Skip to content

Copyright

KNHS, FNRS en KWPN willen samenwerken voor Grotere dossiers

Drie organisaties die op dezelfde plek gehuisvest zijn en een belangrijke rol binnen dezelfde sector spelen. Dan is het niet meer dan logisch dat ze elkaar opzoeken en samenwerken. De nieuwe directeuren van de KNHS en het KWPN zijn hiervan doordrongen, net als hun al langere tijd bij de FNRS werkzame collega. In een gezamenlijk interview lichten Patrice Assendelft (KNHS), Haike Blaauw (FNRS) en Bastiaan Meerburg (KWPN, foto v.l.n.r.) het belang van samenwerking tussen hun organisaties toe.

De KNHS en FNRS kennen al langere tijd een officieel samenwerkingsverband en ook het KWPN weet beide andere organisaties te vinden op elkanders raakvlakken. Het is een logische ontwikkeling, maar tegelijkertijd niet geheel vanzelfsprekend, met oog op de aanloop ernaar toe. Onder het verleden kunnen we echter een dikke streep zetten, zo blijkt uit het gesprek tussen de drie directeuren. Vooruitkijken is het devies, al was het alleen al omdat huidige tijden eerder om meer dan minder samenwerking vragen. 

Allereerst is daar de centrale plek die het KWPN, de KNHS en de FNRS fysiek met elkaar bindt: het Nationaal Hippisch Centrum (NHC). Haike Blaauw, inmiddels zeven jaar algemeen directeur bij de brancheorganisatie voor hippische ondernemers, weet waar knelpunten én mogelijkheden liggen voor zijn achterban als we het over de exploitatie van het NHC hebben. Hij zegt: “We hebben 450 leden waarvan het grootste deel grote accommodaties heeft, waar ze zelf graag evenementen organiseren. Ze zien het NHC deels als concurrent. Wat ik ze echter steeds voorhoud, is dat je het NHC zou kunnen zien als de slagroom op de taart. Hier organiseer je de finales en grote evenementen, zodat ruiters op neutraal terrein een geweldige belevenis kunnen ervaren. Tegenwoordig worden finales van de KNHS-FNRS Spring- en Zitcompetitie op het NHC gehouden, omdat dat iets extra’s biedt. We kunnen op dat gebied nog veel creatiever zijn en in de toekomst ook andere evenementen hier laten plaatsvinden. Het moet echter nooit -en dat is een opdracht die ik heb meegekregen- ten koste gaan van de eigen omzet en het voortbestaan van onze leden. Het moet additioneel zijn en ik denk dat er dan best een en ander mogelijk is.” 

Drie-eenheid

Bastiaan Meerburg is sinds juli algemeen directeur bij het KWPN. Hij gaat verder in op deze woorden en zegt: “Sowieso zijn de accommodaties hier fantastisch en feitelijk hebben we vanuit onze organisaties te maken met een prachtige drie-eenheid. De aanwezige kennis over fokkerij, sport en ondernemerschap is hier op het centrum uitstekend te combineren. Zodra je ervoor kiest meer te gaan samenwerken, kun je het NHC uitbouwen tot die fantastische plek waar sport en fokkerij tot op hoog niveau bij elkaar komen. Een mooi voorbeeld daarvan is het WK Jonge Dressuurpaarden. We zouden veel meer van dat soort evenementen gezamenlijk moeten organiseren, en dan wel onder de voorwaarde die Haike aangaf. Het moet natuurlijk niet ondermijnend werken op de accommodaties in het veld. Maar we hebben hier nu eenmaal de mogelijkheden, dus laten we die zo goed als kan benutten.”

