Toen de jonge ruiter een klein complex huurde in Teteringen om daar sport te beoefenen en aan handel te doen, moest hij de twee mannelijke stalbewoners Rogier en Omega erbij nemen. Door hen ging zijn hengstenhouderij-avontuur van start. "Ik wist van in het begin dat ik het niet zou maken als ruiter."

In ’s Hertogenbosch maakte Gert-Jan van Olst op 21-jarige leeftijd zijn eerste memorabele herinnering. In de toen nieuwe rubriek voor internationale springruiters met dekhengsten, werd er geloot welke internationale ruiter welk paard kreeg. Grand Prix-winnaar Hugo Simon werd toegewezen aan zijn eerste dekhengst Rogier, die meteen naar de winst van de proef reed. “Dat was een ongelooflijk moment. Simon is zo’n top vakman, na enkele sprongen had hij het meteen voor elkaar!”

Met de jaren heen groeide naast de hengstenhouderij ook zijn liefde voor tuigpaarden. “Ik ben geen grote kenner, maar wel een echte liefhebber. Ik heb ooit een KWPN-tuighengst als veulen gekocht, waar ik nooit spijt van heb gehad. Het is een van de enige hengsten waarvan ik niet verwacht dat die mij veel zal opbrengen. Zo zie ik het niet bij hem.”





Bron: 
2 man en 1 paardenkop