Ze is bijna 65 jaar, maar voelt zich nog 40 en zo vult ze haar leven ook in. Eigenlijk ligt haar hart bij de samengestelde sport. Ze geniet van alle rondjes die haar paarden springen, van B tot en met Grand Prix. Ze knoeit liever wat op stal dan dat ze gaat winkelen. Natuurlijk deden alle Nederlandse paarden het geweldig in Parijs, maar eigenlijk kan er na deze Spelen maar één eigenaar in de spotlight staan. Het team van CHIO Rotterdam belde met Conny Viscaal.
Conny is bijna 65 jaar, woont in Albergen en is geboren in Enschede. Ze heeft een zoon van 33 jaar (Dex) die in Amerika woont en een dochter van 31 jaar (Joy). Joy is een echt paardenmeisje en gaat vaak mee op concours, maar zelf rijden doet zij alleen om na een dag werken haar hoofd leeg te maken. Conny heeft een sportstal met 30 paarden en fokt daarnaast op bescheiden schaal. Vanaf haar vijfde jaar is ze besmet met het paardenvirus en door lessen op de manege kreeg ze op haar zevende haar eerste paard. Thuis hadden haar ouders paarden; aan pony’s werd niet gedaan. Van jongs af aan was ze gek op crossen door het bos en daar ontstond de liefde voor de samengestelde sport. Ze heeft zelf de military in Boekelo gereden. Conny: “Nog steeds ligt daar eigenlijk mijn hart, maar Nederland is voor deze discipline niet echt het land.” Conny volgde de instructeursopleiding in Deurne. Haar kinderen zaten eerder op een paard dan dat ze konden lopen. Conny: “Voor op het paard was leuker dan met de kinderwagen wandelen.” Dertig paarden thuis op stal, drie van Eric Berkhof en de rest van haar zelf. Vorig jaar heeft ze zes veulens gefokt. Dit jaar één en werden er een paar bij gekocht. Volgend jaar worden vijf veulens verwacht. Paarden zijn alles voor onze Twentse gesprekspartner. Conny: “Ik ben liever thuis op stal aan het knoeien dan dat ik ga winkelen.” Sinds vorig jaar is ze Eventing host in Boekelo, wat inhoudt dat ze tussenpersoon is tussen ruiters en bestuur om te kijken wat anders kan of moet.
Vroedvrouw van Imagine
Conny: “Ik kreeg van de mensen bij ons op stal een jas met de tekst “Who is the fokker, I am the fokker”. Ja ik ben de fokker van Imagine, het paard waar Kim Emmen ons in Parijs volledig mee veraste. Ik heb hem zelfs ter wereld gebracht, ik was zijn vroedvrouw. Eigenlijk is hij heel simpel bedacht, bij de koffie met Pia Louise Auftrecht, de vrouw van Gert Jan Bruggink. Ik fokte met de moeder van Imagine, ze bracht al eerder twee internationaal springende veulens. Pia wist wel een goede hengst voor haar derde kind. Zoals bekend heeft dit heel bijzonder uitgepakt. De droom van bijna iedere fokker is om een paard te fokken dat naar de Olympische Spelen mag, maar ik heb daar echt nooit aan gedacht. Aan grote concoursen was ik al gewend en vond ik mooi, maar Parijs is nooit in mijn gedachten geweest.“
Parijs was heel dubbel
“Ik was in Parijs op stal toen ik hoorde dat Kim van start mocht gaan ten koste van Willem Greve. Dat was heel dubbel. De maandag ervoor hadden we mijn moeder gecremeerd, dinsdag heb ik mijn koffer gepakt en woensdag gingen we naar Parijs. Daarnaast wilde ik eigenlijk niet blij zijn voor Willem. Natuurlijk maakte mijn hart toch wel een sprongetje. Mijn dochter was nog in het hotel toen het nieuws kwam, we hadden dit nooit verwacht. Drie ruiters voor Kim met reservepaarden en dan toch naar voren geschoven worden, absurd was het. En dan één van de slechts drie combinaties worden die drie keer foutloos reden. Kim heeft echt de sterren van de hemel gereden en voor mij is ze de Olympisch kampioen. Ik bedoel de top drie individueel hadden in de rondjes ervoor allen fouten. Ook de manier waarop ze reed vond ik bijzonder. Zo simpel, alsof ze landelijk 1.40m reed. Met de simpelste optoming en strijklapjes, abnormaal gewoon. Zoals gezegd was de week ervoor mijn moeder overleden, maar kort daarvoor ben ik ook mijn vader en man verloren. Allemaal in anderhalf jaar tijd.”
