Skip to content

Copyright

FNRS reageert op vermeende misstanden bij manège ... "Welzijn van het paard staat centraal."

Zaterdag 1 april werd er tijdens het programma Kassa van BNNVARA een item over vermeende misstanden in maneges vertoond met undercover beelden gemaakt bij (FNRS)-manegebedrijven. "FNRS heeft paardenwelzijn heel hoog in het vaandel staan. Kwaliteit, veiligheid en paardenwelzijn zijn de belangrijkste kernwaarden voor een hippisch bedrijf." reageert FNRS. "Niet alleen bij de aangesloten bedrijven, maar in de hele sector. FNRS geeft in dit bericht een toelichting op deze uitzending."

Tijdens de uitzending waren beelden te zien van bedrijven waarbij paarden en pony’s een deel van de dag in stands gehouden worden. Ondanks dat er geen wettelijk verbod op stands voor paarden en pony’s is, geeft de sector zelf in de Gids voor Goede Praktijken aan dat deze manier van huisvesting niet meer past in de hedendaagse paardenhouderij. Per 1 januari 2017 is het bij FNRS-bedrijven daarom verboden om stands als permanente huisvesting te gebruiken. Dit is opgenomen in het FNRS-kwaliteitsbeleid. In 2015 waren er nog 68 FNRS-bedrijven met stands als permanente huisvesting. Inmiddels zijn deze volledig uitgefaseerd en worden bij een aantal bedrijven stands alleen nog tijdelijk gebruikt tijdens het opzadelen, eten, (hoef)verzorging of het verrichten van medische handelingen.

Welzijn van paarden moet centraal staan

Haike Blaauw, directeur van de FNRS, was uitgenodigd bij de uitzending om te reageren op de beelden. “FNRS betreurt het dat het mogelijk is geweest om dergelijke beelden op Nederlandse bedrijven te kunnen maken. Zonder de context per bedrijf te kennen zijn dit geen prettige beelden. Gelukkig kunnen we constateren dat bij twee bedrijven de stands alleen tijdelijk gebruikt worden volgens de geldende normen van het FNRS-kwaliteitsbeleid.”

Tijdens de uitzending werden ook beelden getoond van paarden gehuisvest in stallen met dichte wanden en paddocks zonder schuilstal. “Ook bij deze beelden is de context leidend. In alle gevallen stimuleren we bedrijven om voldoende ruimte voor contactmogelijkheden met andere paarden te creëren. Dit kan al met een aantal relatief eenvoudige aanpassingen gerealiseerd worden. Voor schuilstallen is dat een ander verhaal. Deze zijn nodig voor het paardenwelzijn zodat de dieren beschutting kunnen zoeken tegen de elementen. Helaas worden er in heel veel gemeentes geen vergunning voor dergelijke schuilmogelijkheden verleend.”

Maatwerk om welzijn te beoordelen

Paardenarts Vivianne van Leeuwen was namens het KNMvD ook betrokken bij de uitzending. “In alle lagen van de paardenhouderij zijn grote verschillen in de manier waarop paarden worden gehouden en maneges zijn daarop geen uitzondering. De wet schrijft voor dat een paard in zijn behoeftes moet worden voorzien en soorteigen gedrag moet kunnen uitvoeren. Het is maatwerk om te beoordelen of de mate van vrije beweging en sociaal contact onderling goed genoeg is voor het welzijn van het paard. De omstandigheden waarin we een paard houden moeten zijn afgestemd op de behoeftes van het paard, niet op het gemak voor de mens. Een goede gezondheid hangt samen met een bij het paard passende manier van houden en trainen. Een manege zou een voorbeeldfunctie moeten vervullen. Mensen komen op een manege om met paarden om te leren gaan en eventueel te leren paardrijden. De omgang met paarden begint met respect voor de behoeftes van het dier.

