Het nieuwe eventingreglement is bekend, en de grootste wijziging die hierin te zien is, is het sterrensysteem. Vanaf nu worden de viersterren klassiekers Badminton, Burghley, Kentucky, Adelaide, Luhmühlen en Pau bijeen gebracht onder de noemer '5* Majors'. Deze wijziging gaat in vanaf 2019. Eerder ging het gerucht dat deze wedstrijden onder 'Masters' zouden vallen, maar dat gaat dus niet door. Naast deze 5* Majors worden de Olympische Spelen en de wereldruiterspelen ook wedstrijden met vijf sterren, genaamd 5* Long (CCI5*L). Een verdere wijziging is de korte en lange 1, 2, en 3-sterwedstrijden voortaan een ster extra krijgen. Zo wordt CCI3* in Boekelo vanaf 2019 een CCI4*L-wedstrijd. Nieuw zijn ook de 1,05m-wedstrijden die geïntroduceerd worden als 1* lange en korte wedstrijden. De Nations Cup en World Cup worden voorlopig geen CIC5*. Een laatste wijziging die het vermelden waard is, is het schrappen van de dressuurcoëfficiënt van 1,5. Voor de Nederlandse en de Duitse bond stemden tegen dit systeem, aangezien de scores zo nog dichter bij elkaar liggen en de springproef daardoor een te grote impact heeft op het resultaat.
Het nieuwe eventingreglement is bekend, en de grootste wijziging die hierin te zien is, is het sterrensysteem. Vanaf nu worden de viersterren klassiekers Badminton, Burghley, Kentucky, Adelaide, Luhmühlen en Pau bijeen gebracht onder de noemer '5* Majors'. Deze wijziging gaat in vanaf 2019. Eerder ging het gerucht dat deze wedstrijden onder 'Masters' zouden vallen, maar dat gaat dus niet door. Naast deze 5* Majors worden de Olympische Spelen en de wereldruiterspelen ook wedstrijden met vijf sterren, genaamd 5* Long (CCI5*L). Een verdere wijziging is de korte en lange 1, 2, en 3-sterwedstrijden voortaan een ster extra krijgen. Zo wordt CCI3* in Boekelo vanaf 2019 een CCI4*L-wedstrijd. Nieuw zijn ook de 1,05m-wedstrijden die geïntroduceerd worden als 1* lange en korte wedstrijden. De Nations Cup en World Cup worden voorlopig geen CIC5*. Een laatste wijziging die het vermelden waard is, is het schrappen van de dressuurcoëfficiënt van 1,5. Voor de Nederlandse en de Duitse bond stemden tegen dit systeem, aangezien de scores zo nog dichter bij elkaar liggen en de springproef daardoor een te grote impact heeft op het resultaat.