Deze springruiter heeft met drie overwinningen in de Longines Grand Prix een unieke prestatie geleverd tijdens het CHIO Rotterdam. Geboren Fries, inmiddels Duits staatsburger geworden, was zoals zo veel ruiters groot fan van het aan het CHIO Rotterdam terrein grenzende pannenkoekenhuis De Big. We spreken dit keer met Franke Sloothaak!
Al vroeg was het alles voor de sport voor Franke Sloothaak: “Voordat ik mocht rijden in Rotterdam, was ik er al een keer als toeschouwer geweest. Dat was in 1975, met een vriend van mij, Frank Bouman, 17 jaar was ik toen. We gingen met de trein, op vrijdag, om de landenwedstrijd te kunnen zien. Ik weet ook nog dat we helemaal boven op de tribune zaten en dat Duitsland won. Ook herinner ik me nog dat er mensen naast ons zaten die tijdens het volkslied niet wilden gaan staan, omdat ze de oorlog mee hadden gemaakt. Ik denk dat ik 22 jaar was toen ik voor het eerst in Rotterdam mocht rijden en had toen Rex the Robber en Argonaut mee. De laatste kwam het jaar ervoor nog met Johan Heins aan de start en Rex werd voordat ik de teugels overnam door mijn toenmalige werkgever Alwin Schockemöhle zelf gereden.
Ik reed altijd graag in Rotterdam. Niet alleen, omdat ik er veel gewonnen heb, maar ook omdat ik het er zo gezellig vond. Ik vond het er fantastisch ! Als ik aan Rotterdam denk, denk ik aan het pannenkoekenhuis De Big en het Stroodorp. Ik ging er o.a. zo graag heen omdat ik ieder jaar dezelfde mensen tegen kwam, dat gaf zo’n vertrouwd gevoel. Ik zag er ook altijd veel vrienden, het was eigenlijk half thuis voor mij. Ook de prijzen vond ik altijd mooi in Rotterdam. Een beker is leuk, maar als je veel wint, staan ze op een rijtje en daar kan je verder weinig mee. In Rotterdam kreeg je altijd iets speciaals, prijzen met smaak, zo heb ik bijvoorbeeld eens een hele mooie zilveren bestek-set gewonnen. Nog even over die zelfde mensen ieder jaar, ik heb daar bewondering voor, dat mensen ieder jaar vrije dagen opnemen om te helpen op een concours. Een minder positieve herinnering aan Rotterdam is dat mijn auto eens gestolen is bij het hotel waar ik sliep. Hij is nooit meer terug gevonden. Aan dat zelfde hotel heb ik echter ook een hele leuke herinnering. Jaren achtereen stond dezelfde barkeeper achter de bar en die wist ieder jaar nog welk drankje wij ruiters dronken. Het is echt heel leuk als je binnen komt en zonder te vragen je favoriete drankje wordt neergezet. 1986 Was een minder jaar voor me in Rotterdam. Ik had een stop in de landenwedstrijd en wilde daarna in de inspringpiste nog even verder springen en mijn paard goed op stal zetten. Echter dat ging mis, ik scheurde mijn buitenband, twee kruisbanden en mijn meniscus. Een half jaar ben ik er daarna uit geweest.”
