organisatie FEI en EEF heb ik een belangrijke taak. Die organisaties zijn bepalend in het internationale topsportbeleid. Daar worden de besluiten genomen op onder meer het gebied van regelgeving en toewijzen van internationale kampioenschappen.

Tineke Bartels: “De tijd naar Tokio is natuurlijk kort, en ik ben er nu om Iris bij te staan in het belangrijke contact en overleg met de coaches, maar het is zeker de bedoeling dat Iris dit op ter mijn helemaal zelf oppakt. Als hoofdcoach ga ik Iris helpen bij het wegwijs maken in de topsport route richting Tokio. Ik ben er ook om de huidige bondscoaches bij te staan als daar behoefte aan is. Zodat we een heel goed resultaat in Tokio kunnen halen.”

Tineke Bartels kwam zelf aan de start van meerdere Olympische Spelen, heeft pupillen begeleidt tot het hoogste niveau, was zeer succesvol bondscoach van de Nederlandse dressuurjeugd, maar was de afgelopen jaren niet rechtstreeks actief bij de KNHS. Hoe is het om weer terug te zijn?

“Ik vind het hartstikke leuk om weer terug te zijn. Het is jammer om niets te doen met de ervaring die er al is. Van de goede zaken en de fouten uit het verleden kunnen we leren. Ik span me met hart en ziel in voor de paardensport. We hebben een prachtig stel bondscoaches aan het werk die met elkaar al een heel mooi team vormen. Dat inspireert mij enorm om te zien of we net het verschil kunnen maken op weg naar een nog mooiere medaille. Ik ben enorm gemotiveerd om hier aan te beginnen.”

Iris jij bent nog niet heel bekend binnen de wereld van de (hippische) topsport, hoe kijk jij daar naar?

IB: “Ik ben werkzaam geweest in de media en tv wereld. Ook daar was het mijn rol om de omstandigheden zo te maken dat die mensen het beste uit zichzelf wisten te halen of het beste product wisten op te leveren. Creativiteit is net als paardensport een heel ongrijpbaar begrip waar het aankomt op veel passie, gevoel en emotie. En dat maak de sport ook zo geweldig mooi.
Tineke en ik hebben vanaf het begin een prima klik en ik vind het fantastisch dat ik met iemand met zo veel ervaring als Tineke mag samenwerken en dat ik haar als klankbord naast me heb. Verder ben ik van jongs af aan behept met een enorme passie voor de paardensport en heb zelf ook altijd gereden. Ik ben samen met mijn kinderen nog steeds actief op breedtesport niveau en heb ook mijn instructeursdiploma behaald. Het paardensportvirus zit zeker in mijn aderen. In mijn nieuwe functie kan ik mijn paardensport kennis en passie combineren met mijn jarenlange managementervaring. In de functie van topsportdirecteur heb je beide nodig.”

Tineke jullie hebben thuis een enorm druk bedrijf waarin jij ook volop actief bent. Hoe ga jij alles combineren?

TB: Het belangrijkste is dat mijn familie er achter staat. Mijn eigen rijactiviteiten zijn minder aan het worden en die zullen er ook wel een beetje onder lijden, maar het gaat geen week taak worden. Ik ben echt gefocust op het helpen van de vier Olympische bondscoaches dat betekent dat we daar afspraken mee moeten maken. Het is de bedoeling dat ik die coaches van de senioren help en bijsta. Allemaal gericht richting de Olympische Spelen in Tokio. Dat kan ook op concoursen waar zij toch al zijn. Er zullen wat drukke en minder drukke tijden komen, maar ik maak daar met heel veel plezier tijd voor vrij.”  

Hoe is de stand van zaken op weg naar Tokio nu?

IB: “Het hele draaiboek naar Tokio lag natuurlijk al klaar, dat heeft het hele topsportteam van de KNHS super gedaan. Aan de grote lijnen waarop iedereen nu bezig is hoeft niets veranderd te worden. Van de bondscoaches hoor je bijna unaniem dat ze het jaar extra dat er nu is door uitstel van de spelen goed konden gebruiken. Dat is bijvoorbeeld ook gebleken op het afgelopen NK-dressuur in Ermelo. Daar streden bijzonder goede combinaties voor de Nederlandse titel. Dat stemt hoopvol voor de OS in 2021 “

Hoe kijken jullie naar de samenwerking met en tussen de bondscoaches?

TB: “Ik ben zeer positief als je ziet hoe alle coaches met elkaar samenwerken. Daar ligt enorm veel ervaring en kennis en ze zijn met zijn allen zeer gepassioneerd bezig. Ik ben er van overtuigd dat de teambuilding die overal plaatsvindt  zijn vruchten afwerpt in alle lagen, van jeugd tot en met senioren.
Ik denk ook dat ik een bijdrage kan leveren aan de samenwerking met de privé coaches. Het gaat er om dat we de voorwaarden voor topsport op detail steeds blijven verbeteren. Op de kleine details kunnen we het verschil gaan maken in Tokio.
De bondscoaches die moeten doen en blijven doen wat ze al deden, want die zijn goed bezig. Daar waar ze mijn hulp kunnen gebruiken om zaken te optimaliseren kom ik heel graag in actie en sta ik klaar. Het jaar extra tot aan Tokio biedt kansen als je kijkt naar het winnen van medailles, maar dat jaar hebben de andere landen ook. We moeten alle kennis en kunde die we hebben benutten.”

IB: “Tijdens het Nederlands kampioenschap springen zag ik dat de coaches al heel veel samenwerken. Ook cross-disciplinair wordt er samengewerkt, maar ik denk zeker dat dat nog beter kan. Het uitwisselen van kennis binnen en tussen disciplines is belangrijk. Denk daarbij aan kennis op veterinair gebied, het fit houden van de paarden, en bijvoorbeeld over hoe we omgaan met hitte, Wat zeker een belangrijke pijler gaat zijn met het extreem vochtige klimaat in Tokio.” 


Bron: KNHS