Skip to content

Copyright

Leidt een (onjuist) keuringsrapport tot aansprakelijkheid?

Als een paard bij verkoop (goed)gekeurd is, of een paard wordt verkocht met een recent keuringsrapport, dan zal de koper er op vertrouwen dat hij een gezond paard heeft gekocht. Helaas weten we allemaal wel dat dat niet altijd het geval is. Het rapport blijkt achteraf toch te positief. Is de keuringsarts dan aansprakelijk voor de schade?

Wat is de norm?

De aan te leggen tuchtrechtelijke norm is volgens het Veterinair Tuchtcollege of de dierenarts tekort is geschoten in de zorg die hij als dierenarts jegens een dier had moeten betrachten, dan wel of hij anderszins tekort is geschoten in hetgeen van hem als beoefenaar van de diergeneeskunde mocht worden verwacht.

Wie kan er een klacht indienen?

Uiteraard kan de opdrachtgever zelf een klacht indienen. Bijzonder is het echter dat ook een koper die zijn aankoopbeslissing heeft gegrond op een rapport, waarvoor hij zelf geen opdracht heeft verleend een klacht kan indienen bij het Veterinair Tuchtcollege. De gedachte daarachter is dat van de dierenarts een objectief, niet partijdig oordeel wordt verwacht, waarop ook de derde, niet zijnde de opdrachtgever, moet kunnen vertrouwen.

Wat kun je met zo’n tuchtrechtelijk oordeel?

Dierenartsen maken net als u en ik fouten. Dat is spijtig, maar wel de realiteit. Uiteraard zijn dierenartsen verzekerd voor het geval vast komt te staan dat zij een fout hebben gemaakt. Als wordt vastgesteld dat er sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, dan zal het Veterinair Tuchtcollege weliswaar een tuchtrechtelijke maatregel opleggen, maar het kan geen schadevergoeding toekennen.

Daarvoor is (helaas) de gang naar de gewone rechter nodig. De gewone rechter toetst echter aan een andere norm dan de tuchtrechter. Als de schade wordt geleden door de opdrachtgever, dan kan hij zijn schade verhalen op grond van wanprestatie. De derde, niet zijnde de opdrachtgever, moet stellen dat de dierenarts jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld. Als er sprake is van wanprestatie en/of onrechtmatig handelen dan is de dierenarts in beginsel aansprakelijk voor de schade.

In beginsel, want het model onderzoeksrapport bevat een zgn exoneratiebeding. Met zo’n exoneratiebeding beperkt de keurende dierenarts zijn aansprakelijkheid voor de schade tot die gevallen waarin bewezen wordt dat de dierenarts de fout opzettelijk heeft gemaakt, dan wel de fout een gevolg is van bewust roekeloos handelen. Het bijzondere is dat zo’n exoneratiebeding niet alleen tegen de opdrachtgever kan worden ingeroepen, maar ook tegen de derde, die immers helemaal geen partij was bij de opdracht.

Die opzet is natuurlijk heel moeilijk te bewijzen en die hindernis zal dan ook (bijna altijd) te hoog zijn.

Maar hoe zit het dan met die bewuste roekeloosheid?

Bij de term ‘opzet’ kunnen we ons allemaal iets voorstellen, maar wanneer is er nou sprake van ‘bewuste roekeloosheid’?

Er zijn daarvoor drie criteria te geven:

1. Het moet gaan om een fout van de dierenarts die niet gemaakt had mogen worden en

2. waarvan de dierenarts zich bewust was dat daardoor schade zou kunnen ontstaan en

3. waarbij die kans op schade bewust door de dierenarts is aanvaard.

Iets eenvoudiger gezegd, het moet gaan om welbewust onzorgvuldig gedrag. Hoewel ook die hindernis moeilijk te nemen zal zijn, zijn er best omstandigheden denkbaar waarin dat toepasbaar is.

Conclusie

Het oordeel van het Veterinair Tuchtcollege kan aanknopingspunten opleveren voor de stelling dat er sprake is van bewust roekeloos handelen, maar het handelen van de dierenarts zal niet vaak als bewust roekeloos worden gekwalificeerd omdat de criteria daarvoor zeer strikt zijn.