Franke heeft veel goede paarden gehad, heel veel, met maar liefst 30 paarden heeft hij Grote Prijzen gereden. Is er één hele speciale bij ? In tegenstelling tot eigenlijk alle andere toppers die we spraken, heeft hij dat niet: “Ik heb het geluk gehad veel goede en speciale paarden te mogen rijden, allemaal hadden ze iets bijzonders voor me. Rex the Robber was in het begin van mijn carrière speciaal voor me. Weihaiwei heeft niet alleen heel veel gewonnen, maar had met haar blauwe ogen en veel wit ook een bijzonder uiterlijk. Walzerkönig, Joly Coeur, Conrade, allemaal hadden ze iets bijzonders. Ik vind het niet eerlijk tegenover de andere paarden om één paard te noemen, ze hebben het allemaal voor me gedaan. Een ruiter zonder paard is gewoon een mens dat kan lopen ……. Ik heb zelf ook nooit paarden uitgezocht, ze werden me toegewezen. Tegenwoordig zijn er veel meer goede paarden dan in mijn tijd, de fokkerij heeft ons daarbij heel goed geholpen. Paarden als Dominator Z van Christian Ahlmann en de paarden van Daniel Deusser zijn natuurlijk geweldig. Ik kijk trouwens als ik les geef niet naar hoe goed een paard is, maar wie ik graag zou helpen, waar ik mogelijkheden zie als combinatie”.
Gezelligheid rond inspringterrein
Het is al enige tijd gereden dat Franke in Rotterdam aan de start kwam. Heeft hij eigenlijk alleen op gras gereden of heeft hij ook de all weather bodem nog meegemaakt ? “Het laatste jaar dat ik in Rotterdam reed, was op zand, ik reed toen o.a. Joly Coeur. Er waren vroeger niet zoveel bouwers, maar ik heb er toch verschillende meegemaakt, Sieto Mellema uit Groningen, Theo van Vugt, Henk Jan Drabbe, Olaf Petersen. Ze bouwden allemaal anders, wilden met hun tijd mee. Er waren ook altijd typisch Rotterdamse hindernissen en ook de bomen in de piste waren kenmerkend voor jullie concours. De inspringpiste was in mijn tijd vaak nat, zo nat dat we zelfs op de bospaden hebben ingesprongen. Zelfs het inspringen in Rotterdam was gezellig, tegenover de al eerder genoemde Big, altijd met veel publiek. Gezelligheid is echt kenmerkend voor het CHIO, met al die vrijwilligers, al die passie, ik heb daar van genoten”.
Franke rijdt al enige tijd geen concoursen meer, hoe vult hij zijn dagen en komt hij nog in Rotterdam? “Ik rij nog veel en geef veel les, daar vul ik voornamelijk mijn dagen mee. Les geven doe ik heel graag, al vanaf mijn 15e. Als ik mogelijkheden in een ruiter of combinatie zie, vind ik het heel mooi om ze te begeleiden en liefst naar het hoogste niveau te brengen. Vroeger kaartte ik graag, nu mag ik graag golven. Ik voetbal zelf niet, maar kijk het wel en heb geen voorkeur voor Nederland of Duitsland, ik ben een Fries en meer dan dat kan een mens niet worden ! Voor COVID-19 ging ik regelmatig naar China om te rijden, maar dat doe ik nu niet meer. Doordeweeks rij ik en geef ik les en in het weekend ga ik niet meer op pad. Ik heb teveel mensen die ik wil helpen en via Clip My Horse en andere livestreams kan ik iedereen zien en telefonisch mijn reactie en instructie geven na een start”.
Ondanks dat Franke tijdens zijn carrière bijna wekelijks in de prijzen reed, horen we nu weinig meer van hem. Zijn er dingen die onze volgers nog niet weten, maar die Franke wel leuk vindt om te vertellen ? Het eerste gedeelte van zijn antwoord verbaast ons niets. De Duitse Nederlander is duidelijk gek op zijn paarden, maar ook op zijn honden blijkt: “Ik heb twee fantastische honden waar ik heel gek mee ben. In mijn concourstijd had ik ook een bijzondere hond: Lehea. Ze ging altijd mee op concours en was heel intelligent. Als ik ging rijden, bleef ze bij stal geduldig wachten, zij was voor mij een hele fijne begeleiding die er altijd was als ik van huis was. Ook vind ik het mooi om te vertellen dat ik nog steeds leer. Door mensen te trainen en begeleiden, ontdek ik nog steeds nieuwe dingen om mijn leerlingen te instrueren. In Nederland kom ik nog regelmatig bij Johan Heins, degene die mij naar Duitsland heeft gebracht toen ik 16-17 jaar was. In 1976 ben ik naar Duitsland gegaan en nooit meer teruggekomen”.
