In het vorige deel werden de oorzaken van letsels besproken. In dit deel kan je meer lezen over oefeningen die helpen om je paard soepel te houden. Omdat er zoveel oefeningen zijn die hieraan bijdragen, heb ik een leidraad waar zowel jonge, onervaren als oudere, ervaren paarden baat bij hebben. Rijd niet elke dag dezelfde oefeningen, maar zorg wel dat de warming-up en cooling-down steeds voldoende zijn.
Het is belangrijk bij aanvang van de training om de spieren van paard en ruiter goed op te warmen. Dit doe je door eerst 10 minuten los te stappen. Tijdens dit losstappen is het belangrijk om al direct de spieren te stretchen door het paard voorwaarts-neerwaarts te stappen. Je kan tijdens het voorwaarts-neerwaarts stappen al meteen variatie brengen met tempowisselingen en binnenstelling afwisselen met buitenstelling. Zorg dat het paard hier al direct aan de hulpen is. Deze eerste 10 minuten zijn cruciaal voor het verdere verloop van de training.
Zodra het paard is losgestapt kan je verder werken aan overgangen stap-draf-halt, stap-draf-galop, draf-galop-draf, stap-galop, galop-stap, en voor de gevorderden galop-halt. Bouw steeds op zonder het paard te forceren en wees correct.
Het is aangeraden eerst wat draven om de spieren nog meer te laten doorbloeden vooraleer je galoppeert, hoewel het paard gerust na 15 minuten al kan galopperen in een rustig tempo omdat de spieren opgewarmd zijn. Tijdens het stappen geef je het paard volledig de teugels omdat de spieren dan ook kunnen ontspannen. 1 minuut stap is vaak voldoende bij een paard in goede conditie. De spieren verzuren vaak door te lang trainen zonder deze kleine rustperiode in te bouwen
Nu het paard helemaal opgewarmd is, kan je allerhande oefeningen rijden naargelang het niveau van combinatie ruiter-paard. Enkele oefeningen voor het bevorderen van de spiergroei en souplesse:
Schoudervoor
Schouderbinnenwaarts
Schouderbuitenwaarts
Wijken
Travers
Renvers
Keertwending in stap
Slangenvoltes 3-5 of zoveel mogelijk bogen
Cavalett
Overgang tussen travers en renvers rijden werkt overigens zeer goed om de achterhand van je paard te mobiliseren. Schouderbinnen-buitenwaarts helpen uitstekend om de voorhand te controleren en mobiliseren. Zorg bij het wijken voor een samenhang van voor-en achterhand. Voer deze oefeningen enkel uit als het paard of ruiter deze beheerst en zorg voor voldoende rust tussendoor.
Voor de nog meer onervaren combinatie is rijden van slangenvoltes, schoudervoor, binnenstelling-buitenstelling voldoende om de souplesse van het paard te bevorderen. Wees creatief en combineer deze. Rijd tijdens een slangenvolte telkens een kleine volte 10 meter aan elke boog met binnenstelling. Op rechte lijnen zorg je dat je paard recht blijft. Als dit goed gaat kan je tempowisselingen brengen in de slangenvolte door in de wending meer voorwaarts te rijden en op de rechte zijde je paard te verzamelen, om vervolgens terug lengte te creëren tijdens de volgende wending. Gaat ook dit vlekkeloos, dan kan je op rechte stukken een paar passen wijken. Zorg ervoor dat je paard terug recht is vooraleer je de wending rijdt en varieer met wijken voor linker- en rechterbeen.
De opties binnen deze oefeningen zijn bijna eindeloos. Alle voorgaande oefeningen dragen niet enkel bij aan de souplesse, maar ook bij het ontwikkelen van spierkracht en coördinatie! Wees zelf bewust van je houding, en laat je paard zich bewust worden van de beweging die hij/zij maakt.
