Rob Ehrens was sinds 1980 jaarlijks op het CHIO aanwezig. Eerst als ruiter en daarna maar liefst 19 jaar als bondscoach, drie jaar bij de jeugd en zestien jaar bij de senioren. De mooie resultaten die hij behaalde met het Nederlandse team zijn bijna niet te tellen. Wat hebben we met z'n allen genoten, overal volgden we Rob en zijn mannen (en soms een dame). Op de gekste tijden zetten we onze wekker om met dank aan de moderne technologie hun verrichtingen te volgen. Aan zijn periode als bondscoach komt per 1 januari 2022 een einde. Maar, in Rotterdam blijft Rob altijd welkom en de armen waarmee we hem ontvangen blijven wijd open. Een openhartig gesprek met een man die eigenlijk een standbeeld verdient: Rob Ehrens!
1980 debuut Rotterdam
Als we hem bellen is hij z'n kerstboom aan het optuigen, weer eens iets anders dan een paard. Rob begint zijn verhaal: “Voordat ik er als ruiter mocht rijden, ben ik als publiek in Rotterdam geweest, maar ik weet niet meer wanneer dat was. Wel dat dat een hele belevenis was, want als Limburgse boer kwam je niet vaak buiten de provincie. Mijn internationale debuut als ruiter was de eerste keer dat ik in Rotterdam mocht rijden, in 1980 bij de alternatieve Olympische Spelen. Dit was geen mooi debuut, ik kwam ten val in een niet fair gebouwd parcours, op de middelste sprong van de driesprong, een triple bar. Ik reed toen met Koh-I-Noor. Overigens was ik niet de enige die in die combinatie de fout in ging."
Longines FEI Nations Cup
Na zijn debuut als ruiter vragen we Rob naar zijn mooie carrière als bondscoach. Als CHIO, dat zich door de landenwedstrijd onderscheidt van andere internationale topconcoursen in ons land, zijn wij benieuwd of Rob weet hoeveel landenwedstrijden hij heeft mogen beleven. Rob is even verbaasd over onze vraag, maar is zelf ook benieuwd en begint enthousiast te tellen. Precies weet hij het niet, maar we komen uit op dik over de 100 ! Hoeveel hij er gewonnen heeft kan hij niet zeggen en daar is hij blij om, want Nick Skelton heeft Rob eens gezegd dat als hij de gewonnen (landen)wedstrijden kan tellen, het er te weinig waren. Wel weet hij dat hij in Rotterdam drie keer gewonnen heeft, waarvan de laatste dit bijna afgelopen jaar. Rob: “Iedere overwinning is natuurlijk mooi, maar dit jaar was wel extra mooi, na een moeilijke Corona periode en in eigen land. Ook vond ik het mooi dat Prinses Beatrix er weer bij was, zoals zo vaak in Rotterdam. Ik wilde haar eigenlijk mijn bloemen geven, maar dat vergat ik in alle commotie. Ook bijzonder vind ik de drie keer dat we de Longines FEI Nations Cup finale in Barcelona gewonnen hebben. Dat is uniek, dat hebben weinig landen ons nagedaan. Het leek soms of winnen in Rotterdam moeilijker was dan in het buitenland. Ik wilde dat ik een antwoord had op de vraag waarom dat zo was. Collega bondscoaches wonnen juist vaak in eigen land. Misschien waren wij te veel gefocust? In Aken wonnen we bijvoorbeeld vaker."
Pannenkoekenhuis De Big
We vragen Rob wat zijn favoriete concoursen (en ook om daarin eerlijk te zijn)zijn. Rob, na even hardop nadenken: “Dat zijn toch de concoursen met de landenwedstrijden, dat is het ultieme voor een bondscoach. Hickstead, Aken, Rome, Sankt Gallen, daar ging ik graag heen. De laatste omdat we daar vaak wonnen, maar ook omdat dit concoursen zijn waar ik een warm gevoel bij heb. Natuurlijk kwam ik graag in Rotterdam, een landenwedstrijd in eigen land is het meest ultieme, maar als jullie mij vragen om eerlijk te zijn ……. Één van de dingen waarom ik Rotterdam niet als eerste noemde, was overigens dit jaar wel verbeterd, dat was de plaats waar we konden eten. Andere jaren was dat nog wel eens iets verder weg, maar dit jaar was dat gezellig aan de ring, dat gaf een intiemer gevoel. Het logistieke verhaal in Rotterdam is niet ideaal, maar ik besef dat daar niets aan te veranderen is zo midden in de stad. Positief aan Rotterdam vind ik dat alles op het hoofdterrein heel dicht bij elkaar is. De inspringpiste is geweldig en de locatie in het bos is top. Ook voor de paarden, de stallen liggen rustig en je kunt bijna nergens je paard zo heerlijk in- en uitstappen als in het Kralingse Bos. Rotterdam heeft een bepaalde charme, iets romantisch, ja, ondanks mijn kleine puntjes van kritiek ben ik er altijd heel graag naar toe gegaan”. Rob moet lachen en we zijn benieuwd waarom. Hij legt uit: “Als ik aan Rotterdam denk, denk ik eigenlijk meteen aan Pannenkoekenhuis De Big. Ik eet het hele jaar geen enkele pannenkoek, maar in Rotterdam moet ik daar eten. Dit geldt ook voor de ruiters, De Big is een leuk detail van jullie concours, ruiters zijn vaak van huis en willen gezelligheid en dat vinden ze in Rotterdam zeker bij De Big”.
