De officier van justitie heeft vandaag vier jaar celstraf geëist tegen voormalig vastgoedtopman Ger Visser van het failliete bedrijf Eurocommerce uit Deventer.
Tegen de echtgenote, zoon en dochter van de zakenman zijn straffen van twee jaar tot tien maanden onvoorwaardelijk geëist. Volgens de officier van justitie zag Visser ruim van tevoren aankomen dat zijn bedrijf failliet zou gaan en probeerde hij te redden wat er te redden was. Zo zou de topman van het in Deventer gevestigde bedrijf Eurocommerce gefraudeerd hebben met huurcontracten. Het bedrijf bouwde met leningen en investeringen van grote banken kantoorpanden die werden verkocht zodra er voldoende huurders waren. Door een overschot op de markt was er grote leegstand waardoor de panden niet verkocht werden. Daarom werden er contracten vervalst met niet bestaande huurders. Als gevolg daarvan bleven banken met lege gebouwen en waardeloze investeringen zitten. Toen het faillissement eind 2011 dreigde, werd "een familiereddingsplan" gemaakt, aldus de officier van justitie. Belangrijke bezittingen moesten buiten de greep van schuldeisers blijven. De bekende paardenstal Eurocommerce, die het paard London voor Gerco Schröder, waarmee hij onder andere twee zilveren medailles op de Olympische Spelen wist te behalen, werd ruim onder de werkelijke waarde verkocht aan zoon Ger junior. De stal werd voor 'slechts' 4,7 miljoen euro verkocht, maar had volgens de officier van justitie een waarde van meer dan 13 miljoen euro. Die 4,7 miljoen euro zouden vervolgens door het bedrijf Eurocommerce geleend zijn aan de zoon. Ook zou er zijn gesjoemeld met de papieren en de prijzen van de paarden. Met het op papier terugkopen van een al overleden springpaard (lees Signapore). Ook werden er paarden verkocht die in de verkoopprijs vele euro's meer opbrachten dan er aan waarde op papier geschat stond. Het totaal bedrag van alle  91 verkochte paarden kwam uit op 17 miljoen euro.   Vorige week bekende Visser voor de rechtbank ook dat hij handtekeningen vervalste. Dat deed hij niet voor eigen gewin, maar om bevriende aannemers uit de wind te houden of om een directeur van FGH Bank te beschermen tegen eigen intern onderzoek. Tijdens de zitting zei Visser dat te betreuren; "het domste dat ik in mijn leven deed." Woensdag gaat de zaak verder met het pleidooi van de advocaat.