Lonneke Mulder is een van de ambitieuze jonge ruiters die gedreven zijn om zelf een zaak op te zetten. Nu ze klaar is met haar studie, krijgt ze van haar ouders drie jaar de tijd om zich te bewijzen met haar ML Stables. Maar hoe bouw je nou een klantenkring en naamsbekendheid op, zelfs als je af en toe internationaal springt?
Hoewel de familie Mulder thuis in Sittard beschikt over vijf stallen en een buitenbak, bouwt Lonneke haar stal op vanuit Stal Bergmans in Doenrade: “Daar huur ik tien boxen en daar ben ik de hele dag. Thuis hebben we geen paarden staan. Ik ben nu een jaar voor mezelf bezig. We hebben een aantal jonge paarden gekocht, en naast mijn vertrouwde schimmel Calato rijd ik vijf 5-jarige en twee 4-jarige op wedstrijd. We willen er naartoe dat ik vier paarden van eigenaren kan rijden om de kosten te drukken, nu zijn dat er twee. Gelukkig heb ik een meisje dat me halve dagen helpt, zodat het ook mogelijk is om zoveel paarden te rijden.”
Calato is haar vaste kracht, de basis voor het rijden van de andere paarden. De familie Mulder, niet thuis in de paardenwereld, kocht hem als jong paard vanaf een video toen Lonneke nog ponyreed, bracht hem onder bij een Duitse dressuurtrainer en later bij een Duitse springpaardentrainer, die hem te moeilijk vond. In de tussentijd bekwaamde Lonneke zich in de ponyspringsport via een A-pony toen ze vier jaar was: “Toen was Anky helemaal hot met Bonfire en daarom heb ik mijn pony ook Lonfire genoemd. Mijn droom was altijd om bij de pony’s internationaal te rijden en uiteindelijk heb ik dat ook bereikt: op m’n zestiende had ik voldoende winstpunten maar toen had ik nog twee maanden. Zo heb ik in Denemarken in Odense mijn enige internationale wedstrijd gereden, en dat ging nog goed ook. Die pony kon een rotzak zijn maar daar deed ie alles.”
In de tussentijd was het de vraag wat er met Calato moest gebeuren. Hij werd gestald bij Doron Kuipers in Mijnsheerenland, die daarmee een van de eerste paarden voor een andere eigenaar kreeg te rijden. “We hadden daarvan geen verwachtingen omdat ze in Duitsland gezegd hadden dat ie te moeilijk was. We hadden Calato inmiddels drie jaar en ik had er nog nooit op gezeten,’ blikt Lonneke terug. Ze reed na een tijdje af en toe bij Doron thuis en sindsdien is het altijd goed gegaan: “We hebben Calato heel vaak kunnen verkopen. Het is voor mij echt m’n toppaard, hij doet het altijd voor me. Laatst op Zangersheide was ik 3e in het 1.30 met meer dan 100 deelnemers in een twee sterrenwedstrijd.”
Lonneke ging na de HAVO naar de HEAO voor een studie commerciële economie, die ze in 2016 afrondde: “Mijn ouders hebben altijd gezegd: eerst school afmaken en dan de paarden. Gelukkig had ik een lerares die een stage-opdracht gaf die het mogelijk maakte dat ik bij Robbert Ehrens stage kon lopen, die me toen begeleidde en nu weer. Ook bij mijn moeder leer ik nog steeds omdat ik af en toe meehelp in haar zaak, een agentschap van DHL.”
En toen stond Lonneke, nu bijna 24, op eigen benen met haar ML Stables: ”Tja, ik moet nu wel uit m’n comfortzone komen. Van nature stap ik niet gemakkelijk op mensen af. Dat moet veranderen want als ik nooit zeg dat ik jonge paarden te koop heb, dan weet ook niemand het. Ik denk snel: wat zullen ze wel niet denken. We hadden eerst een oud vrachtwagentje met plaats voor drie paarden. Dat kon niet meer, toen hebben we bij Anemone een andere wagen gekocht. Ook een jaar of zeven oud, maar wat vond ik het een mooie. Op het eerste concours zei ik: parkeer ‘m maar achteraan, dat niemand dat ziet, wat zullen ze wel niet denken.”
Jonge paarden opleiden en verkopen, dat wordt in elk geval de komende jaren haar beroep: “Ik wil ze niet aanhouden tot ze acht zijn, liever verkoop ik ze als ze vijf of zes jaar zijn. Maar hoe kom je aan die contacten? Tja, da’s niet zo makkelijk. Ik moet het er nu van hebben dat mijn paarden heel goed springen en dat mensen dat zien. Ik kom immers niet uit een paardenfamilie. Dat vind ik een moeilijk punt: hoe krijg ik ze dadelijk verkocht. Dat leer je niet bij commerciële economie op de heao. Als je uit een paardenfamilie komt, is dat een stuk makkelijker. Ik probeer het in elk geval zo goed mogelijk te doen, bij voorbeeld door veel naar oefenwedstrijden te gaan zodat de paarden goed voorbereid op wedstrijden hun ronde lopen. En mensen moeten gewoon weten dat ik mijn paarden verkoop.”