2021
We kunnen er niet omheen, 2021 was geen makkelijk jaar voor onze bondscoach. We vragen hem om te vertellen en open en eerlijk als hij is, doet hij dit op zijn eigen, duidelijke manier: “Ik heb dit jaar toch een aantal mooie wedstrijden mogen beleven. Zoals ik al eerder zei, Rotterdam winnen met de aanwezigheid van het Koninklijk huis, dat was geweldig. Barcelona winnen was ook mooi, maar anders, in eigen land dat staat ! Barcelona was wel mooi na alle negativiteit daarvoor. Tokio was natuurlijk niet slecht en voor Maikel van der Vleuten zelfs geweldig. Maar toen we de landenwedstrijd moesten rijden, was de accu leeg bij het team. Ondanks dat werden we toch vierde. Mijn periode als bondscoach begon lang geleden met bijzonder goede resultaten. Maar vergis je niet, toen hadden we een paar zogenaamde '0-machines', paarden waarvan je bijna zeker wist dat ze foutloos zouden lopen. Zoals Okidoki van Albert Zoer, Up & Down van Jeroen Dubbeldam en Gerco Schröder en Berlin, daarna in Caen paarden Zenith, Bubalu, Verdi en London. In die tijd had je twee hele zekere paarden nodig en dan kwam je een eind, maar heden ten dage is de concurrentie zo sterk, dat je drie foutloze rondjes nodig hebt en die hebben we niet. De keuze was niet groot dit jaar en het programma druk. Na Barcelona was iedereen weer euforisch, maar als Harry Smolders, die met zijn derde paard reed, één balkje had laten vallen, waren we als vijfde geëindigd en dan was de stemming heel anders geweest. Het spelletje is heel mooi, maar ook heel moeilijk !”
Collega's
Rob staat bekend als een toegankelijk persoon. Hij kent iedereen. We zijn benieuwd of er collega’s zijn die hij extra is gaan waarderen in al die jaren. Hij uitte al eerder zijn waardering voor onze vragen, maar nu wordt hij heel enthousiast, we horen de warmte in zijn stem als hij antwoordt: “Ik heb aan niemand een hekel, ik gun iedereen de winst en het met elkaar doen, dat vind ik mooi. Na de berichtgeving over mijn ontslag heb ik dan ook heel veel warme reacties gehad en dat heeft me heel goed gedaan in deze abrupte situatie. Een paar namen die ik extra ben gaan waarderen, wil ik wel noemen, dat zijn Henrik Ankarcrona van Zweden, Otto Becker van Duitsland en Andy Kistler van Zwitserland”.
Welkom in Rotterdam
Rob kwam graag in Rotterdam blijkt uit ons gesprek. En wij zien hem er graag. Zijn brede lach naar iedereen, zijn opgestoken hand naar bekenden waar hij ook op het terrein was, zijn open persoonlijkheid voor iedereen, van vrijwilligers tot leden van het Koninklijk huis, zijn geduld, voor iedereen maakte hij tijd en had hij belangstelling. Iedereen waardeert Rob Ehrens en niemand wil hem missen. Daarom is onze voorlaatste vraag: Rob, we zien je komend jaar toch wel in Rotterdam? Het blijft even stil en dan zucht hij: “Ik weet het niet. De klap die is uitgedeeld is hard, heel hard, dit doet pijn en die dreun ga ik nog wel even voelen, ik weet niet of ik het over een half jaar verwerkt heb. Gelukkig heb ik een fijne familie en hebben we thuis een eigen stal waar ik aan de gang kan blijven, maar dit is zo ongelooflijk plotseling nadat ik heel loyaal ben geweest al die jaren ……. En dan ook nog zo aan het einde van het jaar. 19 Jaar heb ik me voor de KNHS ingezet, voor mezelf, maar zeker ook voor de KNHS en de Nederlandse springsport. Ik liep nooit vooraan, winnen deden we met elkaar. Ik wil niet met modder gooien, maar kan dit nog steeds niet plaatsen. Als ze me dit in het begin van het jaar hadden medegedeeld, was het een heel ander verhaal geweest, dan had ik zelfs mee willen denken over een opvolger en deze wegwijs willen maken.”
