Gert-Jan Bruggink: "Klussen is als een parcours rijden, je moet heel precies te werk gaan..."

Gert-Jan Bruggink: "Klussen is als een parcours rijden, je moet heel precies te werk gaan..."

Als hij vanuit zijn woonplaats naar het CHIO Rotterdam terrein rijdt, voelt hij zich als een wijze die vanuit het oosten naar het westen rijdt. De Ajax bus logeerde diverse keren bij hem op stal, terwijl hij fan is van FC Twente en hij vergelijkt klussen met een parcours rijden. We hebben de laatste jaren veel te weinig gehoord van deze supersnelle ruiter en daarom werd het hoog tijd om eens te bellen met Gert Jan Bruggink!

“Gisteren precies om 16.15 uur heb ik een fles champagne opgetrokken, omdat het op dat moment precies vier jaar geleden was dat ik mijn heup brak bij de val van een paard en dat ik vier jaar later om die tijd op datzelfde paard bleef zitten. Maar zonder gekheid, het is niet meer zoals vroeger. Ik wil eigenlijk nog maar vier à vijf paarden per dag rijden, al lukt dat momenteel niet helemaal. Ik kan het spelletje nog steeds beoefenen en dat maakt me gelukkig, dat had ik niet verwacht. Ik heb een kunstheup en een lange weg moeten gaan, maar ik kan de ring weer betreden.

Nieuw begin in Riesenbeck

Alles gaat wat langzamer en ik rij dus wat minder, maar daarvoor in de plaats doe ik andere dingen. De fokkerij is de hobby van mijn vrouw en zo fokken we wat veulens en leiden die op in de hoop dat er nieuwe toppers bij zitten. Eigenlijk zou Pia wat meer concoursen gaan rijden, maar ongelukkigerwijze viel zij ook terwijl de paarden bij wijze van spreken op de vrachtwagen stonden voor een concours in Riesenbeck. Ik was inmiddels weer aardig aan de gang en zo besloten we heel plotseling dat ik haar plaats zou innemen. Ik behaalde een paar aardige resultaten en zo was het begin er onverwachts weer. Inmiddels heb ik zelfs alweer een Grote Prijs gewonnen.

Cultuurshock

Ik ben nooit als bezoeker in Rotterdam geweest, ik kwam meteen als ruiter. Volgens mij in 2002 of in 2003 en met mijn paarden Joël, Marome en Lincoln. Ik weet nog dat ik het meteen naar mijn zin had en dat ik de prijsuitreikingen extra leuk vond. Dit door het soort prijzen, je kreeg toen antieke spulletjes. Vorige week zag ik ze toevallig bij mijn moeder in de kast staan. Als je wint, vind je iets altijd leuk, maar eerlijk gezegd was het voor mij wel een cultuurshock toen ik als wijze uit het Oosten naar het Westen ging. Om dit nader toe te lichten, ik had een mountainbike bij me om van stal door het bos naar het hoofdterrein te fietsen. Naïef als ik was, zette ik die niet op slot en weg was mijn fiets. Maar ik vind het Kralingse bos wel een bijzondere plek voor een concours zo midden in de stad. Mede door het pannenkoekenhuis De Big dat ik echt associeer met het CHIO”.

Grote Prijs 2004

Gert Jan behoort tot het selecte gezelschap van zeven Nederlandse ruiters die sinds 1948 de Grote Prijs in Rotterdam hebben gewonnen. We vragen hem naar zijn herinneringen. Gert Jan twijfelt duidelijk, maar steekt dan toch van wal, zijn woorden zorgvuldig kiezend. Gert Jan: “Dat was in 2004, een bijzonder jaar, een Olympisch jaar. Iedereen in het kader wilde naar Athene. Het team was grotendeels bekend, maar nog niet helemaal. Albert Zoer, Jeroen Dubbeldam, Jan Tops en ik zaten in het team voor Rotterdam en de beste daarvan zou als vijfde man mee naar Aken gaan en het team van Aken zou naar de Olympische Spelen gaan. Ik was het daar niet mee eens. Als je in eigen land voor het team rijdt, wil je winnen en op deze manier waren we concurrenten, dat was geen prettige ervaring. Ik kwam als winnaar van dat team uit de bus, maar nog was de bondscoach niet zeker van zijn zaak, hij wilde toch wachten tot na de Grote Prijs, die ik eigenlijk niet wilde rijden. Na lang twijfelen besloot ik toch te starten. Het resultaat is bekend, ik won die Grote Prijs. Ondanks of misschien wel dankzij een stop op de laatste hindernis op het inspringterrein. Het ticket voor Aken en Athene was binnen, maar ik had er geen goed gevoel bij.

Gebroken teugel in barrage

Een moment waar ik betere herinneringen aan heb, was de keer dat ik die Grote Prijs bijna won. Dat was in 2013 met Dejavu. Hij was 9 jaar en stond aan het begin van een prachtige carrière. Ik wilde heel graag weer winnen en was goed onderweg, moest nog een paar hindernissen. Echter mijn teugel brak. Toch sprong ik door en we wisten het parcours te voltooien. Ik kreeg een staande ovatie van het publiek. In 2016 kregen wij op onze stal het koninklijk paar op bezoek en zelfs zij wisten dit nog, heel bijzonder”.

Eens sportman, altijd sportman

We vragen Gert Jan of we hem ondanks dat hij het wat rustiger aan doet nog eens terug zien in het Kralingse bos. Hij is zijn humor nog niet verloren: “Je hebt ook ruiters te voet ….. Maar zonder gekheid, dat zou mooi zijn na alles wat er is gebeurd, alleen al voor mijn eigen gevoel na zo’n abrupt einde van een geweldige carrière. Met een eigen gefokt paard of een ander heel goed paard. Ja, dat zou ik mooi vinden, eens een sportman, altijd een sportman. Je hoort mij niet klagen hoor, na alles wat ik heb meegemaakt en wat vaker thuis zijn is ook leuk. Maar in het verleden was ik ieder weekend van huis ….. Vieren jullie in 2024 het 75 jarig jubileum ? Een mooi doel om naar toe te werken!

Tevreden

Helaas heb ik geen glazen bol en kan ik niet vooruit kijken. Maar ik ben blij dat ik alles weer kan doen, gezondheid gaat boven alles en tevredenheid is het voornaamste. En tevreden ben ik. Ik voel me niet gehandicapt, maar helemaal de oude ben ik helaas niet. Ik heb een kunstheup en dat is toch een zwakke plek waar ik rekening mee moet houden”.

Meubelfamilie

Gert Jan rijdt wat minder paarden dan in het verleden vertelde hij ons. We vragen hem hoe hij de dagen nu verder vult. Gert Jan: “Ik klus graag. Ik kom uit een meubelfamilie en in de Corona tijd heb ik dat eigenlijk opgepakt. Toen ben ik er achter gekomen dat je bij het klussen net als in een parcours heel precies moet zijn. Ik bedoel, als je een plank verkeerd zaagt, is die plank verloren en zo is dat ook in een parcours: Als je een fout maakt, kan je dat niet meer goed maken. Je moet dus bij beiden van het begin tot het einde gefocust zijn”.

bron: CHIO Rotterdam