Slimmer zijn

Voor kersvers KNHS-directeur Patrice Assendelft klinkt het als muziek in de oren: “In de huidige maatschappij zie je dat het makkelijker is om verschillen uit te vergroten, de zogenaamde polarisatie. Dat is niet wat we in de paardensector moeten doen. De kracht zit in de samenwerking. We zien gezamenlijk zoveel uitdagingen voor ons liggen, dat we de handen ineen moeten slaan, ook op het Nationaal Hippisch Centrum. En als je dan op jaarbasis veel dagen hebt waarop je hier bij wijze van spreken een kanon kunt afschieten, vind ik dat zorgelijk. In die zin moet op het NHC eigenlijk dagelijks enige vorm van ‘paardenreuring’ zijn, of het nu opleidingen zijn of een evenement. Ik deel daarbij de mening van Haike dat je het niet moet afsnoepen van mensen die ook iets organiseren, maar daar bovenop kun je hier prachtige dingen doen. We moeten dan wel slimmer zijn. Als we bijvoorbeeld een accommodatie voor een evenement bouwen, moeten we die langer en breder kunnen inzetten. Het kan alvast niet zo zijn dat het NHC, dat met geld van leden is neergezet, soms een stilteplek lijkt. Deze plek moet paardenreuring en gastvrijheid uitstralen en dat kunnen we met zijn drieën voor elkaar krijgen.”

Sectorraad Paarden

Assendelft refereerde al aan de huidige tijd met veel uitdagingen en gaat hier verder op in: “Met alle aandacht voor paardenwelzijn kan het niet anders dan dat je elkaar op de onderwerpen hierover vindt. Als je het over welzijn , de publieke opinie en een gemeenschappelijke lobby hebt, zit hier vanuit onze organisaties bekeken veel expertise aan tafel en veel netwerk, waarmee we dit prima voor de fokkerij, ondernemer en de sport gezamenlijk kunnen doen. We zijn toonaangevende partijen in de paardenwereld en ik zie graag dat we dit ook sectorbreed  proberen te beslechten de komende jaren.”

Meerburg vult aan: “We zitten hier nu met zijn drieën aan tafel, maar ik denk inderdaad dat er vanuit de Sectorraad Paarden nog meer partijen zijn die hier prima bij aansluiten. Er zijn momenteel te veel grote dossiers, waarin we alleen met elkaar kunnen optrekken. Welzijn is genoemd, maar we zien ook de stikstofproblematiek op ons afkomen. Dit bepaalt waar grote paardenbedrijven kunnen blijven zitten en waar ze tegen grenzen aanlopen. Daar kan Haike vast meer over vertellen, maar het geldt natuurlijk ook voor individuele fokkers en voor de sport. Zijn mensen straks nog wel in staat om paarden aan huis te houden? Alleen gezamenlijk kunnen we in die lobby richting Den Haag en in dit geval ook Brussel optrekken.”

Ambassadrice van de paardensport

FNRS-directeur Blaauw zag bij het opzetten van het Platform Ondernemers Sportaanbieders hoe samenwerking tussen vele partijen leidt tot een serieuze lobby, en zegt: “De POS hebben we specifiek voor de ondernemers in de sport opgezet, niet alleen voor de paardensport, maar voor achttien verschillende sporten en daarmee 6.500 ondernemers in totaal. Daarmee hebben we nu wel een stem in Den Haag. We gaan nu ook een Europese POS opzetten, zodat ondernemers in de sport ook een stem in Brussel krijgen. Gelukkig hebben we met Ursula von der Leyen (voorzitter van de Europese Commissie, red.) een geweldige ambassadrice van de paardensport in Brussel, die ook ontzettend enthousiast is. Dat soort contacten moeten we inzetten om onze belangen te verdedigen. Dat is hard nodig, niet alleen op het stikstofdossier, maar voor een heleboel dossiers.”

Geen los zand

“De doelstelling die we met zijn allen hebben, is dat we meer mensen langer en met meer plezier willen laten paardrijden”, aldus Blaauw, terwijl hij de aandacht weer richt op zijn tafelgenoten. “Daar hebben we geschikte paarden voor nodig, dus de fokkerij, daar hebben we de sportbond voor nodig en daar hebben we accommodaties voor nodig. Het is heel logisch dat we onder dat thema met elkaar optrekken. Meer mensen betekent ook dat we moeten zorgen dat de sport toegankelijk is en betaalbaar blijft. Helemaal nu, want er hangen natuurlijk donkere wolken boven ons. Het tweede punt is meer plezier. Dan kom je op hospitality en ik noem dat dan horsepitality, de combinatie tussen paard en mens, waarbij het ontzettend belangrijk is dat beiden het naar de zin hebben en dan kom je ook weer uit bij paardenwelzijn. Zo hebben we dus verschillende uitdagingen op ons bordje liggen en die kunnen we alleen aangaan door er hard en eendrachtig voor te werken. En dat laatste moet. Want als we naar buiten toe uitstralen dat het allemaal los zand is, hebben we nog een groter probleem.”


