De toekomst van de springsport, de populairste tak van de paardensport, werd deze week tijdens een sessie aan de ronde tafel besproken in Lausanne, Zwitserland. Tijdens dit twee dagen durende gesprek waren zo'n 40 personen uit 21 landen en 5 continenten aanwezig. Onder hen; atleten, chefs d'equipe, organisators, eigenaars, officials, het FEI-bestuur en het FEI-Jumping Comité. De eerste dag werd de focus vooral gelegd op de structuur van FEI-springevenementen, waaronder het Event Classification System en online wedstrijden, het duurzame en ethische gebruik van paarden, ... In het algemeen was men het erover eens dat sterkere minimumvereisten essentieel zijn voor het verbeteren van de algemene standaard van FEI-evenementen. Dit vooral met betrekking tot stalling en de beveiling van die stallen. Ook was de groep het erover eens dat de verantwoordelijkheid voor de paarden eerst en vooral bij de atleten ligt, samen met de eigenaars. Op de tweede dag ging het voornamelijk over de Longines FEI Jumping Nations Cup. Hieromtrent ontstond een voornamelijk positief klinkend debat. In overeenstemming klonk dat deze reeks een excellent product is dat wordt aangedreven door nationale trots en emotie. De Nations Cup moet de belangrijkste reeks zijn in de sport, maar er moet wel steeds naar verbetering gestreefd worden om de toekomst veilig te stellen. Er kwam een voorstel dat de Europe Division 1 gereduceerd moet worden tot 8 teams, zes evenementen en met de vier besten die tellen. Dit onderwerp werd languit besproken en sprokkelde toch heel wat steun in de zaal. De EEF werkt momenteel ook aan een gereviseerd format voor de Europe Division 2. De drie aanwezige atleten Kevin Staut (FRA), Pedro Veniss (BRA) en Michael Duffy (IRL) spraken ook allen hun uitdrukkelijke steun voor de reeks uit. Staut: "De FEI mag trots zijn op een product dat de perfectie zo goed benaderd." Veniss: "Iedereen is gewoon gek op de Nations Cup. Het is ons beste product. Als ruiter kan ik je garanderen dat er geen mooier gevoel is dan rijden voor je land." Duffy: "Voor is de Nations Cup het allerbelangrijkst, het is het pronkstuk van onze sport en moet steeds het grootste doel blijven." Ook de positiviteit rondom de individuele reeks, de Longines FEI Jumping World Cup, was groot. Er was ook grote overeenstemming dat de finale sneller moet volgen op de laatste kwalificatiewedstrijd om zo een maximale aanwezigheid van topatleten en -paarden te garanderen. De positieve resultaten van deze sessie aan de ronde tafel werden blij onthaald. Peter Bollen van internationale organisatorsvereniging IEOA en Eleonora Ottaviani van de internationale springruiterclub IJRC zijn erg tevreden met de resultaten. Ook FEI-voorzitter Ingmar De Vos was erg positief in zijn samenvatting van de meeting: "Deze sessie zorgde voor een belangrijk debat over de toekomst van de springsport en het was cruciaal dat deze discussie input kreeg van een zeer representatieve groep uit onze gemeenschap. En vooral, het toonde aan dat ondanks we soms niet eens zijn, we allen dezelfde passie delen en onze sport steunen en promoten. Het bewijst dat samenwerken en dialoog voeren veel kan bereiken."
De toekomst van de springsport, de populairste tak van de paardensport, werd deze week tijdens een sessie aan de ronde tafel besproken in Lausanne, Zwitserland. Tijdens dit twee dagen durende gesprek waren zo'n 40 personen uit 21 landen en 5 continenten aanwezig. Onder hen; atleten, chefs d'equipe, organisators, eigenaars, officials, het FEI-bestuur en het FEI-Jumping Comité. De eerste dag werd de focus vooral gelegd op de structuur van FEI-springevenementen, waaronder het Event Classification System en online wedstrijden, het duurzame en ethische gebruik van paarden, ... In het algemeen was men het erover eens dat sterkere minimumvereisten essentieel zijn voor het verbeteren van de algemene standaard van FEI-evenementen. Dit vooral met betrekking tot stalling en de beveiling van die stallen. Ook was de groep het erover eens dat de verantwoordelijkheid voor de paarden eerst en vooral bij de atleten ligt, samen met de eigenaars. Op de tweede dag ging het voornamelijk over de Longines FEI Jumping Nations Cup. Hieromtrent ontstond een voornamelijk positief klinkend debat. In overeenstemming klonk dat deze reeks een excellent product is dat wordt aangedreven door nationale trots en emotie. De Nations Cup moet de belangrijkste reeks zijn in de sport, maar er moet wel steeds naar verbetering gestreefd worden om de toekomst veilig te stellen. Er kwam een voorstel dat de Europe Division 1 gereduceerd moet worden tot 8 teams, zes evenementen en met de vier besten die tellen. Dit onderwerp werd languit besproken en sprokkelde toch heel wat steun in de zaal. De EEF werkt momenteel ook aan een gereviseerd format voor de Europe Division 2. De drie aanwezige atleten Kevin Staut (FRA), Pedro Veniss (BRA) en Michael Duffy (IRL) spraken ook allen hun uitdrukkelijke steun voor de reeks uit. Staut: "De FEI mag trots zijn op een product dat de perfectie zo goed benaderd." Veniss: "Iedereen is gewoon gek op de Nations Cup. Het is ons beste product. Als ruiter kan ik je garanderen dat er geen mooier gevoel is dan rijden voor je land." Duffy: "Voor is de Nations Cup het allerbelangrijkst, het is het pronkstuk van onze sport en moet steeds het grootste doel blijven." Ook de positiviteit rondom de individuele reeks, de Longines FEI Jumping World Cup, was groot. Er was ook grote overeenstemming dat de finale sneller moet volgen op de laatste kwalificatiewedstrijd om zo een maximale aanwezigheid van topatleten en -paarden te garanderen. De positieve resultaten van deze sessie aan de ronde tafel werden blij onthaald. Peter Bollen van internationale organisatorsvereniging IEOA en Eleonora Ottaviani van de internationale springruiterclub IJRC zijn erg tevreden met de resultaten. Ook FEI-voorzitter Ingmar De Vos was erg positief in zijn samenvatting van de meeting: "Deze sessie zorgde voor een belangrijk debat over de toekomst van de springsport en het was cruciaal dat deze discussie input kreeg van een zeer representatieve groep uit onze gemeenschap. En vooral, het toonde aan dat ondanks we soms niet eens zijn, we allen dezelfde passie delen en onze sport steunen en promoten. Het bewijst dat samenwerken en dialoog voeren veel kan bereiken."