Er wordt vaak gezegd dat paarden intelligente dieren zijn, maar hoe slim zijn ze nu echt. Voor veel ruiters is die een belangrijke vraag aangezien ze een intense band met hun paard hebben. Over de vraag 'Hoe slim zijn paarden nu echt?' is al veel inkt gevloeid. Er zijn dan ook verschillende schrijvers die een antwoord hebben proberen te formuleren op deze vraag, maar vaak spreken die verschillende auteurs elkaar tegen. Mensen proberen vaak de intelligentie van paarden met die van honden of katten te vergelijken maar dat zouden ze niet meer mogen doen. Het is heel moeilijk om verschillende diersoorten met elkaar te vergelijken. Katten en honden zijn jachtdieren die altijd een bepaalde vorm van agressiviteit in zich dragen. Dit betekent dat zelfs de liefste katten en de meest tamme honden op een gepaste manier zullen reageren als stimuli dit agressieve gedrag triggeren. Paarden zijn prooidieren, op hen wordt gejaagd. Ze hebben dan ook maar één basisinstinct: vluchten of sterven. Precies om die reden beschrijven sommige auteurs paarden eerder als instinctieve dan als cognitieve dieren. Terwijl elke ruiter het vluchtgedrag van zijn paard waarschijnlijk al aan de lijve heeft kunnen ondervinden, blijft het voor hen waarschijnlijk toch moeilijk om te geloven dat paarden totaal geen cognitieve capaciteiten hebben. Paarden begrijpen 'body language', ze kennen het geluid van de voerkar. Er moet dus wel een soort van mentale activiteit aanwezig zijn maar dit is voor alle dieren het geval. Het is heel belangrijk om paarden als kuddedieren te bestuderen om echt te kunnen begrijpen wat er in hun hoofd omgaat. Ethologie is een wetenschap die het gedrag van dieren bestudeerd. De focus ligt hier op het gedrag dat dieren in natuurlijke situaties vertonen. Deze wetenschap kende haar oorsprong in 1970. Verschillende auteurs hebben de vraag 'Hoe intelligent is een paard?' proberen te beantwoorden. Onder hen ook Ernest Menault. Hij schreef een boek met als titel De intelligentie van dieren (1868). In dit boek schrijf hij: "De meest nobele ontdekking van de mens is zonder twijfel het paard. Dit dier straalt vitaliteit en energie uit. Het lijkt alsof een paard continu in beweging wil zijn, het wordt ongeduldig als het moet wachten... Het nerveus bewegen van de lip, het stampen met zijn benen... Dit alles wijst erop dat een paard activiteit nodig heeft. Zijn grote schedel en brede voorhoofd wijzen op intelligentie. Het paard vertoont vele uiterlijke kenmerken van intelligentie... Een ontwikkeld hoofd, diepe, volle ogen, een breed voorhoofd, oren die bij de minste beweging nieuwsgierig naar voren gaan staan... Zowel het oog als het oor van een paard zijn erg gevoelig. Niet alleen zijn brein is ontwikkeld, zijn zintuigen zijn dat ook...". Menault gelooft dus met andere woorden in een bepaalde vorm van intelligentie bij het paard. We moeten altijd in het achterhoofd houden dat onze paarden geconfronteerd worden met grote uitdagingen, ze moeten leven in stallen die veel kleiner zijn dat de weides waarop ze normaal zouden leven. Ze moeten verschillende impulsen onderdrukken als wij hen dingen proberen te leren en last but not least... Ze moeten samenleven met mensen die extreem rare gewoontes hebben, ten minste vanuit het standpunt van een paard.
Er wordt vaak gezegd dat paarden intelligente dieren zijn, maar hoe slim zijn ze nu echt. Voor veel ruiters is die een belangrijke vraag aangezien ze een intense band met hun paard hebben. Over de vraag 'Hoe slim zijn paarden nu echt?' is al veel inkt gevloeid. Er zijn dan ook verschillende schrijvers die een antwoord hebben proberen te formuleren op deze vraag, maar vaak spreken die verschillende auteurs elkaar tegen. Mensen proberen vaak de intelligentie van paarden met die van honden of katten te vergelijken maar dat zouden ze niet meer mogen doen. Het is heel moeilijk om verschillende diersoorten met elkaar te vergelijken. Katten en honden zijn jachtdieren die altijd een bepaalde vorm van agressiviteit in zich dragen. Dit betekent dat zelfs de liefste katten en de meest tamme honden op een gepaste manier zullen reageren als stimuli dit agressieve gedrag triggeren. Paarden zijn prooidieren, op hen wordt gejaagd. Ze hebben dan ook maar één basisinstinct: vluchten of sterven. Precies om die reden beschrijven sommige auteurs paarden eerder als instinctieve dan als cognitieve dieren. Terwijl elke ruiter het vluchtgedrag van zijn paard waarschijnlijk al aan de lijve heeft kunnen ondervinden, blijft het voor hen waarschijnlijk toch moeilijk om te geloven dat paarden totaal geen cognitieve capaciteiten hebben. Paarden begrijpen 'body language', ze kennen het geluid van de voerkar. Er moet dus wel een soort van mentale activiteit aanwezig zijn maar dit is voor alle dieren het geval. Het is heel belangrijk om paarden als kuddedieren te bestuderen om echt te kunnen begrijpen wat er in hun hoofd omgaat. Ethologie is een wetenschap die het gedrag van dieren bestudeerd. De focus ligt hier op het gedrag dat dieren in natuurlijke situaties vertonen. Deze wetenschap kende haar oorsprong in 1970. Verschillende auteurs hebben de vraag 'Hoe intelligent is een paard?' proberen te beantwoorden. Onder hen ook Ernest Menault. Hij schreef een boek met als titel De intelligentie van dieren (1868). In dit boek schrijf hij: "De meest nobele ontdekking van de mens is zonder twijfel het paard. Dit dier straalt vitaliteit en energie uit. Het lijkt alsof een paard continu in beweging wil zijn, het wordt ongeduldig als het moet wachten... Het nerveus bewegen van de lip, het stampen met zijn benen... Dit alles wijst erop dat een paard activiteit nodig heeft. Zijn grote schedel en brede voorhoofd wijzen op intelligentie. Het paard vertoont vele uiterlijke kenmerken van intelligentie... Een ontwikkeld hoofd, diepe, volle ogen, een breed voorhoofd, oren die bij de minste beweging nieuwsgierig naar voren gaan staan... Zowel het oog als het oor van een paard zijn erg gevoelig. Niet alleen zijn brein is ontwikkeld, zijn zintuigen zijn dat ook...". Menault gelooft dus met andere woorden in een bepaalde vorm van intelligentie bij het paard. We moeten altijd in het achterhoofd houden dat onze paarden geconfronteerd worden met grote uitdagingen, ze moeten leven in stallen die veel kleiner zijn dat de weides waarop ze normaal zouden leven. Ze moeten verschillende impulsen onderdrukken als wij hen dingen proberen te leren en last but not least... Ze moeten samenleven met mensen die extreem rare gewoontes hebben, ten minste vanuit het standpunt van een paard.