Skip to content

Copyright

Voorzitters van de Federatie lichten hun beslissingen toe over het Olympisch Format van drie per team

Twee weken geleden vond de Algemene Vergadering van de Internationale Ruitersportfederatie, de FEI plaats in Antwerpen. Het was voor het eerst in 100 jaar dat de FEI de vergadering in Antwerpen hield. De Voorzitter van de KBRSF, Stephan Detry en de Voorzitter van Paardensport Vlaanderen Glenn Maes waren aanwezig op de FEI Algemene Vergadering en waren ook te gast in Jump Off aflevering vijf. Er werd gedebatteerd over de beslissingen die genomen zijn omtrent het Olympisch Format van drie ruiters per team. 

Er werd opnieuw gekozen voor een team van drie in plaats van vier combinaties. Dat stuit op nog al wat kritiek vanuit de ruiterwereld. Hoe staan jullie ertegenover? 

Stephan Detry: "Om heel duidelijk te zijn is er gestemd geweest over het feit of we van vier paarden naar drie paarden gaan. Er is niet gestemd geweest over het feit of we bij het format van Tokio blijven. Dat is een hele belangrijke nuance. Het FEI heeft zelf al voorstellen geformuleerd zoals het derde resultaat dat bijvoorbeeld maximum zestien strafpunten kunnen bedragen. Als er toch iets ernstig fout loopt tijdens de omloop kan de ruiter makkelijker opgeven zonder dat hij de resultaten van het team in het gedrang brengt. Dat is een denkpiste. Een andere is drie ruiters en een schrapresultaat. Daar is nu over gestemd. De heisa is nu denk ik voortijdig. De FEI blijft voorstander van het format met vier paarden, voor de paardensport in het algemeen. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld op het EK of in de Nations Cups het format van vier ruiters per team ongewijzigd blijft. Je moet begrijpen dat het format zelf te gast is op de Olympische Spelen. Op die basis daarvan zijn er beslissingen genomen om onder andere budgettaire redenen. Anderzijds omwille van de globalisering van onze sport, zodat meer landen kunnen deelnemen." 

Glenn Maes: "Voor mij is hier de grootste uitdaging het dierenwelzijn. Dat moet altijd op nummer één staan. Dat punt brengt ons bij de standaard criteria die ruiters nodig nodig hebben om zich kunnen kwalificeren. Ik denk dat men moet toewerken naar een systeem waar criteria enkel en alleen gehaald kunnen worden op grote wedstrijden op niveau. Dan gaat men automatisch paard-ruiter combinaties krijgen die dat niveau aankunnen en dus ook het format van drie ruiters per team beter aankunnen. Dat moet ons helpen om dat welzijn van de paarden te garanderen." 

Hoe zit het dan bijvoorbeeld dan bij de Global Champions Tour? Waarom krijgt het format daar geen negatieve commentaar? 

Stephan Detry: "In de Global Champions Tour wordt dat bewuste format vijftien of zestien keer per jaar toegepast. Dan mag je niet zeggen dat het een politiek spel van de FEI is, zoals sommige ruiter beweren. Want daar komt geen commentaar op. Natuurlijk zijn er zijn ook ruiters tegen de Global Champions Tour. Je zal altijd voor- en tegenstanders hebben. Het is belangrijk om te onthouden dat de FEI is er er om de ruiters te helpen, niet om het hen moeilijker te maken."

Maar waarom hebben sommige ruiters dan het gevoel dat het eerder een politieke beslissing is om het format van drie ruiters per team te behouden? Is daar een geldige reden voor?

Stephan Detry: "De FEI heeft niet als taak om in conflict te gaan met ruiters, maar mijn bedoeling is om een consensus te vinden met een derde partner. We hebben er alle baat bij om dezelfde taal te spreken, laten we zelfs zeggen de 'paardentaal'. Want iedereen hier heeft hetzelfde doel: hun passie voor de sport verdedigen. Ik vind het dan ook niet eerlijk dat er nu geschoten wordt op de officials. Al die officials zijn vrijwilligers, zij doen dat gratis en verdienen daar niks mee. Dus een politiek spel kan het niet zijn. Daar heeft niemand baat bij."

Er lijkt vooral ook nood te zijn aan duidelijke communicatie. Hoe gaan jullie dit allemaal goed communiceren naar de ruiters toe? 

Stephan Detry: "Wij hebben op onze sociale media al een interview met Ingmar De Vos gepubliceerd waarin hij het helder uitlegt. Veel meer kan daar echt niet over gecommuniceerd worden. Er is nog maar één punt bepaald, en dat is dat we naar drie paarden gaan. Al deze heisa is op dit ogenblik echt niet nodig. Het is maar één keer om de vier jaar dat het zou plaatsvinden en daar word nu zo'n groot probleem van gemaakt. Dat is jammer." 

Glenn Maes: "Er zijn voorstanders en tegenstanders, dat zal je altijd en overal hebben. Als we ons land, België samen met onze buurlanden zouden bekijken kunnen we misschien nog ploegen van vijf hebben want dan staan we nog sterker. Wij kunnen er ook wel vijf afvaardigen, maar niet iedereen kan zo iets. Het is nu wat het is, de beslissing is genomen. Ik denk dat we als Belgenland nu samen met de ruiters en hun trainers moeten bezinnen om zélf met een voorstel te komen om een goed begrijpbaar en sterk format naar voren te brengen. Samen geraken we er dan wel uit." 


