Nu het vanwege de nieuwe I&R regels verplicht is om het aantal paarden op je bedrijf officieel te registreren, hebben mensen steeds meer vragen over de mestboekhouding. Dat het voor veel paardenhouders lastige materie is – mede door de normen die regelmatig veranderen – geeft Harold Kraaijvanger van Walkro Grondstoffen toe. Daarom geeft hij een aantal praktische tips.
Begin er gewoon mee
Volgens Harold ben je tot zes paarden voor de wet een particulier. “De mestboekhouding hoef je pas bij te houden als je hierboven komt en bedrijfsmatig wordt. Officieel ben je bedrijfsmatig als er niet meer dan 350 kilogram stikstof dierlijke mest produceert en/of aanvoert. Zoals je in de bijlage op pagina 3 kunt zien, produceert een paard 58,8 kg stikstof wat neerkomt op 5,95 paarden. Zeker als het aantal paarden nog wel eens wijzigt en de ene keer onder dit aantal en de andere keer erboven zit zou ik adviseren om je mestregistratie op orde te hebben. Je kunt de paarden wel op naam van je vrouw of iemand anders laten staan om eronderuit te komen, maar vroeg of laat ben je aan de beurt en staat de inspectie op de stoep. Dat wil je als ondernemer echt niet op zo’n moment. Vraag een relatienummer aan bij de RVO, dit is gewoon gratis, en ga bijhouden hoeveel paarden en pony’s er op elke eerste dag van de maand op je bedrijf staan. Als je een keer minder paarden hebt gehad waardoor je eigenlijk geen boekhouding hoefde bij te houden is dat geen nadeel, maar andersom is dit wel zo. Gewoon doen dus.”
Check de huidige productienormen
“De normen kunnen één keer per jaar veranderen. Dit wordt op de site van de RVO gepubliceerd. Mensen die zich geregistreerd hebben, krijgen normaal gesproken een mailing dat ze met andere getallen moeten gaan rekenen. De productienormen zijn ingedeeld voor zowel stikstof als fosfaat. Die worden onderverdeeld in een norm voor paarden en een aparte voor pony’s. Als je weet hoeveel paarden en pony’s je gemiddeld in één jaar op je bedrijf had staan kan je vervolgens met die norm uitrekenen hoeveel fosfaat en stikstof je hebt geproduceerd.”
Mestafvoer op orde
“Naast de productie moet je ook je afvoer kunnen laten zien. Als je zelf grond hebt dan mag je daar (een deel) van de mest op uitrijden. Dat doe je volgens bepaalde uitrijnormen die vertellen hoeveel mest je op één hectare mag verspreiden. Ook deze normen veranderen regelmatig. De normen voor het afvoeren op eigen land worden elk jaar strenger. Daarnaast kan je de mest ook laten afvoeren bijvoorbeeld door een bedrijf, maar je kunt ook voor beide kiezen: een deel zelf verspreiden en een deel laten afvoeren. Als je maar registreert wat je doet, al moeten de productie en de manier van afvoer wel met elkaar kloppen.”
Laat je ontzorgen
“Mijn tip is om het zo veel mogelijk af te laten voeren. Het is niet alleen financieel voordeliger om het door ons af te laten voeren, maar het wordt ook nuttig gebruikt voor de champignonteelt. Bovendien kan je paardenmest niet zomaar op een weiland voor paarden uitrijden vanwege het gevaar op wormbesmetting. Wij komen de mest elke twee weken ophalen en daar hebben ondernemers verder helemaal geen omkijken meer naar. De mest voor champignonteelt mag namelijk niet ouder zijn, omdat het dan al begint te schimmelen. Wij sturen elk kwartaal een overzicht van de afvoer met digitaal de vdm’s/mestbonnen. Stop je dit in een mapje dan heb je altijd alles op orde wat de afvoer betreft. Daarmee ontzorgen we de paardenhouders. We beantwoorden alle vragen die we binnenkrijgen over de mestboekhouding. Deze komen voornamelijk begin van het jaar, omdat voor 1 februari de jaaraangifte binnen moet zijn. We staan graag iedereen te woord, zodat we het voor elkaar hebben als sector.”
Weet of je verwerkingsplicht hebt
Wanneer er meer geproduceerd wordt dan dat er van het bedrijf afgevoerd wordt, ontstaat er een overschot wat kan zorgen voor een mestverwerkingsplicht. Er zijn echter uitzonderingen op de regel. Als de mest strorijk is en je minimaal 90% van de dieren op stro houdt welke voor minimaal 2/3 is gestrooid met stro dan kan dit onder een aantal voorwaarden zorgen voor een uitzondering. Iets wat op paardenstallen vaak het geval kan zijn.