 

“We waren al in gesprek met de ondernemers uit de uitzending om, waar nodig, hun bedrijfsvoering te verbeteren. Bij tekortkomingen begeleiden we ondernemers bij het opstellen van een verbeterplan en de uitvoer daarvan. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de accommodatie en omgeving, maar staat het welzijn van het paard centraal. Indien er aanleiding voor is moeten verbeteringen binnen afzienbare tijd doorgevoerd worden om te voldoen aan de gestelde eisen uit ons kwaliteitsbeleid. Het is onze taak als branche-organisatie om ondernemers ook in moeilijke situaties te ondersteunen. Door je handen ervan af te trekken verbetert het paardenwelzijn zeker niet. FNRS begeleidt ondernemers in dit verbeterproces.”

Ruimte voor verbetering

Het aanpassen van de huisvesting of het management kan niet overal direct uitgevoerd worden. “De ondernemers uit de uitzending willen graag verbouwen om bijvoorbeeld grotere (vrijloop)stallen te creëren, schuilstallen te bouwen of paddocks te realiseren waardoor de paarden vaker in de winter naar buiten kunnen. In een aantal gevallen worden zij daarin gehinderd door een stroperig proces bij gemeentes waarbij de urgentie voor dergelijke aanpassingen voor paardenwelzijn ontbreekt. Hierdoor laten de juiste vergunningen op zich wachten. Om paardenwelzijn te verbeteren moeten we ook over het proces wel transparant zijn. We hebben niks te verbergen, maar als er iets niet klopt moet daar iets aan gebeuren. We verwachten van ondernemers dat zij investeren en meebewegen om te voldoen aan de veranderde welzijnsmaatstaven.”

“Het werken met paarden brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Om hun welzijn te waarborgen mag niemand op de basiseisen voor paardenwelzijn concessies doen, dit moet voor alle dieren gewoon goed zijn. Elk bedrijf moet kritisch naar de eigen bedrijfsvoering kijken hoe ze hier aan kunnen voldoen. FNRS kijkt hier periodiek in mee om de kwaliteit van aangesloten bedrijven te waarborgen en waar nodig te verbeteren.”

Keurmerk waarborgt kwaliteit, veiligheid en welzijn

Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat een FNRS-bedrijf voor kwaliteit, veiligheid én welzijn staat. Daarom wordt ieder bedrijf periodiek gekeurd voor en tijdens het lidmaatschap. De eerste keuring is op een afgesproken datum, daarna wordt ieder bedrijf eens in de circa 2,5 jaar onaangekondigd herkeurd. De keuringen worden afgenomen door een onafhankelijke inspecteur. Die beoordeelt of de bedrijven voldoen aan de minimale eisen op het gebied van kwaliteit, veiligheid en paardenwelzijn. In 2020 heeft de FNRS een aantal flinke stappen voorwaarts gemaakt in de professionalisering van de hippische sector. Vooral paardenwelzijn kreeg een prominentere rol. Hierbij wordt onder andere gekeken naar het voermanagement, de gezondheid van de paarden, formaat van de box, het stalklimaat, de contactmogelijkheden met andere paarden en (vrije) beweging. Met de kernwaarden Kwaliteit, Veiligheid en Welzijn prominent op het schild schept dat ook verplichtingen van ondernemers bij het waarmaken van deze “beloften”. Eerder lag de nadruk veelal op de faciliteiten, en daarmee werd niet het juiste signaal afgegeven passend bij de welzijnseisen. Het uiteindelijke doel is om de kwaliteit in de hippische sector verder omhoog te brengen.

Krachten bundelen

Door de krachten te bundelen met andere hippische organisaties, zoals de KNHS, de Sectorraad Paarden en het European Horse Network, wil de FNRS ervoor zorgen dat het voor ondernemers haalbaar wordt om aan alle richtlijnen te voldoen.

