Wat doet de KNHS voor de paardensport in coronatijd? Het is een vraag die terug blijft komen. En terecht, de overheid deed heel Nederland op slot en noemde dat een ‘intelligente lockdown’. Als de KNHS met de partners er niet bovenop hadden gezeten, hadden we niet meer mogen paardrijden vanaf dag 1. Geen buitenrit en geen trainingen, niets. Het is ons gelukt om als enige sportbond een opening te creëren. Vanaf het begin van de lockdown mochten we in Nederland paarden blijven verzorgen en rijden. De KNHS heeft dat voor elkaar gekregen door te lobbyen. En lobbyen kost tijd, veel tijd, weet dat wij door ons lobbywerk er alles aan doen om de wereld voor de paardensporters en de beroepsgroepen in de paardensport weer open te wrikken.
Wekelijks zijn de directeuren van de sportbonden in Nederland in overleg met NOC*NSF, de KNHS dus ook. NOC*NSF overlegt namens ons met de minister van Sport. Vanuit dat bondenoverleg ontstaan werkgroepen. In elke werkgroep zit de KNHS om maar meer beweging te krijgen in de wereld die op slot zit. Zo zorgen we dat we via verschillende wegen meer ruimte krijgen voor de paardensport. Gelukkig brengt dat successen met zich mee. Met de FNRS kijken we voortdurend naar wat er wel kan in de paardensport en hoe we daar weer een vervolgstap in kunnen krijgen. Aan de hand daarvan zijn protocollen ontwikkeld die we zowel bij het ministerie van VWS als LNV neerleggen. Hiermee creëerden wij ruimte om vanaf 1 juni beoordelings- en meetmomenten mogelijk te maken. Ruiters en menners mogen weer op pad en de ring in.
Dat er nog geen echte wedstrijden georganiseerd mogen worden in alle sporten, ook de paardensport, is heel raar. Ik vind het gek dat er zo wordt vastgehouden aan het verbod op wedstrijden. Natuurlijk voelen ook wij ons verantwoordelijk om verspreiding van het coronavirus via de wedstrijden tegen te gaan. Met de beoordelings- en meetmomenten laten wij alvast zien dat de paardensport makkelijk op gang kan komen binnen de maatregelen van de overheid. Doordat we als KNHS de regie nu houden, kunnen wij bijsturen als er een lokale coronauitbraak komt. Op basis van de laatste kennis is de vraag ook valide hoe reëel dat risico eigenlijk is. Wedstrijden in de paardensport zijn overzichtelijk en beheersbaar. We kunnen het goed regelen, de anderhalve meter overal in acht nemen, en alles goed in de gaten houden. Daar wil ik onze wedstrijdorganisatoren over complimenteren. In de landen om ons heen komen de wedstrijden weer op gang. Nederland lijkt er als eiland tussen te zitten waar het niet mag. Waarom weegt het woord ‘wedstrijd’ zo zwaar in het coronabeleid van Nederland?
Ik hoop dat het dogma van 1 september wordt losgelaten. Het is heel ongezond dat iedereen op slot wordt gehouden wat betreft sport. Beweging is gezond, wedstrijden stimuleren om meer te sporten en dus te bewegen. Vooral paardensport kent weinig risico wat betreft besmettingsgevaar. Het grootste deel van de sport vindt buiten plaats met grote afstanden van elkaar. Een Italiaanse studie van het CONI, het Italiaanse NOC*NSF, toont aan dat paardensport net als vele andere niet-contact sporten, een verwaarloosbaar risico op verspreiding van het coronavirus biedt. Dit alles heb ik Tweede Kamer-lid Rudmer Heerema dan ook op het hart gedrukt om mee te nemen in het Tweede Kamer debat woensdag 10 juni. Dan is er een schriftelijke vragenronde over sport. Zo werken wij bij de KNHS dag in dag uit aan het hopelijk snel opstarten van wedstrijden in de paardensport. Dat doen wij voor de leden, het welzijn van de paarden en voor alle beroepsgroepen binnen de paardensport.Wekelijks zijn de directeuren van de sportbonden in Nederland in overleg met NOC*NSF, de KNHS dus ook. NOC*NSF overlegt namens ons met de minister van Sport. Vanuit dat bondenoverleg ontstaan werkgroepen. In elke werkgroep zit de KNHS om maar meer beweging te krijgen in de wereld die op slot zit. Zo zorgen we dat we via verschillende wegen meer ruimte krijgen voor de paardensport. Gelukkig brengt dat successen met zich mee. Met de FNRS kijken we voortdurend naar wat er wel kan in de paardensport en hoe we daar weer een vervolgstap in kunnen krijgen. Aan de hand daarvan zijn protocollen ontwikkeld die we zowel bij het ministerie van VWS als LNV neerleggen. Hiermee creëerden wij ruimte om vanaf 1 juni beoordelings- en meetmomenten mogelijk te maken. Ruiters en menners mogen weer op pad en de ring in.
Dat er nog geen echte wedstrijden georganiseerd mogen worden in alle sporten, ook de paardensport, is heel raar. Ik vind het gek dat er zo wordt vastgehouden aan het verbod op wedstrijden. Natuurlijk voelen ook wij ons verantwoordelijk om verspreiding van het coronavirus via de wedstrijden tegen te gaan. Met de beoordelings- en meetmomenten laten wij alvast zien dat de paardensport makkelijk op gang kan komen binnen de maatregelen van de overheid. Doordat we als KNHS de regie nu houden, kunnen wij bijsturen als er een lokale coronauitbraak komt. Op basis van de laatste kennis is de vraag ook valide hoe reëel dat risico eigenlijk is. Wedstrijden in de paardensport zijn overzichtelijk en beheersbaar. We kunnen het goed regelen, de anderhalve meter overal in acht nemen, en alles goed in de gaten houden. Daar wil ik onze wedstrijdorganisatoren over complimenteren. In de landen om ons heen komen de wedstrijden weer op gang. Nederland lijkt er als eiland tussen te zitten waar het niet mag. Waarom weegt het woord ‘wedstrijd’ zo zwaar in het coronabeleid van Nederland?
Ik hoop dat het dogma van 1 september wordt losgelaten. Het is heel ongezond dat iedereen op slot wordt gehouden wat betreft sport. Beweging is gezond, wedstrijden stimuleren om meer te sporten en dus te bewegen. Vooral paardensport kent weinig risico wat betreft besmettingsgevaar. Het grootste deel van de sport vindt buiten plaats met grote afstanden van elkaar. Een Italiaanse studie van het CONI, het Italiaanse NOC*NSF, toont aan dat paardensport net als vele andere niet-contact sporten, een verwaarloosbaar risico op verspreiding van het coronavirus biedt. Dit alles heb ik Tweede Kamer-lid Rudmer Heerema dan ook op het hart gedrukt om mee te nemen in het Tweede Kamer debat woensdag 10 juni. Dan is er een schriftelijke vragenronde over sport. Zo werken wij bij de KNHS dag in dag uit aan het hopelijk snel opstarten van wedstrijden in de paardensport. Dat doen wij voor de leden, het welzijn van de paarden en voor alle beroepsgroepen binnen de paardensport.