Ze is de enige vrouwelijke tweevoudig Nederlands kampioene springen, is nu 47 jaar en voelt zich oud. Ze woont haar hele leven al in Wanneperveen, maar heeft een huis in Spanje gekocht. Ze vindt landenwedstrijden rijden het mooiste wat er is en zou de springwereld graag nog eens verbazen. Als we O’Brien zeggen weet je natuurlijk dat dit gaat over Angelique Hoorn!
Angelique: “Ik ben 47 jaar, ja en ik voel me oud. Vroeger waren we de jongsten en nu zien we alleen maar jongeren om ons heen. Ik rij momenteel op iets lager niveau dan ik heb gedaan, omdat ik hèt paard niet heb. Alles heb ik gereden, Olympische Spelen, EK’s, WK’s, ik heb veel gereisd en veel gewonnen en de tijd van mijn leven gehad. Ik ben echt een team mens. Ik won liever met het team dan een Grote Prijs. Met het team win je met elkaar en daar beleef je veel meer plezier aan. Helaas hebben niet alle ruiters dit, de sport wordt steeds individueler, het draait meer en meer om geld. Ik rij nog ca. 7 paarden per dag, veel jong spul, maar ook een paar zevenjarigen waarmee je me met een beetje geluk over twee jaar weer op de grotere concoursen ziet. Ik ben nog steeds veel op concours en het is de kunst om rustig te blijven. Maar ik hoop straks wel weer los te kunnen.
Stelletje boeren
Heel lang geleden kwam ik voor de eerste keer op het CHIO Rotterdam. Altijd als ruiter, want als publiek ben ik er nooit geweest. Mijn eerste keer was met Hascal in 1998, Hascal was toen 9 jaar. Ik weet nog goed dat ik daar rond liep en overal tegenop keek. Vooral de statige manege vond ik heel indrukwekkend. We hadden daar een diner en ik zat daar samen met Albert Zoer in mijn rijkleding tussen allemaal sponsoren. We voelden ons echt een stelletje boeren. Verder herinner ik me eigenlijk weinig van dat eerste jaar
Snelle O’Brien
Mijn mooiste herinnering aan Rotterdam is een van de keren dat ik in het team zat. Ik reed dubbel nul met O’Brien, Louis Konickx bouwde. Ik ging als eerste van het team van start als derde ruiter van de startlijst. O’Brien was heel snel en daarom ging ik altijd als eerste van start, hij had toch nooit een tijdfout voor het geval de tijd nog aangepast zou worden. Ik reed 5 seconden binnen de tijd en Louis constateerde dat die goed stond. Echter bijna alle ruiters na mij reden vervolgens tijdfouten. Ik reed eigenlijk altijd als eerste van het team. Zoals gezegd O’Brien was snel, maar ik vond het ook fijn, ik reed altijd mijn eigen rondje en je went aan die eerste startplek.
bron: CHIO ROTTERDAM
Angelique: “Ik ben 47 jaar, ja en ik voel me oud. Vroeger waren we de jongsten en nu zien we alleen maar jongeren om ons heen. Ik rij momenteel op iets lager niveau dan ik heb gedaan, omdat ik hèt paard niet heb. Alles heb ik gereden, Olympische Spelen, EK’s, WK’s, ik heb veel gereisd en veel gewonnen en de tijd van mijn leven gehad. Ik ben echt een team mens. Ik won liever met het team dan een Grote Prijs. Met het team win je met elkaar en daar beleef je veel meer plezier aan. Helaas hebben niet alle ruiters dit, de sport wordt steeds individueler, het draait meer en meer om geld. Ik rij nog ca. 7 paarden per dag, veel jong spul, maar ook een paar zevenjarigen waarmee je me met een beetje geluk over twee jaar weer op de grotere concoursen ziet. Ik ben nog steeds veel op concours en het is de kunst om rustig te blijven. Maar ik hoop straks wel weer los te kunnen.
Stelletje boeren
Heel lang geleden kwam ik voor de eerste keer op het CHIO Rotterdam. Altijd als ruiter, want als publiek ben ik er nooit geweest. Mijn eerste keer was met Hascal in 1998, Hascal was toen 9 jaar. Ik weet nog goed dat ik daar rond liep en overal tegenop keek. Vooral de statige manege vond ik heel indrukwekkend. We hadden daar een diner en ik zat daar samen met Albert Zoer in mijn rijkleding tussen allemaal sponsoren. We voelden ons echt een stelletje boeren. Verder herinner ik me eigenlijk weinig van dat eerste jaar
Snelle O’Brien
Mijn mooiste herinnering aan Rotterdam is een van de keren dat ik in het team zat. Ik reed dubbel nul met O’Brien, Louis Konickx bouwde. Ik ging als eerste van het team van start als derde ruiter van de startlijst. O’Brien was heel snel en daarom ging ik altijd als eerste van start, hij had toch nooit een tijdfout voor het geval de tijd nog aangepast zou worden. Ik reed 5 seconden binnen de tijd en Louis constateerde dat die goed stond. Echter bijna alle ruiters na mij reden vervolgens tijdfouten. Ik reed eigenlijk altijd als eerste van het team. Zoals gezegd O’Brien was snel, maar ik vond het ook fijn, ik reed altijd mijn eigen rondje en je went aan die eerste startplek.
bron: CHIO ROTTERDAM