Skip to content

Copyright

Nederlandse rechter verklaart zich bevoegd in internationaal geschil

De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 29 maart 2017 een tussenvonnis gewezen in een gerechtelijke procedure tussen een Nederlandse hippische ondernemer en haar Italiaanse wederpartijen over haar bevoegdheid om van het geschil kennis te nemen. Het geschil betreft de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. De hippische ondernemer heeft in het kader van een onroerend goed-project een Italiaans architectenbureau en een Italiaanse interieurbouwer gecontracteerd, welke partijen in de visie van de hippische ondernemer hun verplichtingen uit hoofde van de met hen gesloten overeenkomsten niet correct zijn nagekomen waardoor de hippische ondernemer zeer aanzienlijke schade heeft geleden. Naast haar directe contractspartijen heeft de hippische ondernemer ook de (voormalig) bestuurders van de interieurbouwer aangesproken en een door de Italiaanse interieurbouwer ingeschakelde onderaannemer. Het architectenbureau, één van de bestuurders van de interieurbouwer en de onderaannemer hebben vervolgens het standpunt ingenomen dat de Nederlandse rechter niet bevoegd zou zijn om van het geschil kennis te nemen maar de Italiaanse rechter. De hippische ondernemer heeft deze standpunten betwist. De rechtbank heeft bij eerdergenoemd tussenvonnis volledig in lijn met de door de hippische ondernemer aangevoerde argumenten geoordeeld dat zij op basis van de in de EU geldende EEX-verordening bevoegd is om van de geschillen met de bestuurder van de interieurbouwer en de onderaannemer kennis te nemen. Tegen hen wordt de gerechtelijke procedure in Nederland voortgezet. De rechtbank verklaarde zich wel onbevoegd om van het geschil met het architectenbureau kennis te nemen. Redengevend hiervoor was dat naar het oordeel van de rechtbank tussen de hippische ondernemer en het architectenbureau toch een rechtsgeldig forumkeuzebeding was overeengekomen als gevolg waarvan de Italiaanse rechter exclusief bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De gerechtelijke procedure wordt in Italië voortgezet. De volledige uitspraak en met name de interessante argumentatie van de rechtbank is hier (LINK) te raadplegen. De hippische ondernemer werd bijgestaan door Mr. L.M. Schelstraete en Mr. P.M. Wawrzyniak en Mr. V. Zitman.

De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 29 maart 2017 een tussenvonnis gewezen in een gerechtelijke procedure tussen een Nederlandse hippische ondernemer en haar Italiaanse wederpartijen over haar bevoegdheid om van het geschil kennis te nemen. Het geschil betreft de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. De hippische ondernemer heeft in het kader van een onroerend goed-project een Italiaans architectenbureau en een Italiaanse interieurbouwer gecontracteerd, welke partijen in de visie van de hippische ondernemer hun verplichtingen uit hoofde van de met hen gesloten overeenkomsten niet correct zijn nagekomen waardoor de hippische ondernemer zeer aanzienlijke schade heeft geleden. Naast haar directe contractspartijen heeft de hippische ondernemer ook de (voormalig) bestuurders van de interieurbouwer aangesproken en een door de Italiaanse interieurbouwer ingeschakelde onderaannemer. Het architectenbureau, één van de bestuurders van de interieurbouwer en de onderaannemer hebben vervolgens het standpunt ingenomen dat de Nederlandse rechter niet bevoegd zou zijn om van het geschil kennis te nemen maar de Italiaanse rechter. De hippische ondernemer heeft deze standpunten betwist. De rechtbank heeft bij eerdergenoemd tussenvonnis volledig in lijn met de door de hippische ondernemer aangevoerde argumenten geoordeeld dat zij op basis van de in de EU geldende EEX-verordening bevoegd is om van de geschillen met de bestuurder van de interieurbouwer en de onderaannemer kennis te nemen. Tegen hen wordt de gerechtelijke procedure in Nederland voortgezet. De rechtbank verklaarde zich wel onbevoegd om van het geschil met het architectenbureau kennis te nemen. Redengevend hiervoor was dat naar het oordeel van de rechtbank tussen de hippische ondernemer en het architectenbureau toch een rechtsgeldig forumkeuzebeding was overeengekomen als gevolg waarvan de Italiaanse rechter exclusief bevoegd is om van het geschil kennis te nemen. De gerechtelijke procedure wordt in Italië voortgezet. De volledige uitspraak en met name de interessante argumentatie van de rechtbank is hier (LINK) te raadplegen. De hippische ondernemer werd bijgestaan door Mr. L.M. Schelstraete en Mr. P.M. Wawrzyniak en Mr. V. Zitman.

Vorige Afstammelingenkeuring tuigpaardhengsten dit jaar op twee dagen Volgende KNHS Eventingkampioenschap Paarden in de herkansing op SGW Vlietland