bron: KNHS.nl

De KNHS en FNRS kennen al langere tijd een officieel samenwerkingsverband en ook het KWPN weet beide andere organisaties te vinden op elkanders raakvlakken. Het is een logische ontwikkeling, maar tegelijkertijd niet geheel vanzelfsprekend, met oog op de aanloop ernaar toe. Onder het verleden kunnen we echter een dikke streep zetten, zo blijkt uit het gesprek tussen de drie directeuren. Vooruitkijken is het devies, al was het alleen al omdat huidige tijden eerder om meer dan minder samenwerking vragen. 

Allereerst is daar de centrale plek die het KWPN, de KNHS en de FNRS fysiek met elkaar bindt: het Nationaal Hippisch Centrum (NHC). Haike Blaauw, inmiddels zeven jaar algemeen directeur bij de brancheorganisatie voor hippische ondernemers, weet waar knelpunten én mogelijkheden liggen voor zijn achterban als we het over de exploitatie van het NHC hebben. Hij zegt: “We hebben 450 leden waarvan het grootste deel grote accommodaties heeft, waar ze zelf graag evenementen organiseren. Ze zien het NHC deels als concurrent. Wat ik ze echter steeds voorhoud, is dat je het NHC zou kunnen zien als de slagroom op de taart. Hier organiseer je de finales en grote evenementen, zodat ruiters op neutraal terrein een geweldige belevenis kunnen ervaren. Tegenwoordig worden finales van de KNHS-FNRS Spring- en Zitcompetitie op het NHC gehouden, omdat dat iets extra’s biedt. We kunnen op dat gebied nog veel creatiever zijn en in de toekomst ook andere evenementen hier laten plaatsvinden. Het moet echter nooit -en dat is een opdracht die ik heb meegekregen- ten koste gaan van de eigen omzet en het voortbestaan van onze leden. Het moet additioneel zijn en ik denk dat er dan best een en ander mogelijk is.” 

Drie-eenheid

Bastiaan Meerburg is sinds juli algemeen directeur bij het KWPN. Hij gaat verder in op deze woorden en zegt: “Sowieso zijn de accommodaties hier fantastisch en feitelijk hebben we vanuit onze organisaties te maken met een prachtige drie-eenheid. De aanwezige kennis over fokkerij, sport en ondernemerschap is hier op het centrum uitstekend te combineren. Zodra je ervoor kiest meer te gaan samenwerken, kun je het NHC uitbouwen tot die fantastische plek waar sport en fokkerij tot op hoog niveau bij elkaar komen. Een mooi voorbeeld daarvan is het WK Jonge Dressuurpaarden. We zouden veel meer van dat soort evenementen gezamenlijk moeten organiseren, en dan wel onder de voorwaarde die Haike aangaf. Het moet natuurlijk niet ondermijnend werken op de accommodaties in het veld. Maar we hebben hier nu eenmaal de mogelijkheden, dus laten we die zo goed als kan benutten.”

Slimmer zijn

Voor kersvers KNHS-directeur Patrice Assendelft klinkt het als muziek in de oren: “In de huidige maatschappij zie je dat het makkelijker is om verschillen uit te vergroten, de zogenaamde polarisatie. Dat is niet wat we in de paardensector moeten doen. De kracht zit in de samenwerking. We zien gezamenlijk zoveel uitdagingen voor ons liggen, dat we de handen ineen moeten slaan, ook op het Nationaal Hippisch Centrum. En als je dan op jaarbasis veel dagen hebt waarop je hier bij wijze van spreken een kanon kunt afschieten, vind ik dat zorgelijk. In die zin moet op het NHC eigenlijk dagelijks enige vorm van ‘paardenreuring’ zijn, of het nu opleidingen zijn of een evenement. Ik deel daarbij de mening van Haike dat je het niet moet afsnoepen van mensen die ook iets organiseren, maar daar bovenop kun je hier prachtige dingen doen. We moeten dan wel slimmer zijn. Als we bijvoorbeeld een accommodatie voor een evenement bouwen, moeten we die langer en breder kunnen inzetten. Het kan alvast niet zo zijn dat het NHC, dat met geld van leden is neergezet, soms een stilteplek lijkt. Deze plek moet paardenreuring en gastvrijheid uitstralen en dat kunnen we met zijn drieën voor elkaar krijgen.”

