De vierjarige springpaarden leggen in de halve finale een springparcours af volgens tabel A, met een maximale hindernishoogte van 1.10 meter. De jury beoordeelt deze paarden op twee onderdelen: het springen, dat dubbel telt in de puntentelling, en het gaan tussen de hindernissen. De beste combinaties plaatsen zich voor de finale, waarin zij opnieuw met een schone lei beginnen.

Twee onderdelen
Voor de vijf- en zesjarige springpaarden bestaat de halve finale uit twee onderdelen. Op de eerste dag wordt een klassiek parcours verreden, dat niet op tijd wordt geklasseerd. Op de tweede dag volgen de deelnemers een parcours in twee fasen speciaal. De strafpunten die in beide onderdelen worden behaald, worden bij elkaar opgeteld om tot het resultaat van de halve finale te komen. Bij gelijke fouten is de tijd in de tweede fase doorslaggevend voor plaatsing in de finale.

Klassement
De zevenjarige springpaarden rijden op de eerste dag van de halve finale een jachtparcours. Bij dit onderdeel wordt het verschil in tijd gedeeld door twee. De tweede dag bestaat uit een direct-op-tijd parcours. De resultaten van beide onderdelen bepalen het klassement van de halve finale. Voor de vijfjarige springpaarden begint de finale met een schone lei. Bij de zes- en zevenjarige paarden tellen de resultaten uit de halve finale mee in het eindklassement. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden er dit keer geen kleine finales georganiseerd en is het niet verplicht om op het terrein te stallen.