Klik hier om het volledige interview in Jump-Off 5 te bekijken.

Er werd opnieuw gekozen voor een team van drie in plaats van vier combinaties. Dat stuit op nog al wat kritiek vanuit de ruiterwereld. Hoe staan jullie ertegenover? 

Stephan Detry: "Om heel duidelijk te zijn is er gestemd geweest over het feit of we van vier paarden naar drie paarden gaan. Er is niet gestemd geweest over het feit of we bij het format van Tokio blijven. Dat is een hele belangrijke nuance. Het FEI heeft zelf al voorstellen geformuleerd zoals het derde resultaat dat bijvoorbeeld maximum zestien strafpunten kunnen bedragen. Als er toch iets ernstig fout loopt tijdens de omloop kan de ruiter makkelijker opgeven zonder dat hij de resultaten van het team in het gedrang brengt. Dat is een denkpiste. Een andere is drie ruiters en een schrapresultaat. Daar is nu over gestemd. De heisa is nu denk ik voortijdig. De FEI blijft voorstander van het format met vier paarden, voor de paardensport in het algemeen. Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld op het EK of in de Nations Cups het format van vier ruiters per team ongewijzigd blijft. Je moet begrijpen dat het format zelf te gast is op de Olympische Spelen. Op die basis daarvan zijn er beslissingen genomen om onder andere budgettaire redenen. Anderzijds omwille van de globalisering van onze sport, zodat meer landen kunnen deelnemen." 

Glenn Maes: "Voor mij is hier de grootste uitdaging het dierenwelzijn. Dat moet altijd op nummer één staan. Dat punt brengt ons bij de standaard criteria die ruiters nodig nodig hebben om zich kunnen kwalificeren. Ik denk dat men moet toewerken naar een systeem waar criteria enkel en alleen gehaald kunnen worden op grote wedstrijden op niveau. Dan gaat men automatisch paard-ruiter combinaties krijgen die dat niveau aankunnen en dus ook het format van drie ruiters per team beter aankunnen. Dat moet ons helpen om dat welzijn van de paarden te garanderen." 

Hoe zit het dan bijvoorbeeld dan bij de Global Champions Tour? Waarom krijgt het format daar geen negatieve commentaar? 

Stephan Detry: "In de Global Champions Tour wordt dat bewuste format vijftien of zestien keer per jaar toegepast. Dan mag je niet zeggen dat het een politiek spel van de FEI is, zoals sommige ruiter beweren. Want daar komt geen commentaar op. Natuurlijk zijn er zijn ook ruiters tegen de Global Champions Tour. Je zal altijd voor- en tegenstanders hebben. Het is belangrijk om te onthouden dat de FEI is er er om de ruiters te helpen, niet om het hen moeilijker te maken."

Maar waarom hebben sommige ruiters dan het gevoel dat het eerder een politieke beslissing is om het format van drie ruiters per team te behouden? Is daar een geldige reden voor?

Stephan Detry: "De FEI heeft niet als taak om in conflict te gaan met ruiters, maar mijn bedoeling is om een consensus te vinden met een derde partner. We hebben er alle baat bij om dezelfde taal te spreken, laten we zelfs zeggen de 'paardentaal'. Want iedereen hier heeft hetzelfde doel: hun passie voor de sport verdedigen. Ik vind het dan ook niet eerlijk dat er nu geschoten wordt op de officials. Al die officials zijn vrijwilligers, zij doen dat gratis en verdienen daar niks mee. Dus een politiek spel kan het niet zijn. Daar heeft niemand baat bij."

Er lijkt vooral ook nood te zijn aan duidelijke communicatie. Hoe gaan jullie dit allemaal goed communiceren naar de ruiters toe? 

Stephan Detry: "Wij hebben op onze sociale media al een interview met Ingmar De Vos gepubliceerd waarin hij het helder uitlegt. Veel meer kan daar echt niet over gecommuniceerd worden. Er is nog maar één punt bepaald, en dat is dat we naar drie paarden gaan. Al deze heisa is op dit ogenblik echt niet nodig. Het is maar één keer om de vier jaar dat het zou plaatsvinden en daar word nu zo'n groot probleem van gemaakt. Dat is jammer." 

Glenn Maes: "Er zijn voorstanders en tegenstanders, dat zal je altijd en overal hebben. Als we ons land, België samen met onze buurlanden zouden bekijken kunnen we misschien nog ploegen van vijf hebben want dan staan we nog sterker. Wij kunnen er ook wel vijf afvaardigen, maar niet iedereen kan zo iets. Het is nu wat het is, de beslissing is genomen. Ik denk dat we als Belgenland nu samen met de ruiters en hun trainers moeten bezinnen om zélf met een voorstel te komen om een goed begrijpbaar en sterk format naar voren te brengen. Samen geraken we er dan wel uit." 


Klik hier om het volledige interview in Jump-Off 5 te bekijken.

Vorige Sanne Voets in de running voor titel Paralympische Sporter van het Jaar Volgende Lynch stoot Kevin Jochems van leiderspositie in Wereldbeker ranking