Sectorraad Paarden

Assendelft refereerde al aan de huidige tijd met veel uitdagingen en gaat hier verder op in: “Met alle aandacht voor paardenwelzijn kan het niet anders dan dat je elkaar op de onderwerpen hierover vindt. Als je het over welzijn , de publieke opinie en een gemeenschappelijke lobby hebt, zit hier vanuit onze organisaties bekeken veel expertise aan tafel en veel netwerk, waarmee we dit prima voor de fokkerij, ondernemer en de sport gezamenlijk kunnen doen. We zijn toonaangevende partijen in de paardenwereld en ik zie graag dat we dit ook sectorbreed  proberen te beslechten de komende jaren.”

Meerburg vult aan: “We zitten hier nu met zijn drieën aan tafel, maar ik denk inderdaad dat er vanuit de Sectorraad Paarden nog meer partijen zijn die hier prima bij aansluiten. Er zijn momenteel te veel grote dossiers, waarin we alleen met elkaar kunnen optrekken. Welzijn is genoemd, maar we zien ook de stikstofproblematiek op ons afkomen. Dit bepaalt waar grote paardenbedrijven kunnen blijven zitten en waar ze tegen grenzen aanlopen. Daar kan Haike vast meer over vertellen, maar het geldt natuurlijk ook voor individuele fokkers en voor de sport. Zijn mensen straks nog wel in staat om paarden aan huis te houden? Alleen gezamenlijk kunnen we in die lobby richting Den Haag en in dit geval ook Brussel optrekken.”

Ambassadrice van de paardensport

FNRS-directeur Blaauw zag bij het opzetten van het Platform Ondernemers Sportaanbieders hoe samenwerking tussen vele partijen leidt tot een serieuze lobby, en zegt: “De POS hebben we specifiek voor de ondernemers in de sport opgezet, niet alleen voor de paardensport, maar voor achttien verschillende sporten en daarmee 6.500 ondernemers in totaal. Daarmee hebben we nu wel een stem in Den Haag. We gaan nu ook een Europese POS opzetten, zodat ondernemers in de sport ook een stem in Brussel krijgen. Gelukkig hebben we met Ursula von der Leyen (voorzitter van de Europese Commissie, red.) een geweldige ambassadrice van de paardensport in Brussel, die ook ontzettend enthousiast is. Dat soort contacten moeten we inzetten om onze belangen te verdedigen. Dat is hard nodig, niet alleen op het stikstofdossier, maar voor een heleboel dossiers.”

Geen los zand

“De doelstelling die we met zijn allen hebben, is dat we meer mensen langer en met meer plezier willen laten paardrijden”, aldus Blaauw, terwijl hij de aandacht weer richt op zijn tafelgenoten. “Daar hebben we geschikte paarden voor nodig, dus de fokkerij, daar hebben we de sportbond voor nodig en daar hebben we accommodaties voor nodig. Het is heel logisch dat we onder dat thema met elkaar optrekken. Meer mensen betekent ook dat we moeten zorgen dat de sport toegankelijk is en betaalbaar blijft. Helemaal nu, want er hangen natuurlijk donkere wolken boven ons. Het tweede punt is meer plezier. Dan kom je op hospitality en ik noem dat dan horsepitality, de combinatie tussen paard en mens, waarbij het ontzettend belangrijk is dat beiden het naar de zin hebben en dan kom je ook weer uit bij paardenwelzijn. Zo hebben we dus verschillende uitdagingen op ons bordje liggen en die kunnen we alleen aangaan door er hard en eendrachtig voor te werken. En dat laatste moet. Want als we naar buiten toe uitstralen dat het allemaal los zand is, hebben we nog een groter probleem.”


bron: KNHS.nl
Vorige Drie keer 6.500 euro op laatste KWPN Online veiling Volgende Wie wordt de kampioen der kampioenen van de LGCT 2022?