Elke week geven we je een tip van onze beste trainers en coaches waar je thuis mee aan de slag kunt. De onderwerpen en disciplines waarover zij je tips gaan geven lopen uiteen. Ze hebben echter één ding gemeen, het paard! Daarbij staat bij alles wat we doen het welzijn van het paard voorop. Deze week een belangrijke van Lammert Haanstra over het ondertreden van de achterbenen van het paard.
Nageeflijkheid en spiraalsgewijs openen en sluiten van de volte oefening:
Een leuke oefening voor het vergroten van de balans van je paard maar ook wanneer je moeite hebt je paard goed aan de teugel te rijden, is het spiraalsgewijs sluiten en
openen van de volte. Niet aan de teugel willen heeft vaak te maken met niet goed ondertredende achterbenen. Door het op een grote volte te proberen en deze volte spiraalsgewijs te sluiten, treedt het binnenachterbeen van je paard automatisch meer onder. Daarbij buigt hij ook nog eens in zijn lijf. Het is bij deze oefening van belang dat je heel bewust geleidelijk de volte sluit. Doe je dit niet dan verliest je paard zijn balans onder je, valt hij over zijn schouder weg en heeft de oefening geen oefenwaarde. (Dat wil zeggen; dan levert het jullie niets op).
Het spiraalsgewijs sluiten van de volte start vanaf een grote volte (doorsnede 20 meter) dit kun je zowel bij A, C als bij E-B rijden. Vanuit deze grote volte stuur je je paard spiraalsgewijs geleidelijk naar binnen tot je een volte rijdt van zo’n 12 tot 15 meter. De hulpen hiervoor zijn dezelfde als die je altijd gebruikt op het rijden van een volte. De richtlijn voor het aantal spiralen (kleiner wordende voltes) dat je rijdt om tot de kleine volte met een diameter tussen de 12 tot 15 meter te komen is ongeveer 1, voor het verkleinen van de volte tot ca. 8 meter is dit ongeveer 3. Ditzelfde geldt voor het weer spiraalsgewijs vergroten van de volte totdat je weer op de grote volte rijdt. Let op dat je je paard correct door de wendingen rijdt met de juiste stelling en buiging en hem niet over zijn schouder laat vallen. Het is de bedoeling dat hij netjes in balans blijft lopen onder je. Wanneer je merkt dat je paard over zijn schouder valt of uit balans raakt rijd je door op een volte van dezelfde grootte, dus even niet verkleinen en vergroten totdat je de juiste balans weer te pakken hebt. Daarna kun je weer doorgaan met de oefening.
Blijf goed op je eigen houding letten. Als je zelf niet goed zit, kun je niet van je paard verwachten dat hij zijn werk doet. Bovendien kun je alleen maar voelen wat er onder je gebeurt als je ontspannen meegaat met de bewegingen van je paard. Richt je aandacht op het activeren van zijn achterbenen en houd steeds contact met de mond van je paard zonder te trekken.
Bron: KNHS
Nageeflijkheid en spiraalsgewijs openen en sluiten van de volte oefening:
Een leuke oefening voor het vergroten van de balans van je paard maar ook wanneer je moeite hebt je paard goed aan de teugel te rijden, is het spiraalsgewijs sluiten en
openen van de volte. Niet aan de teugel willen heeft vaak te maken met niet goed ondertredende achterbenen. Door het op een grote volte te proberen en deze volte spiraalsgewijs te sluiten, treedt het binnenachterbeen van je paard automatisch meer onder. Daarbij buigt hij ook nog eens in zijn lijf. Het is bij deze oefening van belang dat je heel bewust geleidelijk de volte sluit. Doe je dit niet dan verliest je paard zijn balans onder je, valt hij over zijn schouder weg en heeft de oefening geen oefenwaarde. (Dat wil zeggen; dan levert het jullie niets op).
Het spiraalsgewijs sluiten van de volte start vanaf een grote volte (doorsnede 20 meter) dit kun je zowel bij A, C als bij E-B rijden. Vanuit deze grote volte stuur je je paard spiraalsgewijs geleidelijk naar binnen tot je een volte rijdt van zo’n 12 tot 15 meter. De hulpen hiervoor zijn dezelfde als die je altijd gebruikt op het rijden van een volte. De richtlijn voor het aantal spiralen (kleiner wordende voltes) dat je rijdt om tot de kleine volte met een diameter tussen de 12 tot 15 meter te komen is ongeveer 1, voor het verkleinen van de volte tot ca. 8 meter is dit ongeveer 3. Ditzelfde geldt voor het weer spiraalsgewijs vergroten van de volte totdat je weer op de grote volte rijdt. Let op dat je je paard correct door de wendingen rijdt met de juiste stelling en buiging en hem niet over zijn schouder laat vallen. Het is de bedoeling dat hij netjes in balans blijft lopen onder je. Wanneer je merkt dat je paard over zijn schouder valt of uit balans raakt rijd je door op een volte van dezelfde grootte, dus even niet verkleinen en vergroten totdat je de juiste balans weer te pakken hebt. Daarna kun je weer doorgaan met de oefening.
Blijf goed op je eigen houding letten. Als je zelf niet goed zit, kun je niet van je paard verwachten dat hij zijn werk doet. Bovendien kun je alleen maar voelen wat er onder je gebeurt als je ontspannen meegaat met de bewegingen van je paard. Richt je aandacht op het activeren van zijn achterbenen en houd steeds contact met de mond van je paard zonder te trekken.
Bron: KNHS