Bron: nieuws horse
Begin er gewoon mee
Volgens Harold ben je tot zes paarden voor de wet een particulier. “De mestboekhouding hoef je pas bij te houden als je hierboven komt en bedrijfsmatig wordt. Officieel ben je bedrijfsmatig als er niet meer dan 350 kilogram stikstof dierlijke mest produceert en/of aanvoert. Zoals je in de bijlage op pagina 3 kunt zien, produceert een paard 58,8 kg stikstof wat neerkomt op 5,95 paarden. Zeker als het aantal paarden nog wel eens wijzigt en de ene keer onder dit aantal en de andere keer erboven zit zou ik adviseren om je mestregistratie op orde te hebben. Je kunt de paarden wel op naam van je vrouw of iemand anders laten staan om eronderuit te komen, maar vroeg of laat ben je aan de beurt en staat de inspectie op de stoep. Dat wil je als ondernemer echt niet op zo’n moment. Vraag een relatienummer aan bij de RVO, dit is gewoon gratis, en ga bijhouden hoeveel paarden en pony’s er op elke eerste dag van de maand op je bedrijf staan. Als je een keer minder paarden hebt gehad waardoor je eigenlijk geen boekhouding hoefde bij te houden is dat geen nadeel, maar andersom is dit wel zo. Gewoon doen dus.”
Check de huidige productienormen
“De normen kunnen één keer per jaar veranderen. Dit wordt op de site van de RVO gepubliceerd. Mensen die zich geregistreerd hebben, krijgen normaal gesproken een mailing dat ze met andere getallen moeten gaan rekenen. De productienormen zijn ingedeeld voor zowel stikstof als fosfaat. Die worden onderverdeeld in een norm voor paarden en een aparte voor pony’s. Als je weet hoeveel paarden en pony’s je gemiddeld in één jaar op je bedrijf had staan kan je vervolgens met die norm uitrekenen hoeveel fosfaat en stikstof je hebt geproduceerd.”
Mestafvoer op orde
“Naast de productie moet je ook je afvoer kunnen laten zien. Als je zelf grond hebt dan mag je daar (een deel) van de mest op uitrijden. Dat doe je volgens bepaalde uitrijnormen die vertellen hoeveel mest je op één hectare mag verspreiden. Ook deze normen veranderen regelmatig. De normen voor het afvoeren op eigen land worden elk jaar strenger. Daarnaast kan je de mest ook laten afvoeren bijvoorbeeld door een bedrijf, maar je kunt ook voor beide kiezen: een deel zelf verspreiden en een deel laten afvoeren. Als je maar registreert wat je doet, al moeten de productie en de manier van afvoer wel met elkaar kloppen.”
Laat je ontzorgen
“Mijn tip is om het zo veel mogelijk af te laten voeren. Het is niet alleen financieel voordeliger om het door ons af te laten voeren, maar het wordt ook nuttig gebruikt voor de champignonteelt. Bovendien kan je paardenmest niet zomaar op een weiland voor paarden uitrijden vanwege het gevaar op wormbesmetting. Wij komen de mest elke twee weken ophalen en daar hebben ondernemers verder helemaal geen omkijken meer naar. De mest voor champignonteelt mag namelijk niet ouder zijn, omdat het dan al begint te schimmelen. Wij sturen elk kwartaal een overzicht van de afvoer met digitaal de vdm’s/mestbonnen. Stop je dit in een mapje dan heb je altijd alles op orde wat de afvoer betreft. Daarmee ontzorgen we de paardenhouders. We beantwoorden alle vragen die we binnenkrijgen over de mestboekhouding. Deze komen voornamelijk begin van het jaar, omdat voor 1 februari de jaaraangifte binnen moet zijn. We staan graag iedereen te woord, zodat we het voor elkaar hebben als sector.”
Weet of je verwerkingsplicht hebt
Wanneer er meer geproduceerd wordt dan dat er van het bedrijf afgevoerd wordt, ontstaat er een overschot wat kan zorgen voor een mestverwerkingsplicht. Er zijn echter uitzonderingen op de regel. Als de mest strorijk is en je minimaal 90% van de dieren op stro houdt welke voor minimaal 2/3 is gestrooid met stro dan kan dit onder een aantal voorwaarden zorgen voor een uitzondering. Iets wat op paardenstallen vaak het geval kan zijn.
Bron: nieuws horse