Skip to content

Copyright

Steve Guerdat in de clinch met FEI op perconferentie

Een gefrustreerde parcoursbouwer, een FEI-ambtenaar die het smeulende brandje probeerde te blussen en een Olympisch kampioen die juist weer olie op het vuur gooide. Dat waren de ingrediënten voor een pittige discussie over de toegestane tijd die na afloop van het tweede onderdeel van de wereldbekerfinale in het openbaar werd gevoerd op de persconferentie.

Parcoursbouwer Frank Rothenberger kon met 21 foutlozen in de barrage de nodige vragen verwachten na afloop en kreeg deze ook. Hij erkende al snel dat hij zich vergist had en de toegestane tijd te ruim had gezet. Toen hij echter de vraag kreeg waarom hij dan niet na de eerste drie starters deze tijd had aangepast, zoals vaker gebeurt, was het meteen duidelijk dat er meer aan de hand was. ‘Dat is het gevolg van een nieuwe regel. Het is niet meer toegestaan om de toegestane tijd aan te passen. Ik heb deze tijd gebaseerd op de ideale lijn en dit afgestemd met de juryleden, die mij daarin hadden gevolgd. Ik zag echter al snel dat deze tijd teruggezet had moeten worden naar 73 of 72 seconden, maar ik kreeg geen toestemming van de jury.’

Op dat moment nam John Roche, directeur springen van de FEI, de micro in de hand. De Ier interrumpeerde de Duitser: ‘Er is helemaal geen sprake van gewijzigde regels. De parcoursbouwer moet het parcours meten via de ideale lijn en stelt de toegestane tijd vervolgens vast op basis van de in de regels vastgelegde snelheid van 350 m/min voor een indoorparcours. Door de jaren heen hebben de parcoursbouwers deze tijd te vaak naar eigen gelieve aangepast, maar daar gaan we niet meer mee akkoord. Op het EK in Herning werd de toegestane tijd flink ingekort na de eerste starter, dat betekende dat de paarden verplicht werden om sneller rond te gaan dan de voor een outdoorwedstrijd vastgelegde 400 m/min. En zoiets mag niet.’

De woorden van Roche bleken niet bepaald een verzoenende werking te hebben op Steve Guerdat, aanwezig op de persconferentie vanwege zijn leidende positie in de tussenstand. De Zwitser viel Roche in de rede: ‘Is de wereldbekerfinale dan de gelegenheid om ineens dit door te voeren? Het is aan de parcoursbouwer om die tijd aan te passen. Alleen zij kunnen dat goed inschatten.’ Roche: ‘Ik denk niet dat dit de plek is om deze discussie te voeren. Dit staat al op de agenda en zal besproken gaan worden als we het over de toekomst van de springsport hebben.’ Guerdat: ‘Dit moeten we aan onze paarden vragen. Ik denk dat zij liever de tijd vier seconden korter hebben dan de oxers tien centimeter breder of hoger. Het is aan de paarden, de ruiters en de parcourbouwer om dit te bepalen en niet aan de FEI!’ Waarna Roche verstandig besloot er het zwijgen toe te doen.

Bron: De Hoefslag

Een gefrustreerde parcoursbouwer, een FEI-ambtenaar die het smeulende brandje probeerde te blussen en een Olympisch kampioen die juist weer olie op het vuur gooide. Dat waren de ingrediënten voor een pittige discussie over de toegestane tijd die na afloop van het tweede onderdeel van de wereldbekerfinale in het openbaar werd gevoerd op de persconferentie.

Parcoursbouwer Frank Rothenberger kon met 21 foutlozen in de barrage de nodige vragen verwachten na afloop en kreeg deze ook. Hij erkende al snel dat hij zich vergist had en de toegestane tijd te ruim had gezet. Toen hij echter de vraag kreeg waarom hij dan niet na de eerste drie starters deze tijd had aangepast, zoals vaker gebeurt, was het meteen duidelijk dat er meer aan de hand was. ‘Dat is het gevolg van een nieuwe regel. Het is niet meer toegestaan om de toegestane tijd aan te passen. Ik heb deze tijd gebaseerd op de ideale lijn en dit afgestemd met de juryleden, die mij daarin hadden gevolgd. Ik zag echter al snel dat deze tijd teruggezet had moeten worden naar 73 of 72 seconden, maar ik kreeg geen toestemming van de jury.’

Op dat moment nam John Roche, directeur springen van de FEI, de micro in de hand. De Ier interrumpeerde de Duitser: ‘Er is helemaal geen sprake van gewijzigde regels. De parcoursbouwer moet het parcours meten via de ideale lijn en stelt de toegestane tijd vervolgens vast op basis van de in de regels vastgelegde snelheid van 350 m/min voor een indoorparcours. Door de jaren heen hebben de parcoursbouwers deze tijd te vaak naar eigen gelieve aangepast, maar daar gaan we niet meer mee akkoord. Op het EK in Herning werd de toegestane tijd flink ingekort na de eerste starter, dat betekende dat de paarden verplicht werden om sneller rond te gaan dan de voor een outdoorwedstrijd vastgelegde 400 m/min. En zoiets mag niet.’

De woorden van Roche bleken niet bepaald een verzoenende werking te hebben op Steve Guerdat, aanwezig op de persconferentie vanwege zijn leidende positie in de tussenstand. De Zwitser viel Roche in de rede: ‘Is de wereldbekerfinale dan de gelegenheid om ineens dit door te voeren? Het is aan de parcoursbouwer om die tijd aan te passen. Alleen zij kunnen dat goed inschatten.’ Roche: ‘Ik denk niet dat dit de plek is om deze discussie te voeren. Dit staat al op de agenda en zal besproken gaan worden als we het over de toekomst van de springsport hebben.’ Guerdat: ‘Dit moeten we aan onze paarden vragen. Ik denk dat zij liever de tijd vier seconden korter hebben dan de oxers tien centimeter breder of hoger. Het is aan de paarden, de ruiters en de parcourbouwer om dit te bepalen en niet aan de FEI!’ Waarna Roche verstandig besloot er het zwijgen toe te doen.

Bron: De Hoefslag

Vorige Kent Ferrington oppermachtig in tweede omloop WB finale Volgende Dujardin & Valegro winnen de Wereldbeker Finale met nieuwe Kür