De KNHS-Witte van Moort Hippiade van dit jaar ligt is alweer bijna een maand geleden. De evaluatie is nog volop aan de gang met enquêtes die nog moeten verwerkt worden van zowel deelnemers als officials, maar op basis van de al aanwezige input kan er al een voorlopige staat opgemaakt worden. En deze deelt Gerard Arkema graag met ons in deze column.
Voor het eerst hebben we de Hippiade over twee weken, en in totaal negen dagen, uitgesmeerd. Dressuur- en springrubrieken voor zowel pony’s en paarden zijn verspreid over meerdere dagen verreden, voor de voltige hadden we twee dagen ingeruimd, waarvan één dag samen met de verenigingskampioenschappen en de afdelingsdressuur, en voor het mennen (dressuur en vaardigheid) was tot slot een aparte Hippiadedag gereserveerd.
Overzichtelijk
Door het programma uit te smeren, konden we meer dan ooit de sport centraal zetten en de juiste randvoorwaarden voor onze deelnemers creëren. Het grote voordeel was dat veruit de meeste rubrieken op de zandbodems van het Nationaal Hippisch Centrum konden plaatsvinden. In grote lijnen is nu al duidelijk dat vrijwel iedereen hier blij mee was. Het gras is nog wel gebruikt tijdens de Hippiade Mennen en het verenigingskampioenschap, maar de hectiek van met zijn allen losrijden op een graspiste behoorde tot het verleden. Dankzij deze opzet was de organisatie van de Hippiade overzichtelijker, konden we een goede planning maken en hadden we genoeg stallen beschikbaar.
Optimaliseren
Werden er dan geen fouten gemaakt en zijn we overal tevreden over? Nee, dat niet. We hadden zeker een aantal incidenten verspreid over de twee weken, mede ook als gevolg van spanning bij betrokkenen. Spanning is natuurlijk meer aanwezig op een dergelijke kampioenschap, niet alleen bij ruiters en officials, maar net zo goed bij ouders.
Het was op de meeste dagen gezellig druk, maar op enkele dagen wat rustiger en hadden we gehoopt op meer publieke belangstelling. Dat vond ik bijvoorbeeld op de enige zondag in het programma. Op deze dag werden de hoogste klassen bij de paarden, dus eigenlijk de koningsrubrieken springen en dressuur, verreden. Bij het springen hadden we wat weinig deelname, terwijl de dressuur weer lang doorliep. Voor volgend jaar gaan we zeker kijken hoe we het programma verder kunnen optimaliseren.
Medal Plaza
Een factor die we niet in de hand hadden, was het weer en dat werkte deze editie duidelijk in ons voordeel. De prijsuitreikingen op het speciaal gemaakte medal plaza werd overall als ontzettend leuk ervaren. De parade zoals vroeger is er niet meer en komt niet terug, maar deze wijze van medailles uitreiken viel zeer in de smaak. Ook de voltige wil volgend jaar graag gebruik maken van het medal plaza en voor die discipline kunnen we dan het programma nog mooier maken. Overigens is het gebeurd dat een aantal medailles ontbrak, maar die zijn inmiddels nagestuurd.
Zo denken we vooral in oplossingen en leren we van een eerste keer als deze. Voor volgend jaar kunnen mensen opnieuw week 33 en 34 in de agenda noteren. Ik denk dat we met de opgedane ervaring het aantal dagen eerder zullen comprimeren dan uitbreiden, want de uitvoerbaarheid van de Hippiade was in principe goed te doen. We hebben mooie sport gezien, daar doen we het voor, en er staat met dit concept een prima fundament. De Hippiade nieuwe stijl heeft voor een goede afdronk gezorgd.’
Gerard Arkema
Manager Wedstrijdsport
Gerard Arkema (1960) is al vele jaren breed actief binnen de paardensport, onder meer als ruiter, bestuurder, jurylid en instructeur. Op zijn thuisbasis in het Groningse Marum runnen vrouw en dochter Dressuurstal De Haarhof. Sinds 2021 is Gerard manager wedstrijdsport bij de KNHS. Voorheen was hij in diverse managementfuncties werkzaam bij de RDW.
Bron: KNHS