Onze sport drijft op goede instructeurs. Ook voor elkaar kunnen ze veel betekenen, zowel in deze bijzondere tijd die vragen oproept over de uitoefening van hun vak als daarbuiten. Hoofddocent van de KNHS en mede-initiatiefnemer Marion Schreuder: ‘Ik krijg veel vragen van instructeurs die zich willen verenigen om zo samen de krachten bundelen. Samen staan we sterk!’

Gerenommeerde trainers en instructeurs zoals Ad Aarts, Jack Ansems, Mans Buurman, Leon Kuijpers, Nicolet van Leeuwen, Karin Retera en Luc Steeghs omarmden direct dit initiatief. Ook de bondscoaches hebben zich aangesloten bij de beroepsgroep, die inmiddels bijna 150 leden telt. Retera: ‘Aan zo’n verband is echt behoefte. Ik hoor dat van veel ondernemers, vooral de kleinere, die veel lesgeven. Ze hebben veel vragen en zoeken solidariteit. We hadden ons als beroepsmatige instructeurs nog niet verenigd. Als individu ga je toch snel op je eigen eilandje zitten. In zo’n crisis blijkt dat extra. Je mist dan contact, kennisuitwisseling en solidariteit. Marion en ik spraken daar wel eens over en toen bleek dat zij al een tijd liep met dit idee.’


Niet beschermd

Het beroep instructeur is niet beschermd. Iedereen mag zich instructeur noemen, ook minder gekwalificeerde mensen. Karin: ‘Dat heeft geen goede invloed op de paardensport. Goed opgeleide instructeurs met de neuzen dezelfde kant op tillen de paardensport naar een hoger plan. We moeten zorgen dat we zo veel kwaliteit in huis hebben en ons zo goed profileren, dat mensen gewoon allemaal maar les willen van iemand uit onze club. Op allerlei gebieden kunnen we daarnaast verder professionaliseren. We werken in het algemeen bijvoorbeeld ook nog te weinig met contracten en vastgelegde afspraken. Veel van ons werken vanuit ons hart en zijn geen echte ondernemer. Verenigd zijn in zo’n club samen kan daarbij helpen. Dat alles komt de kwaliteit van onze mooie sport en het dierwelzijn echt ten goede.’


Van binnen uit

Dat alles vraagt om de nodige actie van de beroepsgroep zelf, vindt Retera. ‘We kunnen als instructeurs nu niet achteroverleunen en denken, kom maar op KNHS, regel het maar. We moeten hierin zelf actief zijn en aangeven waar onze behoeften liggen.’ Op 1 mei krijgen de instructeurs een vragenlijst over hun behoeften. Die wordt gebruikt voor de vervolgstappen voor de beroepsgroep. ‘Het is essentieel dat de instructeurs zelf invulling gaan geven aan de beroepsgroep. Als de oriënterende fase goed uitpakt, zou een vereniging als vorm mooi zijn. Die heeft een bestuur die leiding en richting geeft, zodat de club levend blijft. Dat biedt weer nieuwe mogelijkheden, zoals kijken of gezamenlijke verzekeringen mogelijk zijn, als collectief. Ik zie echt talloze kansen voor onze beroepsgroep.’

Bron: KNHS