De richtlijn Rhinopneumonie bij het paard van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) heeft als doel dierenartsen een overzicht te geven van de 3 klinische vormen van rhinopneumonie bij het paard. De richtlijn doet aanbevelingen over het bevestigen van de klinische diagnose, de behandeling van de verschillende vormen van klinische rhinopneumonie en de management- en preventiemaatregelen die de dierenarts de eigenaar kan adviseren. De richtlijn is 24 maart gepubliceerd en zal naar verwachting op 19 mei door het bestuur van de KNMvD worden vastgesteld. Rhinopneumonie bij het paard is een virusinfectie die veroorzaakt kan worden door het Equine herpesvirus type 1 of type 4. De aandoening kent 3 klinische verschijningsvormen: de respiratoire vorm (verkoudheidssymptomen), de abortusvorm (abortus en soms de geboorte van zwakke veulens die binnen enkele dagen sterven) en de neurologische vorm (ook wel Equine Herpesvirus Myeloencephalopathy – EHM genoemd). De richtlijn Rhinopneumonie is opgesteld door een daartoe geïnstalleerde, multidisciplinaire werkgroep, in opdracht van het bestuur van de KNMvD. De richtlijn vertegenwoordigt de geldende professionele standaard ten tijde van de opstelling en is niet te beschouwen als wettelijk voorschrift. De richtlijntekst is opgedeeld in drie delen. Deel 1 geeft in het kort de belangrijkste aanbevelingen weer. Deel 2, de hoofdtekst, bevat de toelichting op deze aanbevelingen. De onderbouwing van de aanbevelingen is te vinden in deel 3. De urgentie van een aanbeveling is afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit van het onderliggende bewijs. Deze urgentie blijkt uit de bewoording van de aanbevelingen. De gehele richtlijn Rhinopneumonie is te vinden op de website van de KNMvD.