Onze nog even in functie zijnde bondscoach was stil nadat wij onze vraag gesteld hadden, maar nu zijn wij even stil ……. Rob, dit interview is niet voor niets. Er zijn heel veel toppers in 72 jaar CHIO waar we graag mee willen praten en herinneringen ophalen. Echter, jou hebben we bewust op dit moment benaderd. Je had eigenlijk al veel eerder aan de beurt geweest moeten zijn, maar waarschijnlijk moest het zo zijn. Zoals gezegd, je wordt altijd met open armen ontvangen in het Kralingse bos en onze waardering was en is groot. Dit is een beslissing geweest van de KNHS, maar niet van het CHIO Rotterdam, jij blijft bij ons altijd van harte welkom ! We hoeven hem gelukkig niet verder te overtuigen, het antwoord is duidelijk en ferm: “Oké, dan kom ik graag, ik zal er zijn!”
Nog één keer team goud
Zoals in veel gesprekken, vragen we Rob na deze mooie belofte tenslotte of hij zelf nog iets kwijt wil. En dat wil hij: “Ik mag terug kijken op 19 ongelooflijk mooie jaren dat ik Nederlandse springteams heb mogen begeleiden. Van 1* tot 5* concoursen, ik heb alles met even veel plezier gedaan. Ik had eigenlijk met Jeroen Dubbeldam de afspraak dat we samen nog één keer team goud zouden gaan halen, maar dat lukt helaas niet meer, dat moet hij alleen gaan doen. Maar, ondanks de ijskoude douche van drie minuten heb ik 19 jaren genoten en kijk ik met een warm gevoel op deze tijd terug”.
We zijn onder de indruk. Van de passie van onze bondscoach. We willen nog heel veel zeggen, maar we begrijpen elkaar, het is goed zo. Rob, namens het CHIO Rotterdam ongelooflijk bedankt voor alles. Als ruiter en als bondscoach, we hebben van je genoten! Eerst hele fijne feestdagen en daarna heel graag tot het CHIO 2022!
Bron: CHIO.nl
1980 debuut Rotterdam
Als we hem bellen is hij z'n kerstboom aan het optuigen, weer eens iets anders dan een paard. Rob begint zijn verhaal: “Voordat ik er als ruiter mocht rijden, ben ik als publiek in Rotterdam geweest, maar ik weet niet meer wanneer dat was. Wel dat dat een hele belevenis was, want als Limburgse boer kwam je niet vaak buiten de provincie. Mijn internationale debuut als ruiter was de eerste keer dat ik in Rotterdam mocht rijden, in 1980 bij de alternatieve Olympische Spelen. Dit was geen mooi debuut, ik kwam ten val in een niet fair gebouwd parcours, op de middelste sprong van de driesprong, een triple bar. Ik reed toen met Koh-I-Noor. Overigens was ik niet de enige die in die combinatie de fout in ging."
Longines FEI Nations Cup
Na zijn debuut als ruiter vragen we Rob naar zijn mooie carrière als bondscoach. Als CHIO, dat zich door de landenwedstrijd onderscheidt van andere internationale topconcoursen in ons land, zijn wij benieuwd of Rob weet hoeveel landenwedstrijden hij heeft mogen beleven. Rob is even verbaasd over onze vraag, maar is zelf ook benieuwd en begint enthousiast te tellen. Precies weet hij het niet, maar we komen uit op dik over de 100 ! Hoeveel hij er gewonnen heeft kan hij niet zeggen en daar is hij blij om, want Nick Skelton heeft Rob eens gezegd dat als hij de gewonnen (landen)wedstrijden kan tellen, het er te weinig waren. Wel weet hij dat hij in Rotterdam drie keer gewonnen heeft, waarvan de laatste dit bijna afgelopen jaar. Rob: “Iedere overwinning is natuurlijk mooi, maar dit jaar was wel extra mooi, na een moeilijke Corona periode en in eigen land. Ook vond ik het mooi dat Prinses Beatrix er weer bij was, zoals zo vaak in Rotterdam. Ik wilde haar eigenlijk mijn bloemen geven, maar dat vergat ik in alle commotie. Ook bijzonder vind ik de drie keer dat we de Longines FEI Nations Cup finale in Barcelona gewonnen hebben. Dat is uniek, dat hebben weinig landen ons nagedaan. Het leek soms of winnen in Rotterdam moeilijker was dan in het buitenland. Ik wilde dat ik een antwoord had op de vraag waarom dat zo was. Collega bondscoaches wonnen juist vaak in eigen land. Misschien waren wij te veel gefocust? In Aken wonnen we bijvoorbeeld vaker."
