Skip to content

Copyright

Marcel van Hooff: snelle handel met een hoge gunfactor

Rap van de tongriem is hij. En met zijn eigenzinnige manier van werken heeft hij een respectabel bedrijf opgebouwd in aanhangers en paardentrailers, waarvan er driehonderd op voorraad staan, gedeeltelijk in de showroom van 1500 m2. Uit heel Nederland komen klanten naar het Brabantse Drunen om bij Marcel van Hooff een trailer of een klein vrachtwagentje te kopen. Persoonlijk. “Want,” zo zegt hij, “ik ben een eigenwijs ventje, het is niet zo gemakkelijk met mij te werken.” De 45-jarige Marcel van Hooff is een handelaar van het snelle soort. Maar wel een met een hoge gunfactor. Een harde werker ook die nu ruim vijfentwintig jaar in trailers handelt. Vooral alleen: “Ik werk van ’s ochtends 7 tot ’s avonds 11 uur. Je weet toch dat een baas altijd twee keer zoveel doet als een personeelslid? In onze handel zie ik heel veel mensen die een klein bedrijfje hebben, die willen graag handel doen met de eigenaar zelf. Ik moet eigenlijk wel een of twee mensen erbij hebben maar ik kan ze moeilijk vinden. Ik werk nu een half jaar helemaal alleen. Dat bevalt goed, ik kan goed alleen werken. Het is alleen de vraag hoe lang je dat volhoudt. Ik weet donders goed dat het eigenlijk niet goed is wat ik doe. Het past wel bij mijn manier van handelen: snel afwerken.” Marcel kwam in de trailerhandel ‘door onze pa eigenlijk’.  Die zat in de autohandel, kwam thuis te zitten met een hernia en kreeg van kennissen de vraag: nou heb je toch tijd zat, zoek voor mij maar eens een aanhangertje: “Zo begon dat toen. Ik kwam in 1992 van school en ben er nooit meer weggegaan. Toen moest je nog je middenstandsdiploma halen. In 2003 heb ik de helft overgenomen, in 2008 het andere deel. Mijn broer gunde mij de trailerhandel en startte hier vlakbij zijn carrosseriebedrijf. Maar de eerste jaren dat ik het alleen deed, bleven klanten naar onze pa vragen: moest ik hem roepen, of ik het wel goed deed. Pa speelde dat spelletje handig mee: ik had het natuurlijk altijd veel te goedkoop gedaan.” In 2008 begon de crisis en daalde het aantal nieuw verkochte aanhangers in heel Nederland van 22.000 naar 15.000 per jaar: “Nu is het weer gestegen naar zo’n 18.000, met 2500 paardentrailers. Van 2008 tot 2015 heb ik wel veel omgezet maar heel weinig verdiend, terwijl ik mezelf een minimaal salaris toeken. In die tijd zakten de aanhangers naar beneden terwijl de fabrieken pushten om veel te verkopen. Maar ja, de kosten bleven gelijk. In 2013 heb ik geprobeerd om wat meer winst te pakken door af en toe eens een keer nee te zeggen maar dat heeft me flink wat gekost.” In de loop der jaren heeft Marcel de paardenwereld en daarmee zijn handel zien veranderen: “Ik verkoop aanhangwagens, paardentrailers en gebruikte en nieuwe tweepaards wagens. Vroeger had ik een klant voor een trailertje, dan een iets mooiere trailer, en als het dan ging om de volgende stap, gingen ze naar een vrachtwagenhandelaar. Daarom ben ik een jaar of zeven geleden die auto’s, vooral Krismars,  erbij gaan doen, ook als een soort hobby, geef ik toe. Wat betreft de techniek is er in die tijd in feite niet veel veranderd. Het is natuurlijk wel moderner geworden: de lagers zijn onderhoudsvrij, het asbest is uit de remvoeringen, snelkoppeling op de remkabels, allemaal een stuk milieu- en onderhoudsvriendelijker. Vooral het design is natuurlijk veranderd. Vroeger was een paardentrailer een houten ding met een polyester kapje, tegenwoordig heb je een fraaie designkap. Vroeger had je vooral houten bodems, nu is 90% aluminium of kunststof.” En dan verder de toekomst in: “De trailers van nu zijn zo goed, daar kunnen mensen gemakkelijk twintig jaar mee rijden. Dat wordt een probleem voor de toekomst. Vroeger moest er na tien jaar groot onderhoud plaatsvinden, eigenlijk was ie dan gewoon versleten. Nu ruilen ze ‘m na tien jaar in omdat ie afgeschreven is of omdat ze gewoon iets nieuws willen, net als bij hun auto. Ik verwacht dat de meerderheid van de mensen toch een trailer zal blijven rijden. Zo’n autootje moet je eigenlijk zakelijk kunnen rijden om de BPM te kunnen afschrijven. Occasions is wel goede handel: na vijf jaar is de BPM eraf en dan is de auto interessant voor de particulieren, die daarmee eigenlijk de occasion-prijzen kunstmatig hoog houden. En wat je veel ziet is dat zo’n truckje gekocht wordt als de paardrijdende kinderen volwassen worden. Gaan de ouders apart in hun eigen auto om te kijken. Daarom voer ik tegenwoordig Krismar als lijn voor nieuwe truckjes. Het blijft een mooie handel maar de marges zijn door internet en vele collega’s zwaar onder druk komen te staan. Je moet het echt leuk vinden, dat beroep van mij, en gelukkig is dat bij mij nog steeds zo!” Van Hooff Aanhangwagens op Universal Horse Data Van Hooff Aanhangwagens op Facebook  