Iedereen die iets organiseert moeten we koesteren
“Echter mijn favoriete concours is nog steeds Boekelo. Ik ben overal al geweest, maar daar ligt echt mijn hart. Twee weken geleden was ik bij de Stephex Masters in Brussel. Dat gaat echt nergens meer over, zo ontzettend luxe. Maar, ieder concours heeft haar charme. Ik ben nu in Zuidwolde en dat vind ik ook leuk. Ik leef van concours naar concours en geniet van de sport. Alleen al door de budgetten kun je concoursen niet met elkaar vergelijken. Iedereen die iets organiseert moeten we koesteren, er verdwijnen er al genoeg.”
“Parijs was natuurlijk van een andere dimensie. Niet dat het zo gezellig was hoor, je kon er amper wat drinken en je werd er na bepaalde tijd na afloop van een rubriek zo uit gebonjourd. Maar qua sport en emotie was het heel uniek. Echter een wijntje lostrekken was er niet bij en wij Twentenaren zijn dat niet gewend. Parijs was zeker bijzonder, maar niet het meest leuk, een feestje bouwen kon er niet. Daarvoor moest je naar het TeamNL huis, maar dan moest je eerst een half uur rijden. Kim zei het ook al in haar gesprek met jullie, wat dat betreft kan Parijs nog wel wat van Rotterdam leren. Bij jullie kan je lekker eten en na borrelen. Ondanks dat jullie midden in Rotterdam zitten, is er ook lang niet zoveel politie nodig als in Parijs het geval was.”
Rene was erbij in Parijs
Conny wordt even stil. Wij kort daarna ook. Conny: “Overigens was mijn overleden man Rene er ook bij in Parijs. Toen we thuis vertrokken ben ik op het laatste moment nog even terug naar binnen gegaan. Mijn dochter dacht dat ik mijn bril vergeten was ofzo. Ik ging echter een zakje as van Rene halen. Ik had dat nog nooit gedaan, maar heb het de hele tijd onder in mijn tas mee gedragen. Alleen mijn schoonzus wist het. Op een gegeven moment zei ze in Parijs dat Rene erbij had moeten zijn. Ik vertelde toen dat hij erbij was. Voor mijn gevoel reed hij bij Kim achterop mee.”
Conny is bijna 65 jaar, woont in Albergen en is geboren in Enschede. Ze heeft een zoon van 33 jaar (Dex) die in Amerika woont en een dochter van 31 jaar (Joy). Joy is een echt paardenmeisje en gaat vaak mee op concours, maar zelf rijden doet zij alleen om na een dag werken haar hoofd leeg te maken. Conny heeft een sportstal met 30 paarden en fokt daarnaast op bescheiden schaal. Vanaf haar vijfde jaar is ze besmet met het paardenvirus en door lessen op de manege kreeg ze op haar zevende haar eerste paard. Thuis hadden haar ouders paarden; aan pony’s werd niet gedaan. Van jongs af aan was ze gek op crossen door het bos en daar ontstond de liefde voor de samengestelde sport. Ze heeft zelf de military in Boekelo gereden. Conny: “Nog steeds ligt daar eigenlijk mijn hart, maar Nederland is voor deze discipline niet echt het land.” Conny volgde de instructeursopleiding in Deurne. Haar kinderen zaten eerder op een paard dan dat ze konden lopen. Conny: “Voor op het paard was leuker dan met de kinderwagen wandelen.” Dertig paarden thuis op stal, drie van Eric Berkhof en de rest van haar zelf. Vorig jaar heeft ze zes veulens gefokt. Dit jaar één en werden er een paar bij gekocht. Volgend jaar worden vijf veulens verwacht. Paarden zijn alles voor onze Twentse gesprekspartner. Conny: “Ik ben liever thuis op stal aan het knoeien dan dat ik ga winkelen.” Sinds vorig jaar is ze Eventing host in Boekelo, wat inhoudt dat ze tussenpersoon is tussen ruiters en bestuur om te kijken wat anders kan of moet.