Al vroeg was het alles voor de sport voor Franke Sloothaak: “Voordat ik mocht rijden in Rotterdam, was ik er al een keer als toeschouwer geweest. Dat was in 1975, met een vriend van mij, Frank Bouman, 17 jaar was ik toen. We gingen met de trein, op vrijdag, om de landenwedstrijd te kunnen zien. Ik weet ook nog dat we helemaal boven op de tribune zaten en dat Duitsland won. Ook herinner ik me nog dat er mensen naast ons zaten die tijdens het volkslied niet wilden gaan staan, omdat ze de oorlog mee hadden gemaakt. Ik denk dat ik 22 jaar was toen ik voor het eerst in Rotterdam mocht rijden en had toen Rex the Robber en Argonaut mee. De laatste kwam het jaar ervoor nog met Johan Heins aan de start en Rex werd voordat ik de teugels overnam door mijn toenmalige werkgever Alwin Schockemöhle zelf gereden.
Ik reed altijd graag in Rotterdam. Niet alleen, omdat ik er veel gewonnen heb, maar ook omdat ik het er zo gezellig vond. Ik vond het er fantastisch ! Als ik aan Rotterdam denk, denk ik aan het pannenkoekenhuis De Big en het Stroodorp. Ik ging er o.a. zo graag heen omdat ik ieder jaar dezelfde mensen tegen kwam, dat gaf zo’n vertrouwd gevoel. Ik zag er ook altijd veel vrienden, het was eigenlijk half thuis voor mij. Ook de prijzen vond ik altijd mooi in Rotterdam. Een beker is leuk, maar als je veel wint, staan ze op een rijtje en daar kan je verder weinig mee. In Rotterdam kreeg je altijd iets speciaals, prijzen met smaak, zo heb ik bijvoorbeeld eens een hele mooie zilveren bestek-set gewonnen. Nog even over die zelfde mensen ieder jaar, ik heb daar bewondering voor, dat mensen ieder jaar vrije dagen opnemen om te helpen op een concours. Een minder positieve herinnering aan Rotterdam is dat mijn auto eens gestolen is bij het hotel waar ik sliep. Hij is nooit meer terug gevonden. Aan dat zelfde hotel heb ik echter ook een hele leuke herinnering. Jaren achtereen stond dezelfde barkeeper achter de bar en die wist ieder jaar nog welk drankje wij ruiters dronken. Het is echt heel leuk als je binnen komt en zonder te vragen je favoriete drankje wordt neergezet. 1986 Was een minder jaar voor me in Rotterdam. Ik had een stop in de landenwedstrijd en wilde daarna in de inspringpiste nog even verder springen en mijn paard goed op stal zetten. Echter dat ging mis, ik scheurde mijn buitenband, twee kruisbanden en mijn meniscus. Een half jaar ben ik er daarna uit geweest.”
Franke heeft veel goede paarden gehad, heel veel, met maar liefst 30 paarden heeft hij Grote Prijzen gereden. Is er één hele speciale bij ? In tegenstelling tot eigenlijk alle andere toppers die we spraken, heeft hij dat niet: “Ik heb het geluk gehad veel goede en speciale paarden te mogen rijden, allemaal hadden ze iets bijzonders voor me. Rex the Robber was in het begin van mijn carrière speciaal voor me. Weihaiwei heeft niet alleen heel veel gewonnen, maar had met haar blauwe ogen en veel wit ook een bijzonder uiterlijk. Walzerkönig, Joly Coeur, Conrade, allemaal hadden ze iets bijzonders. Ik vind het niet eerlijk tegenover de andere paarden om één paard te noemen, ze hebben het allemaal voor me gedaan. Een ruiter zonder paard is gewoon een mens dat kan lopen ……. Ik heb zelf ook nooit paarden uitgezocht, ze werden me toegewezen. Tegenwoordig zijn er veel meer goede paarden dan in mijn tijd, de fokkerij heeft ons daarbij heel goed geholpen. Paarden als Dominator Z van Christian Ahlmann en de paarden van Daniel Deusser zijn natuurlijk geweldig. Ik kijk trouwens als ik les geef niet naar hoe goed een paard is, maar wie ik graag zou helpen, waar ik mogelijkheden zie als combinatie”.
