De Nederlandse springruiters Wout-Jan van der Schans (Nijkerk) en Gerco Schröder (Tubbergen) eisten in de derde etappe van de Longines FEI wereldbeker kwalificatie, die in het Franse Lyon werd verreden, een hoofdrol op. Van der Schans eindigde met Capetown (v. Oklund) als tweede, terwijl Schröder met Cognac Champblanc (v. Clearway) vierde werd. De zege ging naar een ontketende Fransman Roger Yves Bost met Quod’Coeur de la Loge.
Het was een spannende eerste manche, waarin maar liefst 14 combinaties foutloos wisten te blijven. Opvallend was dat de nummers één, twee en drie van de Longines FEI Ranking -Scott Brash, Ludger Beerbaum en Marcus Ehning – door een fout op de allerlaatste hindernis, een steilsprong met daaronder een sloot, een fout maakten. De barrage kenmerkte zich door lange lijnen en een tweetal uiterst scherpe wendingen.
Wout-Jan van der Schans moest als eerste starten en hij vroeg van Capetown meteen een uiterst hoog tempo. In een roll back naar een steilsprong hadden de ruiters de keuze om voor of achter een boompje langs te rijden. Van der Schans reed buitenom en kon het hoge tempo niet helemaal vasthouden, waardoor hij daar een minieme fractie tijd verloor, die Bost daar net op hem kon winnen. Op de één na laatste hindernis waren ze vrijwel gelijktijdig. In de laatste lijn naar een imposante oxer wist Bost met een galopsprong minder te rijden dan Wout-Jan en daar pakte hij de volle winst. De als derde eindigende Duitser Hans-Diether Dreher reed in de roll back wel binnendoor met Embassy, maar verloor in de laatste lijn iets tijd. Schröder reed als laatste starter een bekeken foutloos parcours en eindigde daardoor als vierde.
“Ik durfde risico te nemen, ook omdat Capetown mij in de eerste manche een goed gevoel had gegeven. Hij is voorzichtig en overloopt zich niet. In eerste instantie dacht ik er over om in de roll back ook binnendoor te rijden, maar Eric van der Vleuten raadde mij dat af. Ik zou dan in een iets dode hoek terechtkomen en geen mooie afstand krijgen naar de volgende hindernis. Die visie bleek te kloppen, want de ruiters die na mij kwamen en het wel probeerde kregen een fout of waren langzamer”. Ook in de laatste lijn was het oppassen. “In het aanrijden naar de steilsprong aan het begin van de laatste lijn wilde ik even de tijd nemen om pas daarna weer voluit naar de laatste hindernis te rijden. Dat lukte mij, maar velen kregen daar toch een foutje. Bost niet, die reed die laatste lijn in met alle risico’s en kon daardoor met een galopsprong minder naar de oxer rijden. Ik ben tevreden met deze tweede plek en kreeg als bonus nog een trailer als beste ruiter van het concours”, aldus Van der Schans.
Gerco Schröder had een goede verklaring voor zijn keuze om het in de barrage rustig aan te doen. “Er waren voor mij drie foutloze combinaties, die allemaal hard hadden gereden. Ik wist dat ik die tijden met Cognac Champblanc nooit zou kunnen verbeteren. Daarnaast waren er een aantal met één springfout die ook hard hadden gereden, dus mijn enige optie was om foutloos naar huis te rijden en dan vierde te worden”, vertelde Gerco, die de imposante schimmel afgelopen zomer overnam van zijn broer Ben. “Ben heeft hem zeer goed opgeleid en hij mist dan misschien even de snelheid, maar is onbegrensd in zijn vermogen. Ik kan nu elke wedstrijd met hem binnenrijden”. Gerco omschreef het basisparcours als lastig: “Het was een dikke proef, met moeilijke afstanden”.
De Nederlandse springruiters Wout-Jan van der Schans (Nijkerk) en Gerco Schröder (Tubbergen) eisten in de derde etappe van de Longines FEI wereldbeker kwalificatie, die in het Franse Lyon werd verreden, een hoofdrol op. Van der Schans eindigde met Capetown (v. Oklund) als tweede, terwijl Schröder met Cognac Champblanc (v. Clearway) vierde werd. De zege ging naar een ontketende Fransman Roger Yves Bost met Quod’Coeur de la Loge.
Het was een spannende eerste manche, waarin maar liefst 14 combinaties foutloos wisten te blijven. Opvallend was dat de nummers één, twee en drie van de Longines FEI Ranking -Scott Brash, Ludger Beerbaum en Marcus Ehning – door een fout op de allerlaatste hindernis, een steilsprong met daaronder een sloot, een fout maakten. De barrage kenmerkte zich door lange lijnen en een tweetal uiterst scherpe wendingen.
Wout-Jan van der Schans moest als eerste starten en hij vroeg van Capetown meteen een uiterst hoog tempo. In een roll back naar een steilsprong hadden de ruiters de keuze om voor of achter een boompje langs te rijden. Van der Schans reed buitenom en kon het hoge tempo niet helemaal vasthouden, waardoor hij daar een minieme fractie tijd verloor, die Bost daar net op hem kon winnen. Op de één na laatste hindernis waren ze vrijwel gelijktijdig. In de laatste lijn naar een imposante oxer wist Bost met een galopsprong minder te rijden dan Wout-Jan en daar pakte hij de volle winst. De als derde eindigende Duitser Hans-Diether Dreher reed in de roll back wel binnendoor met Embassy, maar verloor in de laatste lijn iets tijd. Schröder reed als laatste starter een bekeken foutloos parcours en eindigde daardoor als vierde.
“Ik durfde risico te nemen, ook omdat Capetown mij in de eerste manche een goed gevoel had gegeven. Hij is voorzichtig en overloopt zich niet. In eerste instantie dacht ik er over om in de roll back ook binnendoor te rijden, maar Eric van der Vleuten raadde mij dat af. Ik zou dan in een iets dode hoek terechtkomen en geen mooie afstand krijgen naar de volgende hindernis. Die visie bleek te kloppen, want de ruiters die na mij kwamen en het wel probeerde kregen een fout of waren langzamer”. Ook in de laatste lijn was het oppassen. “In het aanrijden naar de steilsprong aan het begin van de laatste lijn wilde ik even de tijd nemen om pas daarna weer voluit naar de laatste hindernis te rijden. Dat lukte mij, maar velen kregen daar toch een foutje. Bost niet, die reed die laatste lijn in met alle risico’s en kon daardoor met een galopsprong minder naar de oxer rijden. Ik ben tevreden met deze tweede plek en kreeg als bonus nog een trailer als beste ruiter van het concours”, aldus Van der Schans.
Gerco Schröder had een goede verklaring voor zijn keuze om het in de barrage rustig aan te doen. “Er waren voor mij drie foutloze combinaties, die allemaal hard hadden gereden. Ik wist dat ik die tijden met Cognac Champblanc nooit zou kunnen verbeteren. Daarnaast waren er een aantal met één springfout die ook hard hadden gereden, dus mijn enige optie was om foutloos naar huis te rijden en dan vierde te worden”, vertelde Gerco, die de imposante schimmel afgelopen zomer overnam van zijn broer Ben. “Ben heeft hem zeer goed opgeleid en hij mist dan misschien even de snelheid, maar is onbegrensd in zijn vermogen. Ik kan nu elke wedstrijd met hem binnenrijden”. Gerco omschreef het basisparcours als lastig: “Het was een dikke proef, met moeilijke afstanden”.