Nadat de Zwitserse dierenbeschermingsorganisatie "Foundation for the Animal in Law" aangifte deed tegen springruiter Martin Fuchs voor een incident op CSI Linz, Oostenrijk, heeft het verantwoordelijke parket nu een beslissing genomen. De zaak werd geseponeerd aangezien de zweepslagen die Fuchs aan zijn paard Viper Z (Vigo d'Arsouilles) had gegeven nog niet de intensiteit hadden bereikt die onder dierenmishandeling valt.
De persdienst van het parket van Linz stuurde het volgende bericht uit naar St. Georg: "Naar aanleiding van uw verzoek kan ik bevestigen dat het vooronderzoek bij het parket van Linz is stopgezet, vooral daar het gedrag van de springruiter (kort gebruik van de zweep om het paard te overhalen een hindernis te springen) in dit specifieke geval nog niet de intensiteit bereikt had die nodig is om het misdrijf van dierenmishandeling te volbrengen volgens § 222 StGB."
Een schets van de bezwarende rit
In april startte de Zwitserse springruiter Martin Fuchs met zijn jonge paard Viper Z op een CSI3* in Linz-Ebelsberg. In de eerste rubriek over 1.35m protesteerde de 8-jarige ruin in de bocht op weg naar de volgende hindernis, en probeerde hij over zijn rechterschouder uit te breken. Fuchs raakte de ruin daarop één keer op de rechterflank achter het zadel met zijn zweep, waarna het duo hun rit hervatte. Enkele momenten later staakte Viper Z opnieuw, met als gevolg dat Fuchs met zijn zweep in de rechterhand de ruin tweemaal in de richting van hoofd en nek sloeg. Daarna kreeg hij Viper Z weer voor zijn rijhulpen en kon hij het parcours vervolgen. Fuchs zelf verklaarde dat hij enkel ingreep om een gevaarlijke situatie (steigeren en uitbreken over de rechter schouder) te corrigeren.
TIR niet opgezet met beslissing
De Stiftung für das Tier im Recht (TIR) heeft op haar website een verklaring gepubliceerd over de beëindiging van de procedure tegen Martin Fuchs, waarin zij zowel de beslissing van het parket als zodanig als de argumentatie bekritiseert.
Een deel van de controversiële rit van Martin Fuchs op Viper Z is hier te vinden.
Bron: St. Georg