Rap van de tongriem is hij. En met zijn eigenzinnige manier van werken heeft hij een respectabel bedrijf opgebouwd in aanhangers en paardentrailers, waarvan er driehonderd op voorraad staan, gedeeltelijk in de showroom van 1500 m2. Uit heel Nederland komen klanten naar het Brabantse Drunen om bij Marcel van Hooff een trailer of een klein vrachtwagentje te kopen. Persoonlijk. “Want,” zo zegt hij, “ik ben een eigenwijs ventje, het is niet zo gemakkelijk met mij te werken.” De 45-jarige Marcel van Hooff is een handelaar van het snelle soort. Maar wel een met een hoge gunfactor. Een harde werker ook die nu ruim vijfentwintig jaar in trailers handelt. Vooral alleen: “Ik werk van ’s ochtends 7 tot ’s avonds 11 uur. Je weet toch dat een baas altijd twee keer zoveel doet als een personeelslid? In onze handel zie ik heel veel mensen die een klein bedrijfje hebben, die willen graag handel doen met de eigenaar zelf. Ik moet eigenlijk wel een of twee mensen erbij hebben maar ik kan ze moeilijk vinden. Ik werk nu een half jaar helemaal alleen. Dat bevalt goed, ik kan goed alleen werken. Het is alleen de vraag hoe lang je dat volhoudt. Ik weet donders goed dat het eigenlijk niet goed is wat ik doe. Het past wel bij mijn manier van handelen: snel afwerken.” Marcel kwam in de trailerhandel ‘door onze pa eigenlijk’.  Die zat in de autohandel, kwam thuis te zitten met een hernia en kreeg van kennissen de vraag: nou heb je toch tijd zat, zoek voor mij maar eens een aanhangertje: “Zo begon dat toen. Ik kwam in 1992 van school en ben er nooit meer weggegaan. Toen moest je nog je middenstandsdiploma halen. In 2003 heb ik de helft overgenomen, in 2008 het andere deel. Mijn broer gunde mij de trailerhandel en startte hier vlakbij zijn carrosseriebedrijf. Maar de eerste jaren dat ik het alleen deed, bleven klanten naar onze pa vragen: moest ik hem roepen, of ik het wel goed deed. Pa speelde dat spelletje handig mee: ik had het natuurlijk altijd veel te goedkoop gedaan.” In 2008 begon de crisis en daalde het aantal nieuw verkochte aanhangers in heel Nederland van 22.000 naar 15.000 per jaar: “Nu is het weer gestegen naar zo’n 18.000, met 2500 paardentrailers. Van 2008 tot 2015 heb ik wel veel omgezet maar heel weinig verdiend, terwijl ik mezelf een minimaal salaris toeken. In die tijd zakten de aanhangers naar beneden terwijl de fabrieken pushten om veel te verkopen. Maar ja, de kosten bleven gelijk. In 2013 heb ik geprobeerd om wat meer winst te pakken door af en toe eens een keer nee te zeggen maar dat heeft me flink wat gekost.” In de loop der jaren heeft Marcel de paardenwereld en daarmee zijn handel zien veranderen: “Ik verkoop aanhangwagens, paardentrailers en gebruikte en nieuwe tweepaards wagens. Vroeger had ik een klant voor een trailertje, dan een iets mooiere trailer, en als het dan ging om de volgende stap, gingen ze naar een vrachtwagenhandelaar. Daarom ben ik een jaar of zeven geleden die auto’s, vooral Krismars,  erbij gaan doen, ook als een soort hobby, geef ik toe. Wat betreft de techniek is er in die tijd in feite niet veel veranderd. Het is natuurlijk wel moderner geworden: de lagers zijn onderhoudsvrij, het asbest is uit de remvoeringen, snelkoppeling op de remkabels, allemaal een stuk milieu- en onderhoudsvriendelijker. Vooral het design is natuurlijk veranderd. Vroeger was een paardentrailer een houten ding met een polyester kapje, tegenwoordig heb je een fraaie designkap. Vroeger had je vooral houten bodems, nu is 90% aluminium of kunststof.” En dan verder de toekomst in: “De trailers van nu zijn zo goed, daar kunnen mensen gemakkelijk twintig jaar mee rijden. Dat wordt een probleem voor de toekomst. Vroeger moest er na tien jaar groot onderhoud plaatsvinden, eigenlijk was ie dan gewoon versleten. Nu ruilen ze ‘m na tien jaar in omdat ie afgeschreven is of omdat ze gewoon iets nieuws willen, net als bij hun auto. Ik verwacht dat de meerderheid van de mensen toch een trailer zal blijven rijden. Zo’n autootje moet je eigenlijk zakelijk kunnen rijden om de BPM te kunnen afschrijven. Occasions is wel goede handel: na vijf jaar is de BPM eraf en dan is de auto interessant voor de particulieren, die daarmee eigenlijk de occasion-prijzen kunstmatig hoog houden. En wat je veel ziet is dat zo’n truckje gekocht wordt als de paardrijdende kinderen volwassen worden. Gaan de ouders apart in hun eigen auto om te kijken. Daarom voer ik tegenwoordig Krismar als lijn voor nieuwe truckjes. Het blijft een mooie handel maar de marges zijn door internet en vele collega’s zwaar onder druk komen te staan. Je moet het echt leuk vinden, dat beroep van mij, en gelukkig is dat bij mij nog steeds zo!” Van Hooff Aanhangwagens op Universal Horse Data Van Hooff Aanhangwagens op Facebook  
Vorige Willem Greve wint Masterspringen op spectaculair openingsfeest Diepenheim Volgende Tim Lips komt met eigen talentontwikkelingsplan