Het KNHS-trainersseminar Springen 2019 had als motto ‘trainen met passie en ambitie’. Op vrijdagavond, toen twee bondscoaches springen, Rob Ehrens en Edwin Hoogenraat, de springinstructeurs ontvingen, was de rode draad vooral communicatie en geduld. Zoals Rob Ehrens zei: ‘Springen is dressuur rijden tussen de hindernissen. Zolang de basis niet goed is, blijft springen een survival act.’
Voor het Trainersseminar Springen gingen Edwin, de bondscoach van de pony’s en children, en Rob, bondscoach van de senioren, aan de slag met drie groepjes paarden. Als eerste kwamen twee paarden op B-niveau in de baan. Edwins zoon Mark reed Crystal Palace Z (Canabis Z x Caretino) en leerling Delphine Klopper Jumping Jolly (Vancouver x Unaniem). ‘Dit zijn twee vijfjarige merries, maar je moet ze beschouwen als vierjarige. Crystal Palace hebben we vorig jaar zadelmak gemaakt, maar ze bleef moe. Ze was in korte tijd 10 centimeter groter geworden. Toen hebben we haar terug in de wei gezet, een paard heeft de tijd nodig om te groeien. De merrie van Delphine liep afgelopen zomer een paar parcoursen van 90 cm. en ging daarna terug naar haar eigenaar. Sinds enkele weken is ze weer terug.’
De jonge paarden vinden de Amaliahal met aankleding en publiek heel spannend, maar de ruiters blijven rustig. ‘Laat ze maar een beetje kijken’, is het advies van Edwin, ‘het belangrijkste is dat ze op eigen benen lopen, op zoek gaan naar de hand. In de wendingen voldoende buiging om het binnenbeen, op de rechte lijnen recht. Blijf vanuit je been naar de hand toe rijden. Rijd een volte waar het niet spannend is. Wacht tot je paard ontspant, je kunt het niet afdwingen.’
Edwin neemt veel tijd voor het loswerken. Wel wordt in de galop al een wisseltje meegenomen. ‘Pak dat spelenderwijs mee. Kies een logische lijn en probeer een wisseltje te rijden. Als het niet lukt, maak ik daar in deze fase van de opleiding geen punt van. Als een paard goed galoppeert, dan lukt het uiteindelijk wel.’ Waar de instructeur wel een punt van maakt is slechte overgangen. Hij benadrukt hoe belangrijk het is om consequent te zijn. ‘Ik heb een hekel aan een slechte overgang. De ruiter moet elke overgang, naar voren of terug, correct inzetten. Daar leert een paard van, daar wordt een paard gehoorzaam van. Als het niet lukt, oké, maar de ruiter moet het wel proberen goed te doen.’
Volledig Verslag: KLIK HIER
Het KNHS-trainersseminar Springen 2019 had als motto ‘trainen met passie en ambitie’. Op vrijdagavond, toen twee bondscoaches springen, Rob Ehrens en Edwin Hoogenraat, de springinstructeurs ontvingen, was de rode draad vooral communicatie en geduld. Zoals Rob Ehrens zei: ‘Springen is dressuur rijden tussen de hindernissen. Zolang de basis niet goed is, blijft springen een survival act.’
Voor het Trainersseminar Springen gingen Edwin, de bondscoach van de pony’s en children, en Rob, bondscoach van de senioren, aan de slag met drie groepjes paarden. Als eerste kwamen twee paarden op B-niveau in de baan. Edwins zoon Mark reed Crystal Palace Z (Canabis Z x Caretino) en leerling Delphine Klopper Jumping Jolly (Vancouver x Unaniem). ‘Dit zijn twee vijfjarige merries, maar je moet ze beschouwen als vierjarige. Crystal Palace hebben we vorig jaar zadelmak gemaakt, maar ze bleef moe. Ze was in korte tijd 10 centimeter groter geworden. Toen hebben we haar terug in de wei gezet, een paard heeft de tijd nodig om te groeien. De merrie van Delphine liep afgelopen zomer een paar parcoursen van 90 cm. en ging daarna terug naar haar eigenaar. Sinds enkele weken is ze weer terug.’
De jonge paarden vinden de Amaliahal met aankleding en publiek heel spannend, maar de ruiters blijven rustig. ‘Laat ze maar een beetje kijken’, is het advies van Edwin, ‘het belangrijkste is dat ze op eigen benen lopen, op zoek gaan naar de hand. In de wendingen voldoende buiging om het binnenbeen, op de rechte lijnen recht. Blijf vanuit je been naar de hand toe rijden. Rijd een volte waar het niet spannend is. Wacht tot je paard ontspant, je kunt het niet afdwingen.’
Edwin neemt veel tijd voor het loswerken. Wel wordt in de galop al een wisseltje meegenomen. ‘Pak dat spelenderwijs mee. Kies een logische lijn en probeer een wisseltje te rijden. Als het niet lukt, maak ik daar in deze fase van de opleiding geen punt van. Als een paard goed galoppeert, dan lukt het uiteindelijk wel.’ Waar de instructeur wel een punt van maakt is slechte overgangen. Hij benadrukt hoe belangrijk het is om consequent te zijn. ‘Ik heb een hekel aan een slechte overgang. De ruiter moet elke overgang, naar voren of terug, correct inzetten. Daar leert een paard van, daar wordt een paard gehoorzaam van. Als het niet lukt, oké, maar de ruiter moet het wel proberen goed te doen.’
Volledig Verslag: KLIK HIER