Een paard kopen op basis van een bestaand recent keuringsrapport is daarom (te) risicovol.

bron: EBH Legal - met goedkeuring gepubliceerd op Equnews

Wat is de norm?

De aan te leggen tuchtrechtelijke norm is volgens het Veterinair Tuchtcollege of de dierenarts tekort is geschoten in de zorg die hij als dierenarts jegens een dier had moeten betrachten, dan wel of hij anderszins tekort is geschoten in hetgeen van hem als beoefenaar van de diergeneeskunde mocht worden verwacht.

Wie kan er een klacht indienen?

Uiteraard kan de opdrachtgever zelf een klacht indienen. Bijzonder is het echter dat ook een koper die zijn aankoopbeslissing heeft gegrond op een rapport, waarvoor hij zelf geen opdracht heeft verleend een klacht kan indienen bij het Veterinair Tuchtcollege. De gedachte daarachter is dat van de dierenarts een objectief, niet partijdig oordeel wordt verwacht, waarop ook de derde, niet zijnde de opdrachtgever, moet kunnen vertrouwen.

Wat kun je met zo’n tuchtrechtelijk oordeel?

Dierenartsen maken net als u en ik fouten. Dat is spijtig, maar wel de realiteit. Uiteraard zijn dierenartsen verzekerd voor het geval vast komt te staan dat zij een fout hebben gemaakt. Als wordt vastgesteld dat er sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, dan zal het Veterinair Tuchtcollege weliswaar een tuchtrechtelijke maatregel opleggen, maar het kan geen schadevergoeding toekennen.

Daarvoor is (helaas) de gang naar de gewone rechter nodig. De gewone rechter toetst echter aan een andere norm dan de tuchtrechter. Als de schade wordt geleden door de opdrachtgever, dan kan hij zijn schade verhalen op grond van wanprestatie. De derde, niet zijnde de opdrachtgever, moet stellen dat de dierenarts jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld. Als er sprake is van wanprestatie en/of onrechtmatig handelen dan is de dierenarts in beginsel aansprakelijk voor de schade.

In beginsel, want het model onderzoeksrapport bevat een zgn exoneratiebeding. Met zo’n exoneratiebeding beperkt de keurende dierenarts zijn aansprakelijkheid voor de schade tot die gevallen waarin bewezen wordt dat de dierenarts de fout opzettelijk heeft gemaakt, dan wel de fout een gevolg is van bewust roekeloos handelen. Het bijzondere is dat zo’n exoneratiebeding niet alleen tegen de opdrachtgever kan worden ingeroepen, maar ook tegen de derde, die immers helemaal geen partij was bij de opdracht.

Die opzet is natuurlijk heel moeilijk te bewijzen en die hindernis zal dan ook (bijna altijd) te hoog zijn.

Maar hoe zit het dan met die bewuste roekeloosheid?

Bij de term ‘opzet’ kunnen we ons allemaal iets voorstellen, maar wanneer is er nou sprake van ‘bewuste roekeloosheid’?

Er zijn daarvoor drie criteria te geven:

1. Het moet gaan om een fout van de dierenarts die niet gemaakt had mogen worden en

2. waarvan de dierenarts zich bewust was dat daardoor schade zou kunnen ontstaan en

3. waarbij die kans op schade bewust door de dierenarts is aanvaard.

Iets eenvoudiger gezegd, het moet gaan om welbewust onzorgvuldig gedrag. Hoewel ook die hindernis moeilijk te nemen zal zijn, zijn er best omstandigheden denkbaar waarin dat toepasbaar is.

Conclusie

Het oordeel van het Veterinair Tuchtcollege kan aanknopingspunten opleveren voor de stelling dat er sprake is van bewust roekeloos handelen, maar het handelen van de dierenarts zal niet vaak als bewust roekeloos worden gekwalificeerd omdat de criteria daarvoor zeer strikt zijn.

Een paard kopen op basis van een bestaand recent keuringsrapport is daarom (te) risicovol.

bron: EBH Legal - met goedkeuring gepubliceerd op Equnews

Vorige MT Stables , ondernemer van het jaar: “Super trots” Volgende Nieuwe dressuurproeven vanaf 1 april