De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) heeft vorig jaar 30.000 verwaarloosde en mishandelde dieren geholpen. Dat is een derde meer dan het jaar ervoor. Er schuilt echter nog veel meer zichtbaar en onzichtbaar dierenleed achter de Nederlandse voordeuren. Nadine (29) ziet dit als inspecteur voor de LID dagelijks met lede ogen aan. „Steeds meer mensen hebben tegenwoordig weinig geld. En hoe armer, hoe meer dieren, lijkt het wel.” De 18 inspecteurs van de LID krijgen het steeds drukker. Nadine is in de anderhalf jaar die zij nu als 'vliegende keep' voor de LID in Noord-Nederland werkt met veel dierenleed geconfronteerd. „We zien vooral sterk vermagerde dieren, omdat de mensen waar wij op afgaan te arm zijn om voldoende voedsel te kopen”, zegt Nadine, die niet met achternaam genoemd wil worden. „Daarnaast zien we veel ernstig vervuilde huisvesting en dieren met onbehandelde aandoeningen omdat er geen geld is voor de dierenarts.”
VERZAMELWOEDE
Nadine noemt het een soort verzamelwoede waaraan de mensen lijden waarbij zij aanbelt. „De eigenaren leven vaak geïsoleerd en eenzaam. Ze vullen de leegte op met huisdieren en vinden daar troost in. Ze beseffen meestal niet dat ze een probleem hebben en dat de situatie hen boven het hoofd is gegroeid. Ze vinden dat we ons er niet mee moeten bemoeien.” De inspecteurs, die alleen op pad gaan, krijgen dan ook geregeld met geweld en agressie te maken. Ze mogen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) geen geweldsmiddelen bij zich dragen. Wel dragen ze sinds kort kogelwerende vesten. „Soms lijkt het wel of mensen het erger vinden dat hun dieren weggehaald worden dan hun kinderen”, gaat Nadine verder. „Bij agressie verlaat ik het huis en vraag ik versterking bij de politie.”AGRESSIE
Maar dat lukt niet altijd tijdig. Nadine is onlangs nog aangevallen door een vrouw met een twintigtal katten verwaarloosde in haar woning. „Ze besprong me en wilde me naar de keel grijpen. Ze schopte en sloeg me. Ik wil niet zeggen dat het went, maar dit kan gebeuren en het gebeurt ook vaker”, vertelt Nadine nuchter. Ze is na een achtjarige politiecarrière als hoofdagent wel iets gewend. De vrouw is aangehouden en de katten zijn uit huis geplaatst. „Dat ging nu wel gemakkelijk, omdat ze in de cel zat.”INBESLAGNAME
In een kwart van de gevallen die de inspectie bezoekt, wordt overgegaan tot inbeslagname. Dit gaat nooit zonder slag of stoot. Naast agressie ziet Nadine ook veel verdriet. „Eigenaren die niet door hebben dat ze iets verkeerd doen, zien niet alleen hun dieren weggehaald worden, maar worden ook ineens gehoord als verdachte door de politie, die een proces-verbaal uit moet schrijven. Dat is heel erg emotioneel voor ze. Maar wij moeten denken aan het welzijn van de dieren.”CAMPAGNE
De Dierenbescherming is onlangs de campagne Help ons redden gestart, om nog meer dieren te kunnen bereiken. De inspecteurs hebben het druk. Maar Nadine laat zich niet uit het veld slaan door de lange werkdagen en de agressie waarmee ze geconfronteerd wordt. „Ik vind het machtig mooi werk. Je doet iets moois voor dieren en dat motiveert mij om door te gaan. Al red ik op een dag maar één dier, dan is dat mij alles waard.”De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) heeft vorig jaar 30.000 verwaarloosde en mishandelde dieren geholpen. Dat is een derde meer dan het jaar ervoor. Er schuilt echter nog veel meer zichtbaar en onzichtbaar dierenleed achter de Nederlandse voordeuren. Nadine (29) ziet dit als inspecteur voor de LID dagelijks met lede ogen aan. „Steeds meer mensen hebben tegenwoordig weinig geld. En hoe armer, hoe meer dieren, lijkt het wel.” De 18 inspecteurs van de LID krijgen het steeds drukker. Nadine is in de anderhalf jaar die zij nu als 'vliegende keep' voor de LID in Noord-Nederland werkt met veel dierenleed geconfronteerd. „We zien vooral sterk vermagerde dieren, omdat de mensen waar wij op afgaan te arm zijn om voldoende voedsel te kopen”, zegt Nadine, die niet met achternaam genoemd wil worden. „Daarnaast zien we veel ernstig vervuilde huisvesting en dieren met onbehandelde aandoeningen omdat er geen geld is voor de dierenarts.”