De fysieke toestand en ontwikkeling van de kudde werd nauwlettend in de gaten gehouden door middel van dagelijkse inspecties alsook door doorlopende studies van gedrag met het HoofStep-systeem. Drie maanden na opstart van het project klinken de huidige bevindingen als volgt:

"De paarden in Brösarp vertonen meer dan dubbel zoveel activiteit als de controlegroep in de kleinere vrijloopgebieden en meer dan vier keer zoveel als de paarden in het stal-/paddockgebied. Verder leggen de paarden in Brösarp afstanden af die vergelijkbaar zijn met die van paarden in het wild, gemiddeld zo'n 8 kilometer per dag. De controlegroep in het kleinere vrijloopgebied legt hiervan de helft af, de paarden op stal of op de paddock doen zo'n 2 kilometer per dag. Alle groepen kauwen zo'n 11 uur per dag, wat de 14 tot 18 uur benaderd die wilde paarden al kauwend doorbrengen."

Door deze eerste bevindingen sluit het tussentijds rapport af met enkele vaststellingen. Zo stelt de studie dat paarden nood hebben aan grote, heuvelachtige weides om genoeg beweging te krijgen. Paarden in kleinere weides zouden, om dit te compenseren, zo'n 1,5 uur per dag aan extra beweging moeten krijgen. 

Peder Fredricson zei tegen World of Showjumping: "Ik ben blij dat het project zo goed verloopt. Ik denk dat het de manier bij uitstek is om jonge paarden later te laten opgroeien tot sterke atleten."

Het algehele doel van de studie is om uiteindelijk betere, gezondere sportpaarden te produceren. Het project zal data blijven verzamelen en wil volgend jaar de kudde nog uitbreiden. 

Bron: World of Showjumping