Vroedvrouw van Imagine
Conny: “Ik kreeg van de mensen bij ons op stal een jas met de tekst “Who is the fokker, I am the fokker”. Ja ik ben de fokker van Imagine, het paard waar Kim Emmen ons in Parijs volledig mee veraste. Ik heb hem zelfs ter wereld gebracht, ik was zijn vroedvrouw. Eigenlijk is hij heel simpel bedacht, bij de koffie met Pia Louise Auftrecht, de vrouw van Gert Jan Bruggink. Ik fokte met de moeder van Imagine, ze bracht al eerder twee internationaal springende veulens. Pia wist wel een goede hengst voor haar derde kind. Zoals bekend heeft dit heel bijzonder uitgepakt. De droom van bijna iedere fokker is om een paard te fokken dat naar de Olympische Spelen mag, maar ik heb daar echt nooit aan gedacht. Aan grote concoursen was ik al gewend en vond ik mooi, maar Parijs is nooit in mijn gedachten geweest.“
Parijs was heel dubbel
“Ik was in Parijs op stal toen ik hoorde dat Kim van start mocht gaan ten koste van Willem Greve. Dat was heel dubbel. De maandag ervoor hadden we mijn moeder gecremeerd, dinsdag heb ik mijn koffer gepakt en woensdag gingen we naar Parijs. Daarnaast wilde ik eigenlijk niet blij zijn voor Willem. Natuurlijk maakte mijn hart toch wel een sprongetje. Mijn dochter was nog in het hotel toen het nieuws kwam, we hadden dit nooit verwacht. Drie ruiters voor Kim met reservepaarden en dan toch naar voren geschoven worden, absurd was het. En dan één van de slechts drie combinaties worden die drie keer foutloos reden. Kim heeft echt de sterren van de hemel gereden en voor mij is ze de Olympisch kampioen. Ik bedoel de top drie individueel hadden in de rondjes ervoor allen fouten. Ook de manier waarop ze reed vond ik bijzonder. Zo simpel, alsof ze landelijk 1.40m reed. Met de simpelste optoming en strijklapjes, abnormaal gewoon. Zoals gezegd was de week ervoor mijn moeder overleden, maar kort daarvoor ben ik ook mijn vader en man verloren. Allemaal in anderhalf jaar tijd.”
Iedereen die iets organiseert moeten we koesteren
“Echter mijn favoriete concours is nog steeds Boekelo. Ik ben overal al geweest, maar daar ligt echt mijn hart. Twee weken geleden was ik bij de Stephex Masters in Brussel. Dat gaat echt nergens meer over, zo ontzettend luxe. Maar, ieder concours heeft haar charme. Ik ben nu in Zuidwolde en dat vind ik ook leuk. Ik leef van concours naar concours en geniet van de sport. Alleen al door de budgetten kun je concoursen niet met elkaar vergelijken. Iedereen die iets organiseert moeten we koesteren, er verdwijnen er al genoeg.”
“Parijs was natuurlijk van een andere dimensie. Niet dat het zo gezellig was hoor, je kon er amper wat drinken en je werd er na bepaalde tijd na afloop van een rubriek zo uit gebonjourd. Maar qua sport en emotie was het heel uniek. Echter een wijntje lostrekken was er niet bij en wij Twentenaren zijn dat niet gewend. Parijs was zeker bijzonder, maar niet het meest leuk, een feestje bouwen kon er niet. Daarvoor moest je naar het TeamNL huis, maar dan moest je eerst een half uur rijden. Kim zei het ook al in haar gesprek met jullie, wat dat betreft kan Parijs nog wel wat van Rotterdam leren. Bij jullie kan je lekker eten en na borrelen. Ondanks dat jullie midden in Rotterdam zitten, is er ook lang niet zoveel politie nodig als in Parijs het geval was.”
Rene was erbij in Parijs
Conny wordt even stil. Wij kort daarna ook. Conny: “Overigens was mijn overleden man Rene er ook bij in Parijs. Toen we thuis vertrokken ben ik op het laatste moment nog even terug naar binnen gegaan. Mijn dochter dacht dat ik mijn bril vergeten was ofzo. Ik ging echter een zakje as van Rene halen. Ik had dat nog nooit gedaan, maar heb het de hele tijd onder in mijn tas mee gedragen. Alleen mijn schoonzus wist het. Op een gegeven moment zei ze in Parijs dat Rene erbij had moeten zijn. Ik vertelde toen dat hij erbij was. Voor mijn gevoel reed hij bij Kim achterop mee.”