Van waar komt de ophef rond het paardenwelzijn? Bestaat dat niet al altijd?

Van waar komt de ophef rond het paardenwelzijn? Bestaat dat niet al altijd?

Mensen en paarden gaan al eeuwenlang hand in hand. Het welzijn van het paard is daarbij al altijd in acht gehouden, hoewel anders vroeger dan nu. Als mens staan we ongetwijfeld al altijd stil bij dit onderwerp bij onze geliefde paarden, want een misnoegd paard zal niet willen of kunnen doen wat je van hem vraagt of verwacht. Hoe de paarden worden ingezet en het rijden is echter wel veranderd, maar ook de paarden zelf zijn verder geëvolueerd. Vroeger moest een paard werken, zijnde in de landbouw, het leger of in de transport. De dag van vandaag worden ze vooral recreatief ingezet en voor sportdoeleinden.

Ondanks het feit dat we in Europa al enorm lang met paarden samenleven was het pas in 2007 dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op zoek ging naar antwoorden met betrekking tot welzijnsvraagstukken bij paarden. Voor die tijd was er ook wel wat beweging op het dierenwelzijnsvlak; in 1985 werd het begrip welzijn voor het eerst opgenomen in een wetsvoorstel voor dieren. In dit wetsvoorstel kwam voor het eerst het begrip ‘intrinsieke waarde van het dier’ voor. Dit begrip was afkomstig van de Brambell-commissie uit Groot-Brittannië. Deze commissie schreef een advies aan de Britse regering waarin vijf basisvrijheden voor dieren waren opgenomen: ‘Het gehouden dier dient gevrijwaard te worden van dorst, honger, ongemak, pijn en ziekte, angst, spanning en onnatuurlijke levenscondities.’

 In de beleidsnota Dierenwelzijn uit 2002 worden de vijf vrijheden van de Brambell-commissie voor het eerst als randvoorwaarden aangegeven. Net als bij mensen geldt dat deze niet absoluut zijn. Zoals de vrijheid van meningsuiting beperkt wordt door het verbod op discriminatie, kunnen vrijheden van dieren beperkt worden door gerechtvaardigde inbreuken.


Toenemende belangstelling paardenwelzijn

In de politiek en de maatschappij zien we een toenemende belangstelling voor paardenwelzijn. De groei van de Partij voor de Dieren en de toename van dierenactivisten zorgt er tevens voor dat onderwerpen over dieren steeds vaker onderwerp van gesprek zijn. De humanisering van huisdieren heeft ook zijn invloed op hoe mensen naar paarden kijken, men ziet het paard in toenemende mate als onderdeel van de familie, net zoals honden en katten.

 Andere voorbeelden waarbij in het verbeteren van paardenwelzijn al stappen zijn gezet: op het gebied van voor vrije beweging, groepshuisvesting en maximale belastbaarheid van paarden. Eigenaren van paarden zijn zich steeds meer bewust van de natuurlijke behoeftes van paarden en zoeken (pension)stallen die daar beter bij aansluiten. Manege-eigenaren letten goed op het welzijn van hun paarden en pony’s door hun inzet te bepalen door de maximale belastbaarheid. 


Buitenwereld vraagt om ...

Heel wat hippische actoren zijn het momenteel eens dat de buitenwereld vraagt om een goede scholing over onze industrie. “We moeten mensen onderichten met wat we bezig zijn, hoe we communiceren met onze paarden en de mooie band tussen paard en ruiter uitvergroten.” Ondertussen is de vraag hoe we dat gaan doen. Een publieke promotie campagne zal niet voldoende draagkracht hebben. Er dient daarom gekeken te worden in de richting van een politiek erkent en gecommuniceerd kwaliteitslabel.


Ruimte om te verbeteren

Bij de samenstelling van het kwaliteitsbeleid dient er rekening met gehouden worden dat niet iedereen direct aan alle eisen kan voldoen. Om die reden is er een verbetertraject mogelijk dat, afhankelijk van de investering die gedaan moeten worden, van enkele maanden tot een paar jaar kan duren. Dit alles om ervoor te zorgen dat er niemand afhaakt en iedereen de kans krijgt om te verbeteren. Het is echter ook duidelijk dat de lat op den duur nog hoger zal komen te liggen, dat is onvermijdelijk om de sociale acceptatie van paardrijden te behouden.


Kan het beter? Doe het dan ook!

Ondernemers stellen vaak de vraag: ‘Wanneer is het nou goed?’. Dat is lastig te beantwoorden, want wat vandaag goed is, moet wellicht morgen weer aangepast worden. Eén ding weten we zeker; vroeger komt nooit meer terug. Het is aan ons allemaal om regelmatig in de spiegel te kijken en na te denken of het beter en anders kan. Kun je die vraag met ‘ja’ beantwoorden? Doe het dan ook! Ga regelmatig bij collega’s kijken, neem deel aan bijeenkomsten over dit onderwerp en verdiep je in ontwikkelingen op dit gebied.


Aangepast businessmodel

In het huidig klimaat moet het businessmodel van de hippische ondernemer herbekeken worden. Het is belangrijk om de juiste prijs te vragen voor je diensten. Alleen dan bouw je een buffer op die heel hard nodig zal zijn om de investeringen te doen die noodzakelijk zijn om duurzamer te worden en die van belang zijn om dierenwelzijn naar een hoger niveau te brengen. De nieuwe eisen op het gebied van huisvesting en vrije beweging vergen een aangepast businessmodel en een andere manier van denken.







Bron: FNRS