Konickx bewaart goede herinneringen aan zijn eerste NK: “In Mierlo ben ik ooit binnen gekomen als vrijwilliger, toen was er nog helemaal een vrijwilligerscultuur. Het is leuk dat die er nu ook nog steeds is, dat zinde mij wel. Die vrijwilligers weten dat het serieuze sport is, weten wat werken is maar weten ook wat lol is, dat maakte het voor mij fijn. Ik denk dat ik één keer junioren, young riders en senioren gebouwd heb, dat ging toen makkelijk. Dit NK was met al die verschillende kampioenschappen wel heel wat anders. Dit was hard werken. Het was ook teveel om voor te bereiden. Ik heb met Quintin (Maertens, red.) wel vooraf een paar studies gedaan, maar toen we hier waren ging het toch net iets anders. Het was ook niet allemaal perfect, maar ik kan alleen maar tevreden zijn, er is ook niets gebeurd.”

Onbekende ruiters
Waar Louis Konickx op grote internationale wedstrijden de deelnemers en hun niveau inmiddels goed kent, was dat nu zeker in de jeugdrubrieken niet het geval. “Vroeger kende ik de jeugd ook beter dan nu, ik ben nu teveel weg. Het niveau was best hoog, de meesten rijden technisch goed.”


Konickx kreeg van ruiters en bondscoaches veel lof voor zijn selectieve en technische parcoursen, de parcoursbouwer was op zijn beurt positief over de bodem van de springpiste in Deurne: “In Mierlo moesten we op zondag altijd de bodem in gedachte houden. In Deurne kon ik hoger bouwen.”


Na de eerste manche zei Louis Konickx zelfs ‘ze gaan er heel makkelijk overheen, we gaan een gaatje omhoog’. “Ik ben blij met het resultaat van deze wedstrijd, alhoewel ik moet bekennen dat ik geen wedstrijdman ben. Dat klinkt misschien gek, maar ik wil de paarden mooi zien springen. Daar heb ik volledig van genoten vandaag en zeker in de tweede ronde.”

bron: KNHS.nl