Lonneke Mulder is een van de ambitieuze jonge ruiters die gedreven zijn om zelf een zaak op te zetten. Nu ze klaar is met haar studie, krijgt ze van haar ouders drie jaar de tijd om zich te bewijzen met haar ML Stables. Maar hoe bouw je nou een klantenkring en naamsbekendheid op, zelfs als je af en toe internationaal springt?
Hoewel de familie Mulder thuis in Sittard beschikt over vijf stallen en een buitenbak, bouwt Lonneke haar stal op vanuit Stal Bergmans in Doenrade: “Daar huur ik tien boxen en daar ben ik de hele dag. Thuis hebben we geen paarden staan. Ik ben nu een jaar voor mezelf bezig. We hebben een aantal jonge paarden gekocht, en naast mijn vertrouwde schimmel Calato rijd ik vijf 5-jarige en twee 4-jarige op wedstrijd. We willen er naartoe dat ik vier paarden van eigenaren kan rijden om de kosten te drukken, nu zijn dat er twee. Gelukkig heb ik een meisje dat me halve dagen helpt, zodat het ook mogelijk is om zoveel paarden te rijden.”
Calato is haar vaste kracht, de basis voor het rijden van de andere paarden. De familie Mulder, niet thuis in de paardenwereld, kocht hem als jong paard vanaf een video toen Lonneke nog ponyreed, bracht hem onder bij een Duitse dressuurtrainer en later bij een Duitse springpaardentrainer, die hem te moeilijk vond. In de tussentijd bekwaamde Lonneke zich in de ponyspringsport via een A-pony toen ze vier jaar was: “Toen was Anky helemaal hot met Bonfire en daarom heb ik mijn pony ook Lonfire genoemd. Mijn droom was altijd om bij de pony’s internationaal te rijden en uiteindelijk heb ik dat ook bereikt: op m’n zestiende had ik voldoende winstpunten maar toen had ik nog twee maanden. Zo heb ik in Denemarken in Odense mijn enige internationale wedstrijd gereden, en dat ging nog goed ook. Die pony kon een rotzak zijn maar daar deed ie alles.”
In de tussentijd was het de vraag wat er met Calato moest gebeuren. Hij werd gestald bij Doron Kuipers in Mijnsheerenland, die daarmee een van de eerste paarden voor een andere eigenaar kreeg te rijden. “We hadden daarvan geen verwachtingen omdat ze in Duitsland gezegd hadden dat ie te moeilijk was. We hadden Calato inmiddels drie jaar en ik had er nog nooit op gezeten,’ blikt Lonneke terug. Ze reed na een tijdje af en toe bij Doron thuis en sindsdien is het altijd goed gegaan: “We hebben Calato heel vaak kunnen verkopen. Het is voor mij echt m’n toppaard, hij doet het altijd voor me. Laatst op Zangersheide was ik 3e in het 1.30 met meer dan 100 deelnemers in een twee sterrenwedstrijd.”
Lonneke ging na de HAVO naar de HEAO voor een studie commerciële economie, die ze in 2016 afrondde: “Mijn ouders hebben altijd gezegd: eerst school afmaken en dan de paarden. Gelukkig had ik een lerares die een stage-opdracht gaf die het mogelijk maakte dat ik bij Robbert Ehrens stage kon lopen, die me toen begeleidde en nu weer. Ook bij mijn moeder leer ik nog steeds omdat ik af en toe meehelp in haar zaak, een agentschap van DHL.”
En toen stond Lonneke, nu bijna 24, op eigen benen met haar ML Stables: ”Tja, ik moet nu wel uit m’n comfortzone komen. Van nature stap ik niet gemakkelijk op mensen af. Dat moet veranderen want als ik nooit zeg dat ik jonge paarden te koop heb, dan weet ook niemand het. Ik denk snel: wat zullen ze wel niet denken. We hadden eerst een oud vrachtwagentje met plaats voor drie paarden. Dat kon niet meer, toen hebben we bij Anemone een andere wagen gekocht. Ook een jaar of zeven oud, maar wat vond ik het een mooie. Op het eerste concours zei ik: parkeer ‘m maar achteraan, dat niemand dat ziet, wat zullen ze wel niet denken.”
Jonge paarden opleiden en verkopen, dat wordt in elk geval de komende jaren haar beroep: “Ik wil ze niet aanhouden tot ze acht zijn, liever verkoop ik ze als ze vijf of zes jaar zijn. Maar hoe kom je aan die contacten? Tja, da’s niet zo makkelijk. Ik moet het er nu van hebben dat mijn paarden heel goed springen en dat mensen dat zien. Ik kom immers niet uit een paardenfamilie. Dat vind ik een moeilijk punt: hoe krijg ik ze dadelijk verkocht. Dat leer je niet bij commerciële economie op de heao. Als je uit een paardenfamilie komt, is dat een stuk makkelijker. Ik probeer het in elk geval zo goed mogelijk te doen, bij voorbeeld door veel naar oefenwedstrijden te gaan zodat de paarden goed voorbereid op wedstrijden hun ronde lopen. En mensen moeten gewoon weten dat ik mijn paarden verkoop.”