“Paardenhouders moeten paardenwelzijn op één te zetten om paarden het beste te kunnen bieden. Dat verdienen ze! Paarden zijn onze verbindende factor en maakt dat onze sector vol passie zit. Dat blijven we met elkaar beschermen door goed voor onze paarden te zorgen.”

Tijdens de uitzending waren beelden te zien van bedrijven waarbij paarden en pony’s een deel van de dag in stands gehouden worden. Ondanks dat er geen wettelijk verbod op stands voor paarden en pony’s is, geeft de sector zelf in de Gids voor Goede Praktijken aan dat deze manier van huisvesting niet meer past in de hedendaagse paardenhouderij. Per 1 januari 2017 is het bij FNRS-bedrijven daarom verboden om stands als permanente huisvesting te gebruiken. Dit is opgenomen in het FNRS-kwaliteitsbeleid. In 2015 waren er nog 68 FNRS-bedrijven met stands als permanente huisvesting. Inmiddels zijn deze volledig uitgefaseerd en worden bij een aantal bedrijven stands alleen nog tijdelijk gebruikt tijdens het opzadelen, eten, (hoef)verzorging of het verrichten van medische handelingen.

Welzijn van paarden moet centraal staan

Haike Blaauw, directeur van de FNRS, was uitgenodigd bij de uitzending om te reageren op de beelden. “FNRS betreurt het dat het mogelijk is geweest om dergelijke beelden op Nederlandse bedrijven te kunnen maken. Zonder de context per bedrijf te kennen zijn dit geen prettige beelden. Gelukkig kunnen we constateren dat bij twee bedrijven de stands alleen tijdelijk gebruikt worden volgens de geldende normen van het FNRS-kwaliteitsbeleid.”

Tijdens de uitzending werden ook beelden getoond van paarden gehuisvest in stallen met dichte wanden en paddocks zonder schuilstal. “Ook bij deze beelden is de context leidend. In alle gevallen stimuleren we bedrijven om voldoende ruimte voor contactmogelijkheden met andere paarden te creëren. Dit kan al met een aantal relatief eenvoudige aanpassingen gerealiseerd worden. Voor schuilstallen is dat een ander verhaal. Deze zijn nodig voor het paardenwelzijn zodat de dieren beschutting kunnen zoeken tegen de elementen. Helaas worden er in heel veel gemeentes geen vergunning voor dergelijke schuilmogelijkheden verleend.”

Maatwerk om welzijn te beoordelen

Paardenarts Vivianne van Leeuwen was namens het KNMvD ook betrokken bij de uitzending. “In alle lagen van de paardenhouderij zijn grote verschillen in de manier waarop paarden worden gehouden en maneges zijn daarop geen uitzondering. De wet schrijft voor dat een paard in zijn behoeftes moet worden voorzien en soorteigen gedrag moet kunnen uitvoeren. Het is maatwerk om te beoordelen of de mate van vrije beweging en sociaal contact onderling goed genoeg is voor het welzijn van het paard. De omstandigheden waarin we een paard houden moeten zijn afgestemd op de behoeftes van het paard, niet op het gemak voor de mens. Een goede gezondheid hangt samen met een bij het paard passende manier van houden en trainen. Een manege zou een voorbeeldfunctie moeten vervullen. Mensen komen op een manege om met paarden om te leren gaan en eventueel te leren paardrijden. De omgang met paarden begint met respect voor de behoeftes van het dier.

 

“We waren al in gesprek met de ondernemers uit de uitzending om, waar nodig, hun bedrijfsvoering te verbeteren. Bij tekortkomingen begeleiden we ondernemers bij het opstellen van een verbeterplan en de uitvoer daarvan. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de accommodatie en omgeving, maar staat het welzijn van het paard centraal. Indien er aanleiding voor is moeten verbeteringen binnen afzienbare tijd doorgevoerd worden om te voldoen aan de gestelde eisen uit ons kwaliteitsbeleid. Het is onze taak als branche-organisatie om ondernemers ook in moeilijke situaties te ondersteunen. Door je handen ervan af te trekken verbetert het paardenwelzijn zeker niet. FNRS begeleidt ondernemers in dit verbeterproces.”

