Skip to content

Copyright

Extra Olympische kwalificatiemomenten voor ruiters TeamNL


Nederland / TeamNL heeft voor de paardensport voor de Olympische- en Paralympische Spelen in Tokio startplaatsen binnengesleept voor een springruiterteam, dressuurteam, para-dressuurteam en twee individuele startplaatsen voor de eventing. Met het binnenhalen van deze startplaatsen zijn de ruiters er nog niet, er moet ook worden voldaan aan door het NOC*Nsf gestelde eisen om in aanmerking te komen voor uitzending. De teams en enkele individuele eventingruiters hebben hier aan voldaan en behouden deze status ook voor 2021. Het NOC*Nsf heeft, in samenspraak met de KNHS, besloten nog enkele extra wedstrijden aan te wijzen waar nieuwe eventingcombinaties zich kunnen kwalificeren.

Eventing
Door zeer goede klasseringen op de Olympic ranking van Tim Lips en Merel Blom heeft Nederland twee startplaatsen binnen weten te halen voor de Olympische Eventingwedstrijd in Tokio. Deze twee startplaatsen zijn echter plekken die toegekend zijn aan NOC*NSF/KNHS en worden zoals altijd al gebruikelijk niet automatisch toegewezen aan de genoemde ruiters. Al hebben deze beide toppers natuurlijk wel goede papieren om straks in Tokio aan de start te staan, maar wie er uiteindelijk gaan, zal worden bepaald op basis van de observatiewedstrijden door bondscoach Andrew Heffernan. Een beslissing die hij neemt op basis van de getoonde verrichtingen en vorm van de combinaties in aanloop naar Tokio.
In aanvulling op de internationaal gestelde eisen had NOC*Nsf extra nationale eisen in de aanloop naar Tokio 2020 gesteld om in aanmerking te komen voor uitzending, deze periode wordt nu logischerwijs verlengd.
Deze nationale prestatie-eisen voor kwalificatie zijn het behalen van de volgende scores in één daarvoor aangewezen wedstrijd in 2019, 2020 of 2021:

- dressuur: maximaal 40 strafpunten
- cross country: foutloos en maximaal 45 seconden tijdsoverschrijding (= maximaal 18 strafpunten)
- springparcours: maximaal 10 strafpunten

Voor dit jaar zijn de CCI4*-L die in oktober in het Poolse Strzegom wordt verreden en de CCI5*-L in Pau, ook in oktober, de wedstrijden waar combinaties deze kwalificatie-eisen kunnen realiseren.
Ook volgend jaar zullen er nog een of twee wedstrijden (CCI 4*L en / of CCI 5*L) worden aangewezen waarop aan de gestelde eisen kan worden voldaan. Door de nog erg onzekere kalender zijn deze wedstrijden nog niet definitief vastgesteld. De combinaties die in 2019 hebben voldaan aan de nationale prestatie eisen behouden hun kwalificatie, maar zullen uiteraard nog wel moeten deelnemen aan de observatiewedstrijd(en).

Overige disciplines
Voor de disciplines springen, dressuur en para-dressuur geldt dat de teams geplaatst zijn. De betreffende bondscoaches bepalen volgend jaar op basis van de observatiemomenten met welke combinaties zij afreizen naar Tokio. Voor deze disciplines kunnen een aantal combinaties nog wel tot eind juni 2021 aan de minimaal gestelde FEI- eisen gaan voldoen.

Bron: KNHS

Eventing
Door zeer goede klasseringen op de Olympic ranking van Tim Lips en Merel Blom heeft Nederland twee startplaatsen binnen weten te halen voor de Olympische Eventingwedstrijd in Tokio. Deze twee startplaatsen zijn echter plekken die toegekend zijn aan NOC*NSF/KNHS en worden zoals altijd al gebruikelijk niet automatisch toegewezen aan de genoemde ruiters. Al hebben deze beide toppers natuurlijk wel goede papieren om straks in Tokio aan de start te staan, maar wie er uiteindelijk gaan, zal worden bepaald op basis van de observatiewedstrijden door bondscoach Andrew Heffernan. Een beslissing die hij neemt op basis van de getoonde verrichtingen en vorm van de combinaties in aanloop naar Tokio.
In aanvulling op de internationaal gestelde eisen had NOC*Nsf extra nationale eisen in de aanloop naar Tokio 2020 gesteld om in aanmerking te komen voor uitzending, deze periode wordt nu logischerwijs verlengd.
Deze nationale prestatie-eisen voor kwalificatie zijn het behalen van de volgende scores in één daarvoor aangewezen wedstrijd in 2019, 2020 of 2021:

- dressuur: maximaal 40 strafpunten
- cross country: foutloos en maximaal 45 seconden tijdsoverschrijding (= maximaal 18 strafpunten)
- springparcours: maximaal 10 strafpunten

Voor dit jaar zijn de CCI4*-L die in oktober in het Poolse Strzegom wordt verreden en de CCI5*-L in Pau, ook in oktober, de wedstrijden waar combinaties deze kwalificatie-eisen kunnen realiseren.
Ook volgend jaar zullen er nog een of twee wedstrijden (CCI 4*L en / of CCI 5*L) worden aangewezen waarop aan de gestelde eisen kan worden voldaan. Door de nog erg onzekere kalender zijn deze wedstrijden nog niet definitief vastgesteld. De combinaties die in 2019 hebben voldaan aan de nationale prestatie eisen behouden hun kwalificatie, maar zullen uiteraard nog wel moeten deelnemen aan de observatiewedstrijd(en).

Overige disciplines
Voor de disciplines springen, dressuur en para-dressuur geldt dat de teams geplaatst zijn. De betreffende bondscoaches bepalen volgend jaar op basis van de observatiemomenten met welke combinaties zij afreizen naar Tokio. Voor deze disciplines kunnen een aantal combinaties nog wel tot eind juni 2021 aan de minimaal gestelde FEI- eisen gaan voldoen.

Bron: KNHS

Vorige Corona-blog met Jitske Prosman: "Ik ben extra vroeg opgestaan zodat het werk op stal zeker gedaan was" Volgende FEI benadrukt het belang van social distancing, mondmaskers en algemene hygiëne