Gezelligheid rond inspringterrein
Het is al enige tijd gereden dat Franke in Rotterdam aan de start kwam. Heeft hij eigenlijk alleen op gras gereden of heeft hij ook de all weather bodem nog meegemaakt ? “Het laatste jaar dat ik in Rotterdam reed, was op zand, ik reed toen o.a. Joly Coeur. Er waren vroeger niet zoveel bouwers, maar ik heb er toch verschillende meegemaakt, Sieto Mellema uit Groningen, Theo van Vugt, Henk Jan Drabbe, Olaf Petersen. Ze bouwden allemaal anders, wilden met hun tijd mee. Er waren ook altijd typisch Rotterdamse hindernissen en ook de bomen in de piste waren kenmerkend voor jullie concours. De inspringpiste was in mijn tijd vaak nat, zo nat dat we zelfs op de bospaden hebben ingesprongen. Zelfs het inspringen in Rotterdam was gezellig, tegenover de al eerder genoemde Big, altijd met veel publiek. Gezelligheid is echt kenmerkend voor het CHIO, met al die vrijwilligers, al die passie, ik heb daar van genoten”.
Franke rijdt al enige tijd geen concoursen meer, hoe vult hij zijn dagen en komt hij nog in Rotterdam? “Ik rij nog veel en geef veel les, daar vul ik voornamelijk mijn dagen mee. Les geven doe ik heel graag, al vanaf mijn 15e. Als ik mogelijkheden in een ruiter of combinatie zie, vind ik het heel mooi om ze te begeleiden en liefst naar het hoogste niveau te brengen. Vroeger kaartte ik graag, nu mag ik graag golven. Ik voetbal zelf niet, maar kijk het wel en heb geen voorkeur voor Nederland of Duitsland, ik ben een Fries en meer dan dat kan een mens niet worden ! Voor COVID-19 ging ik regelmatig naar China om te rijden, maar dat doe ik nu niet meer. Doordeweeks rij ik en geef ik les en in het weekend ga ik niet meer op pad. Ik heb teveel mensen die ik wil helpen en via Clip My Horse en andere livestreams kan ik iedereen zien en telefonisch mijn reactie en instructie geven na een start”.
Ondanks dat Franke tijdens zijn carrière bijna wekelijks in de prijzen reed, horen we nu weinig meer van hem. Zijn er dingen die onze volgers nog niet weten, maar die Franke wel leuk vindt om te vertellen ? Het eerste gedeelte van zijn antwoord verbaast ons niets. De Duitse Nederlander is duidelijk gek op zijn paarden, maar ook op zijn honden blijkt: “Ik heb twee fantastische honden waar ik heel gek mee ben. In mijn concourstijd had ik ook een bijzondere hond: Lehea. Ze ging altijd mee op concours en was heel intelligent. Als ik ging rijden, bleef ze bij stal geduldig wachten, zij was voor mij een hele fijne begeleiding die er altijd was als ik van huis was. Ook vind ik het mooi om te vertellen dat ik nog steeds leer. Door mensen te trainen en begeleiden, ontdek ik nog steeds nieuwe dingen om mijn leerlingen te instrueren. In Nederland kom ik nog regelmatig bij Johan Heins, degene die mij naar Duitsland heeft gebracht toen ik 16-17 jaar was. In 1976 ben ik naar Duitsland gegaan en nooit meer teruggekomen”.