Ruimte voor verbetering

Het aanpassen van de huisvesting of het management kan niet overal direct uitgevoerd worden. “De ondernemers uit de uitzending willen graag verbouwen om bijvoorbeeld grotere (vrijloop)stallen te creëren, schuilstallen te bouwen of paddocks te realiseren waardoor de paarden vaker in de winter naar buiten kunnen. In een aantal gevallen worden zij daarin gehinderd door een stroperig proces bij gemeentes waarbij de urgentie voor dergelijke aanpassingen voor paardenwelzijn ontbreekt. Hierdoor laten de juiste vergunningen op zich wachten. Om paardenwelzijn te verbeteren moeten we ook over het proces wel transparant zijn. We hebben niks te verbergen, maar als er iets niet klopt moet daar iets aan gebeuren. We verwachten van ondernemers dat zij investeren en meebewegen om te voldoen aan de veranderde welzijnsmaatstaven.”

“Het werken met paarden brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Om hun welzijn te waarborgen mag niemand op de basiseisen voor paardenwelzijn concessies doen, dit moet voor alle dieren gewoon goed zijn. Elk bedrijf moet kritisch naar de eigen bedrijfsvoering kijken hoe ze hier aan kunnen voldoen. FNRS kijkt hier periodiek in mee om de kwaliteit van aangesloten bedrijven te waarborgen en waar nodig te verbeteren.”

Keurmerk waarborgt kwaliteit, veiligheid en welzijn

Consumenten moeten erop kunnen vertrouwen dat een FNRS-bedrijf voor kwaliteit, veiligheid én welzijn staat. Daarom wordt ieder bedrijf periodiek gekeurd voor en tijdens het lidmaatschap. De eerste keuring is op een afgesproken datum, daarna wordt ieder bedrijf eens in de circa 2,5 jaar onaangekondigd herkeurd. De keuringen worden afgenomen door een onafhankelijke inspecteur. Die beoordeelt of de bedrijven voldoen aan de minimale eisen op het gebied van kwaliteit, veiligheid en paardenwelzijn. In 2020 heeft de FNRS een aantal flinke stappen voorwaarts gemaakt in de professionalisering van de hippische sector. Vooral paardenwelzijn kreeg een prominentere rol. Hierbij wordt onder andere gekeken naar het voermanagement, de gezondheid van de paarden, formaat van de box, het stalklimaat, de contactmogelijkheden met andere paarden en (vrije) beweging. Met de kernwaarden Kwaliteit, Veiligheid en Welzijn prominent op het schild schept dat ook verplichtingen van ondernemers bij het waarmaken van deze “beloften”. Eerder lag de nadruk veelal op de faciliteiten, en daarmee werd niet het juiste signaal afgegeven passend bij de welzijnseisen. Het uiteindelijke doel is om de kwaliteit in de hippische sector verder omhoog te brengen.

Krachten bundelen

Door de krachten te bundelen met andere hippische organisaties, zoals de KNHS, de Sectorraad Paarden en het European Horse Network, wil de FNRS ervoor zorgen dat het voor ondernemers haalbaar wordt om aan alle richtlijnen te voldoen.

“Paardenhouders moeten paardenwelzijn op één te zetten om paarden het beste te kunnen bieden. Dat verdienen ze! Paarden zijn onze verbindende factor en maakt dat onze sector vol passie zit. Dat blijven we met elkaar beschermen door goed voor onze paarden te zorgen.”

Vorige Azelhof bereidt zich voor op CSI* Youth van 14 tem 16 april Volgende Laurens Meynaerts: "Zodra we het nieuws vernamen hebben wij de federatie ingelicht en gestart met ontsmetten..."