Pannenkoekenhuis De Big
We vragen Rob wat zijn favoriete concoursen (en ook om daarin eerlijk te zijn)zijn. Rob, na even hardop nadenken: “Dat zijn toch de concoursen met de landenwedstrijden, dat is het ultieme voor een bondscoach. Hickstead, Aken, Rome, Sankt Gallen, daar ging ik graag heen. De laatste omdat we daar vaak wonnen, maar ook omdat dit concoursen zijn waar ik een warm gevoel bij heb. Natuurlijk kwam ik graag in Rotterdam, een landenwedstrijd in eigen land is het meest ultieme, maar als jullie mij vragen om eerlijk te zijn ……. Één van de dingen waarom ik Rotterdam niet als eerste noemde, was overigens dit jaar wel verbeterd, dat was de plaats waar we konden eten. Andere jaren was dat nog wel eens iets verder weg, maar dit jaar was dat gezellig aan de ring, dat gaf een intiemer gevoel. Het logistieke verhaal in Rotterdam is niet ideaal, maar ik besef dat daar niets aan te veranderen is zo midden in de stad. Positief aan Rotterdam vind ik dat alles op het hoofdterrein heel dicht bij elkaar is. De inspringpiste is geweldig en de locatie in het bos is top. Ook voor de paarden, de stallen liggen rustig en je kunt bijna nergens je paard zo heerlijk in- en uitstappen als in het Kralingse Bos. Rotterdam heeft een bepaalde charme, iets romantisch, ja, ondanks mijn kleine puntjes van kritiek ben ik er altijd heel graag naar toe gegaan”. Rob moet lachen en we zijn benieuwd waarom. Hij legt uit: “Als ik aan Rotterdam denk, denk ik eigenlijk meteen aan Pannenkoekenhuis De Big. Ik eet het hele jaar geen enkele pannenkoek, maar in Rotterdam moet ik daar eten. Dit geldt ook voor de ruiters, De Big is een leuk detail van jullie concours, ruiters zijn vaak van huis en willen gezelligheid en dat vinden ze in Rotterdam zeker bij De Big”.
2021
We kunnen er niet omheen, 2021 was geen makkelijk jaar voor onze bondscoach. We vragen hem om te vertellen en open en eerlijk als hij is, doet hij dit op zijn eigen, duidelijke manier: “Ik heb dit jaar toch een aantal mooie wedstrijden mogen beleven. Zoals ik al eerder zei, Rotterdam winnen met de aanwezigheid van het Koninklijk huis, dat was geweldig. Barcelona winnen was ook mooi, maar anders, in eigen land dat staat ! Barcelona was wel mooi na alle negativiteit daarvoor. Tokio was natuurlijk niet slecht en voor Maikel van der Vleuten zelfs geweldig. Maar toen we de landenwedstrijd moesten rijden, was de accu leeg bij het team. Ondanks dat werden we toch vierde. Mijn periode als bondscoach begon lang geleden met bijzonder goede resultaten. Maar vergis je niet, toen hadden we een paar zogenaamde '0-machines', paarden waarvan je bijna zeker wist dat ze foutloos zouden lopen. Zoals Okidoki van Albert Zoer, Up & Down van Jeroen Dubbeldam en Gerco Schröder en Berlin, daarna in Caen paarden Zenith, Bubalu, Verdi en London. In die tijd had je twee hele zekere paarden nodig en dan kwam je een eind, maar heden ten dage is de concurrentie zo sterk, dat je drie foutloze rondjes nodig hebt en die hebben we niet. De keuze was niet groot dit jaar en het programma druk. Na Barcelona was iedereen weer euforisch, maar als Harry Smolders, die met zijn derde paard reed, één balkje had laten vallen, waren we als vijfde geëindigd en dan was de stemming heel anders geweest. Het spelletje is heel mooi, maar ook heel moeilijk !”