Bij de cooling-down telkens 3-4 minuten voorwaarts-neerwaarts draven (en galopperen wanneer mogelijk) zonder het paard te laten slenteren. Stap het paard 8-10 minuten uit met LANGE teugel. Cavaletti zorgen voor een betere coördinatie en de ontwikkeling van de buikspieren.
Het is belangrijk bij aanvang van de training om de spieren van paard en ruiter goed op te warmen. Dit doe je door eerst 10 minuten los te stappen. Tijdens dit losstappen is het belangrijk om al direct de spieren te stretchen door het paard voorwaarts-neerwaarts te stappen. Je kan tijdens het voorwaarts-neerwaarts stappen al meteen variatie brengen met tempowisselingen en binnenstelling afwisselen met buitenstelling. Zorg dat het paard hier al direct aan de hulpen is. Deze eerste 10 minuten zijn cruciaal voor het verdere verloop van de training.
Zodra het paard is losgestapt kan je verder werken aan overgangen stap-draf-halt, stap-draf-galop, draf-galop-draf, stap-galop, galop-stap, en voor de gevorderden galop-halt. Bouw steeds op zonder het paard te forceren en wees correct.
Het is aangeraden eerst wat draven om de spieren nog meer te laten doorbloeden vooraleer je galoppeert, hoewel het paard gerust na 15 minuten al kan galopperen in een rustig tempo omdat de spieren opgewarmd zijn. Tijdens het stappen geef je het paard volledig de teugels omdat de spieren dan ook kunnen ontspannen. 1 minuut stap is vaak voldoende bij een paard in goede conditie. De spieren verzuren vaak door te lang trainen zonder deze kleine rustperiode in te bouwen
Nu het paard helemaal opgewarmd is, kan je allerhande oefeningen rijden naargelang het niveau van combinatie ruiter-paard. Enkele oefeningen voor het bevorderen van de spiergroei en souplesse:
Schoudervoor
Schouderbinnenwaarts
Schouderbuitenwaarts
Wijken
Travers
Renvers
Keertwending in stap
Slangenvoltes 3-5 of zoveel mogelijk bogen
Cavalett
Overgang tussen travers en renvers rijden werkt overigens zeer goed om de achterhand van je paard te mobiliseren. Schouderbinnen-buitenwaarts helpen uitstekend om de voorhand te controleren en mobiliseren. Zorg bij het wijken voor een samenhang van voor-en achterhand. Voer deze oefeningen enkel uit als het paard of ruiter deze beheerst en zorg voor voldoende rust tussendoor.
Voor de nog meer onervaren combinatie is rijden van slangenvoltes, schoudervoor, binnenstelling-buitenstelling voldoende om de souplesse van het paard te bevorderen. Wees creatief en combineer deze. Rijd tijdens een slangenvolte telkens een kleine volte 10 meter aan elke boog met binnenstelling. Op rechte lijnen zorg je dat je paard recht blijft. Als dit goed gaat kan je tempowisselingen brengen in de slangenvolte door in de wending meer voorwaarts te rijden en op de rechte zijde je paard te verzamelen, om vervolgens terug lengte te creëren tijdens de volgende wending. Gaat ook dit vlekkeloos, dan kan je op rechte stukken een paar passen wijken. Zorg ervoor dat je paard terug recht is vooraleer je de wending rijdt en varieer met wijken voor linker- en rechterbeen.
De opties binnen deze oefeningen zijn bijna eindeloos. Alle voorgaande oefeningen dragen niet enkel bij aan de souplesse, maar ook bij het ontwikkelen van spierkracht en coördinatie! Wees zelf bewust van je houding, en laat je paard zich bewust worden van de beweging die hij/zij maakt.
Bij de cooling-down telkens 3-4 minuten voorwaarts-neerwaarts draven (en galopperen wanneer mogelijk) zonder het paard te laten slenteren. Stap het paard 8-10 minuten uit met LANGE teugel. Cavaletti zorgen voor een betere coördinatie en de ontwikkeling van de buikspieren.