Edward Gal, Hans Peter Minderhoud en Nicole Werner: "Vandaag laten we zien dat we met ieder paard anders trainen."

Edward Gal, Hans Peter Minderhoud en Nicole Werner: "Vandaag laten we zien dat we met ieder paard anders trainen."

Nooit eerder was een KNHS Trainersseminar zo snel uitverkocht als voor het GLOCK top trio Edward Gal, Hans Peter Minderhoud en Nicole Werner. De 650 gelukkigen die een kaartje wisten te bemachtigen hadden hooggespannen verwachtingen en die werden dubbel en dwars waargemaakt. Met paarden van vier tot vijftien jaar oud kwamen alle opleidingsniveaus uitgebreid aan bod, maar telkens keerden dezelfde thema’s terug: geduld, aanpassingsvermogen en voorwaarts. Dat ging gepaard met duidelijke uitleg en een grote dosis humor. “Vandaag laten we zien dat we met ieder paard anders trainen. Als ruiter moet je altijd proberen te voelen wat je paard op elk moment nodig heeft,” stak Werner van wal.





Rustig blijven en sturen
De vierjarige GLOCK’s Taminiau mocht onder GLOCK-ruiter Riccardo Sanavio het spits afbijten. De prachtige zwarte hengst vond het duidelijk spannend in de volgepakte Amalia hal. Zo moest Sanavio een aantal overgangen opnieuw doen. Werner benadrukte dat geduld van het allergrootste belang is, vooral met jonge paarden. “Niet boos worden, maar gewoon rustig nog een keer vragen. Ga ook niet teveel op je strepen staan als er iets een paar keer mis gaat, want daar kan een paard alleen maar onzeker van worden. Het paard moet altijd het vertrouwen in de ruiter blijven houden, dus gebruik je stem en stel je paard gerust in spannende situaties.” Werner wist gedurende de gehele dag dressuur te versimpelen door concrete uitleg. Zoals het gebruik van de teugels, kortom het sturen en de aanleuning. “Ik vind dat bij bijvoorbeeld een volte de basishulp bij de binnenteugel ligt en de buitenteugel blijft daarbij neutraal, tenzij je iets moet corrigeren. Geen binnenbeen – buitenteugel dus, ondanks dat veel mensen het wel zo aanleren. Als je naar rechts wilt, gebruik je daarvoor je rechterteugel. Dat vind ik in ieder geval ook het meest logisch. Een goed ezelsbruggetje om thuis voltes mee te oefenen is: Waar de wending begint, eindigt hij ook. Denk bij het insturen van de volte al aan het punt waar je naar toe terug moet.”

Oefeningen opdelen
Een van de algemene tips van de drie was: deel een oefening eerst op en rijg het daarna als een ketting aan elkaar. Het ‘simpele’ sturen kwam ook weer terug in een oefening als schouderbinnenwaarts. Werner raadde aan om te beginnen met alleen stelling op de lange zijde te vragen, waarbij het paard in het lijf recht blijft en in hetzelfde tempo door moet blijven gaan. “Als dat goed lukt, is het slechts een kwestie van de schouder met twee teugels naar binnen te plaatsen om er schouderbinnenwaarts van te maken. Onthoud ook hier dat je met je binnenteugel de schouder naar binnen stuurt, het is geen ontbuitenwaarts.”

Altijd naar voren
Bij alle paarden stond het voorwaarts rijden hoog in het vaandel. Gal nam plaats in het zadel van GLOCK’s Total US en vertelde: “Paarden moeten leren altijd naar voren te denken, zelfs in een overgang terug. Je moet als ruiter er scherp op blijven dat het paard direct op je been reageert. En harder gaan is niet per se echt voorwaarts gaan, je moet het paard echt naar voren toe voelen aantrekken. Goed rijden is voelen wat er nodig is en niet altijd vasthouden aan wat je geleerd hebt. Dat vergt soms wat creativiteit. En helaas kan je ook nooit denken ‘oh dit is mooi, nu alleen maar houden zo’. Nee, je moet blijven voelen wat er moet gebeuren en blijven werken, anders wordt het te mooi. Bij een paard als Total US, die van zichzelf met heel veel power en groot beweegt, is afstemming super belangrijk. Hij is zo sensibel dat ik mij geen foutje kan permitteren, maar ik moet hem wel bezig houden om zijn aandacht bij mij te krijgen.”

Lijn bepalen
Minderhoud bereed GLOCK’s Trafalgar en Zanardi en liet bij beiden zien dat bijvoorbeeld ook foutjes in de wissels en series in het voorwaartse het beste opgelost kunnen worden. “Wanneer een paard te groot en traag de wissel springt, ontstaan die fouten ook eerder. Eigenlijk begint het al met een goede, rechte diagonaal.” Dat het bepalen van de lijn voor alle oefeningen de voorbereiding is, liet Minderhoud ook met de arbeidspirouettes zien. “Bedenk eerst waar je een volte wil draaien en waar je centrale punt ligt. Begin op die volte met verzamelen, dan vraag je wat buiging erbij en pas daarna verklein je de volte door de achterhand en vervolgens het hele paard iets  naar binnen te plaatsen. Maar zorg er constant voor dat je ook echt in het tempo rijdt dat jij wilt. Het paard mag niet zelf al langzamer gaan of de volte verkleinen. En blijf rondom hetzelfde centrumpunt draaien, niet stiekem ineens een paar meter verderop.” Het verkrijgen van steeds meer controle liet hij ten slotte in de ultieme vorm zien met zijn schimmel Zanardi. Moeiteloos liep de hengst door de piaffe, passage en de wissels om de pas. Hoewel de hengst het toch niet kon laten om na een daverend applaus nog even flink te steigeren op het moment dat Gal hem een klopje wilde geven. Minderhoud haalde zijn schouders op en verzuchtte grappend dat zijn vader (Rubels red.) dat ook deed. Werner merkte lachend op: “Zie je, het is jouw schuld Ed.” De seminar sloot af op de vrolijke toon die de hele dag geklonken had.