Collega's
Rob staat bekend als een toegankelijk persoon. Hij kent iedereen. We zijn benieuwd of er collega’s zijn die hij extra is gaan waarderen in al die jaren. Hij uitte al eerder zijn waardering voor onze vragen, maar nu wordt hij heel enthousiast, we horen de warmte in zijn stem als hij antwoordt: “Ik heb aan niemand een hekel, ik gun iedereen de winst en het met elkaar doen, dat vind ik mooi. Na de berichtgeving over mijn ontslag heb ik dan ook heel veel warme reacties gehad en dat heeft me heel goed gedaan in deze abrupte situatie. Een paar namen die ik extra ben gaan waarderen, wil ik wel noemen, dat zijn Henrik Ankarcrona van Zweden, Otto Becker van Duitsland en Andy Kistler van Zwitserland”.
Welkom in Rotterdam
Rob kwam graag in Rotterdam blijkt uit ons gesprek. En wij zien hem er graag. Zijn brede lach naar iedereen, zijn opgestoken hand naar bekenden waar hij ook op het terrein was, zijn open persoonlijkheid voor iedereen, van vrijwilligers tot leden van het Koninklijk huis, zijn geduld, voor iedereen maakte hij tijd en had hij belangstelling. Iedereen waardeert Rob Ehrens en niemand wil hem missen. Daarom is onze voorlaatste vraag: Rob, we zien je komend jaar toch wel in Rotterdam? Het blijft even stil en dan zucht hij: “Ik weet het niet. De klap die is uitgedeeld is hard, heel hard, dit doet pijn en die dreun ga ik nog wel even voelen, ik weet niet of ik het over een half jaar verwerkt heb. Gelukkig heb ik een fijne familie en hebben we thuis een eigen stal waar ik aan de gang kan blijven, maar dit is zo ongelooflijk plotseling nadat ik heel loyaal ben geweest al die jaren ……. En dan ook nog zo aan het einde van het jaar. 19 Jaar heb ik me voor de KNHS ingezet, voor mezelf, maar zeker ook voor de KNHS en de Nederlandse springsport. Ik liep nooit vooraan, winnen deden we met elkaar. Ik wil niet met modder gooien, maar kan dit nog steeds niet plaatsen. Als ze me dit in het begin van het jaar hadden medegedeeld, was het een heel ander verhaal geweest, dan had ik zelfs mee willen denken over een opvolger en deze wegwijs willen maken.”
Onze nog even in functie zijnde bondscoach was stil nadat wij onze vraag gesteld hadden, maar nu zijn wij even stil ……. Rob, dit interview is niet voor niets. Er zijn heel veel toppers in 72 jaar CHIO waar we graag mee willen praten en herinneringen ophalen. Echter, jou hebben we bewust op dit moment benaderd. Je had eigenlijk al veel eerder aan de beurt geweest moeten zijn, maar waarschijnlijk moest het zo zijn. Zoals gezegd, je wordt altijd met open armen ontvangen in het Kralingse bos en onze waardering was en is groot. Dit is een beslissing geweest van de KNHS, maar niet van het CHIO Rotterdam, jij blijft bij ons altijd van harte welkom ! We hoeven hem gelukkig niet verder te overtuigen, het antwoord is duidelijk en ferm: “Oké, dan kom ik graag, ik zal er zijn!”
Nog één keer team goud
Zoals in veel gesprekken, vragen we Rob na deze mooie belofte tenslotte of hij zelf nog iets kwijt wil. En dat wil hij: “Ik mag terug kijken op 19 ongelooflijk mooie jaren dat ik Nederlandse springteams heb mogen begeleiden. Van 1* tot 5* concoursen, ik heb alles met even veel plezier gedaan. Ik had eigenlijk met Jeroen Dubbeldam de afspraak dat we samen nog één keer team goud zouden gaan halen, maar dat lukt helaas niet meer, dat moet hij alleen gaan doen. Maar, ondanks de ijskoude douche van drie minuten heb ik 19 jaren genoten en kijk ik met een warm gevoel op deze tijd terug”.
We zijn onder de indruk. Van de passie van onze bondscoach. We willen nog heel veel zeggen, maar we begrijpen elkaar, het is goed zo. Rob, namens het CHIO Rotterdam ongelooflijk bedankt voor alles. Als ruiter en als bondscoach, we hebben van je genoten! Eerst hele fijne feestdagen en daarna heel graag tot het CHIO 2022!
Bron: CHIO.nl