Er is heel wat meer dat je te weten kan komen over de verschillende topruiters op niveau.  We sommen graag enkele leuke wistje datjes van de supersterren van de paardensport op. Veel springruiters beoefenden als kind nog andere sporten, en hakten uiteindelijk de knoop door om verder te gaan in de springsport. De Amerikaanse Lauren Hough schaatste vroeger ook. Toen haar moeder zei dat ze moest kiezen tussen de springsport en het schaatsen, was dat voor haar absoluut geen moeilijke beslissing. Ook de Zweed Henrik Von Eckerman voelde zich thuis op het ijs: hij speelde jarenlang ijshockey, voor hij besliste om zich helemaal toe te leggen op het springen.

Voetbal of paardrijden?

Jur Vrieling was als kind dan weer meer geïnteresseerd in voetbal, hoewel hij opgroeide tussen de paarden. Dat veranderde toen hij zich realiseerde dat hij het best kon maken in de springsport! Hij zegt: ‘Ik wilde meer en meer, ik wilde beter zijn. In het voetbal kan je enkel punten verdienen, maar mijn zus kwam wel naar huis van het paardrijden met bekers en trofeeën.’ Ook Harrie Smolders moest de keuze maken tussen voetbal en paardensport. Hij reed toen al een aantal paarden voor verschillende mensen, dus hij koos voor de paardensport. ‘Mijn voetbaltrainer zei me dat ik geld kon verdienen met voetballen, maar ik geloofde hem niet.’

Met vallen en opstaan

Marcus Ehning verkoos vroeger het voetbal boven de paardensport. Maar dat maakte hij later goed door een bijzondere award te krijgen: hij finishte in een proef nadat hij drie keer van zijn paard gevallen was. De Zwitser Martin Fuchs kan zich daar vast in inleven: hij viel in 2011 tijdens een medailleceremonie van zijn paard af.

Bijgelovig

Topsporters staan erom bekend dat ze bijgelovig zijn, en dat is bij de springruiters niet anders. Mclain Ward draagt elke dag een nieuwe dasspeld en trekt altijd zijn linkerlaars als eerste aan. Ook de Canadees Eric Lamaze heeft een dergelijk ritueel: ‘Ik trek mijn laarzen, kleren en sporen in een bepaalde volgorde aan. Dat doe ik altijd op dezelfde manier.’  De Fransman Kevin Staut aait zijn paard vijf keer over elke kant van de hals voor hij van start gaat. Steve Guerdat droeg vroeger bij elke wedstrijd dezelfde riem en trok ook altijd dezelfde laars als eerste aan. Pas toen hij zijn toppaard Nino des Buissonets begon te rijden, realiseerde hij zich dat het niet uitmaakte wat hij deed: zijn paard zo altijd een topprestatie neerzetten. Vanaf dat moment was hij niet langer bijgelovig.

Andere talenten

Als het in de paardensport toch niet meer zou lukken (hoe onwaarschijnlijk dat ook is), kunnen sommige ruiters terugvallen op hun andere talenten. De Zweed Peder Fredricson is een getalenteerd schilder en heeft een aantal van zijn eigen schilderijen in zijn huis hangen. Eric Lamaze is dan weer erg geïnteresseerd in het verbouwen en opnieuw verkopen van huizen. Als hij een lange vliegreis moet maken, houdt hij zich bezig met het lezen van woonmagazines. De Belg Pieter Devos zegt dat als hij geen professioneel ruiter zou zijn, hij voor het bedrijf van zijn ouders zou werken. Zij hebben een bedrijf dat fruit exporteert. Tiffany Foster zou dan weer een acteercarrière kunnen uitbouwen: als kind figureerde ze al in tv-spotjes voor onder meer Polly Pocket. Met wat ze daarmee verdiende, betaalde ze haar rijlessen.